Medische en technische Middelnederlandse recepten
(1975)–Anoniem Medische en technische Middelnederlandse recepten– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 39]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hoofdstuk III
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 40]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een zeer zeldzame reeks recepten die, voor zover mij bekend, enig in hun soort zijn in de Middelnederlandse technische literatuur. Aldus wordt ook in dit hoofdstuk een bescheiden bijdrage geleverd tot een betere en diepere kennis van een aspect van de middeleeuwse cultuur waarvan de ontginning slechts in de laatste jaren goed op gang gekomen is. Het spreekt vanzelf dat wegens de groepering van de recepten rond een relatief beperkt aantal trefwoorden, er voor een aantal een zekere verbeelding nodig is om ze terug te vinden: bv. recepten om een ‘schicht’, pijlpunt of iets dergelijks uit het lichaam te verwijderen, vindt men terug onder de algemene titel ‘vreemd voorwerp in het lichaam’. Bij gelegenheid wordt trouwens bij een lemma verwezen naar andere, verwante onderwerpen. In een dergelijk geval verdient het steeds aanbeveling ook deze even door te nemen, daar uiteraard bepaalde recepten zowel bij het ene als bij het andere konden ondergebracht worden. Ten slotte mag er hier even aan herinnerd worden dat bepaalde recepten sterke gelijkenis vertonen met nummers die in mijn eerste bundel werden opgenomen of die reeds door De Vreese werden gedrukt. In de aantekeningen wordt op deze parallelle teksten gewezen, doch het werd niet verantwoord geacht in dit hoofdstuk nog eens de informatie over te nemen die reeds in het inhoudsoverzicht van de eerste bundel uitvoerig werd gegeven. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AambeienVeertien recepten treft men in de verzameling aan tegen ‘spenen’. Men kan er de as van een mol op leggen (23), meel van ‘groene boenen’ met eiwit en boomolie (276), een pleister van rijpe vijgen (278), gestampt zaad van ‘senep’ met oud vet (314), een pleister van bargvet en hars samen gekookt (428), ‘aqua tormentille’ (729) of ‘aqua emorroidarum’ (742) drinken. Aanbevolen wordt ook er gestampte netels op te leggen (1048), de zieke boven de rook van verbrandend ‘sap van muer’ met pluksel gemengd (1049) te laten zitten, er een pleister van peper, koperrook, ‘aterment’ en vers bargvet op te leggen (1050), 's morgens ‘drasen’, reinvaan en gagel samen gekookt te eten (1051), er gestampt zaad van heidenetel met vet op te smeren of as van bijvoet, of ook nog te zitten op een heet gemaakte eiken plank (1093). Goed is eveneens atrament met sterke azijn erop te leggen en dan inwrijven met ‘vnguentum fuscum’ (1183), of er gebraden ‘hansse harisse’, ‘poerloeck’, gember gemengd met rozenolie en vers varkensvet op te leggen (1184). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 41]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AangezichtTegen ‘runeten int anzicht omtrent doeghen’ kan men deze plaatsen betten met verpulverd ‘litargirum’ en ‘sagimen nittri’, gemengd met azijn (97). Tegen ‘rose’ en roodheid gebruikt men ‘aqua rubedinem faciei’ (710) of ‘aqua dealbatica’ (726). Puisten, sproeten, vlekken of ‘smette’ kan men als volgt doen verdwijnen: 's morgens en 's avonds drinkt men water gedistilleerd uit madeliefjes of het sap van dit kruid met wijn (16); men laat een muis rotten in olijfolie, filtert dit mengsel en smeert daarmee het aangezicht in (17), men wast het gelaat met olie van noten, biest en wijn samen gekookt (113), legt er moes van ‘sysembra’ op (247) of een papje van weitmeel, honig en azijn (263), wast het met loog van meel van groene bonen (274), geeft ‘aqua sigillum beate marie’ te drinken (674), of ‘aqua barbe iouis’ (688) of ‘aqua metalli’ (712), smeert er ‘aqua consolide minoris’ op (730), geeft ‘aqua fabarum’ (751) of ‘aqua draguntee serpentine’ te drinken (755), legt er een pleister van ‘aqua semperuiue’ op (719, 772) of smeert het in met sap van ‘radic’ (1075). Gezwollen wangen geneest men met er water van nachtschade, rozenwater, azijn en vrouwenmelk in linnen gedrenkt op te leggen (871). Op een pijnlijke kin legt men een pleister van madeliefjes, vrouwenmelk en gerstenmeel (450). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AdersOp gezwollen aders bindt men een pleister van huismuur, eppe, tarwemeel en bargspek (98); gekwetste aders genezen door sap van ‘beuenelle’ met wijn te drinken (1012) en gekrompen aders door te baden in een afkooksel van alsem, kamille en rozen (1187). Een methode wordt aangegeven om vast te stellen wanneer een mens een aderlating nodig heeft en hoe de dag en de plaats op het lichaam bepaald wordt (228). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
AllerleiOnder deze hoofding hebben we de recepten samengebracht die ofwel met geneeskunde, kookkunst of ambachtelijke techniek niets te maken hebben, ofwel moeilijk elders konden ondergebracht worden. Op een pijnlijke plaats in het lichaam (‘als du yet wee heeft in dyn lyf’) zal men een pleister leggen van roggemeel en zout (85, 1079). Tegen ‘cnaghinghe’ in het lichaam geeft men een afkooksel van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 42]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
betonie en wijn (103) of ‘aqua raphani’ te drinken (699). Iemand die in onmacht ligt moet pulver van kaneel eten (1081), en ‘den gamelyn’ geneest men door hem in te smeren met een mengsel van ‘heide netel’, sap van wijnruit en verse boter (1092). Tegen allerhande ziekten is het goed pulver van peterselie van Alexandrië, gemengd met wijn, te drinken (1080). Rijke mensen geneest men door ze ‘wellinghe’ te geven met ‘tyseyne’ en appels, armen geneest men door ze goede spijs en drank te laten gebruiken (222). De gevaarlijke dagen van het jaar zijn nu eens drie in aantal (132), dan weer tweeëndertig (413); in dit laatste nummer worden ze opgesomd met opgave van wat men op die dagen niet mag doen. Wie een pad in het lichaam gekropen is, zal sap van essenschors drinken (358, 1088). Ratten en muizen doodt men door een deeg te maken waarin ijzerschilfers en gemalen glas met honig verwerkt zijn (79). Om een zwart dier wit te maken wordt de raad gegeven het te wassen met ‘aqua dealbaticum’: het dier zal wit worden binnen de negen dagen (726). Een verdroogde boom kan men weer doen groeien door gebruik te maken van ‘aqua peteralis’ (774). Wie in zich de lust voelt de hanen te zien kraaien (bedoeld is niet alleen te horen, doch wellicht vooral te verstaan), moet look, geplukt in de St. Johannesnacht vóór zonsopgang onder de tong leggen en bij het plukken een paternoster en een ave bidden (1097). Om vogels te verlammen en ze aldus gemakkelijk te vangen legt men tarwe twee dagen en nachten in ‘aqua cicute’ en werpt dit voor de vogels: eten ze ervan, ‘sy en saelden nyt moghen vliegen’ (739). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ApothekerspreparatenPoeder om ‘alle dinc te droeghene’ bestaat uit meel van witte bonen gemengd met wijnsteenpulver (10). Om een ‘teysene’ te maken kookt men hyssop, gerst en drop samen (219). Voor de bereiding van ‘colliria’ worden verscheidene werkwijzen aangegeven: het ‘aqua collioriorum Auicenna per totum’ is een water gedistilleerd uit 7 kruiden (877). Andere ‘colliria’ zijn: een water bereid uit sap van betonie, ‘eufrasie’, verbena en venkel (1137), ‘Aliud ancelmi et theodorici’ (1138), ‘Aliud collirium Lanfranci’ (1139), ‘Aliud Galieni et Ancelmi’ (1140), ‘Aliud .x. magistrorum’ (1141) en nog een ‘Aliud collirium per doctum magistrorum’ (1142). Talrijk zijn de electuariën: het ‘electuarium 4or magistrorum ad vulnera’ (1160), het ‘electuarium Ancelmi de genuen’ (1161, 1162), | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 43]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat van ‘rogerij et rolandi’ (1163), ‘aliud electuarum eorundis’ (1164), het ‘electuarium vulnerum lanfranci’ (1165), dat van ‘Rasis et Theodrici’ op basis van tien kruiden (1166), dat van ‘ancelmi et de bikes hugonis’ op basis van vier kruiden (1167), dat van ‘Rasis en Lanfranci’ op basis van zes kruiden (1168) en het ‘electuarium contra rupturam’ (1169). Om ‘driakel’ te maken mengt men geschuimde honig met astrolochia, brionie, bakelaar en gentiaan (576). Veel ingewikkelder is de bereiding op basis van tweeëntwintig ingrediënten die aangegeven wordt om ‘tiriacam’ te maken, die men heet ‘dyathessarum’ (784) of ‘dyasesseron’ (1204). Zie ook pleisters en zalven. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Beet van dierenAls iemand door een dolle hond gebeten wordt, legt men op de wonde gekauwde tarwe (266), geeft hem ‘aqua ypericon’ (738) of ‘aqua draguntee serpentine’ (755) te drinken, of legt op de wonde een mengsel van betoniesap en boomolie (1016). Tegen beten van slangen geeft men ‘atrement’ met wijn gemengd te drinken (63, 1013), legt op de wonde ‘senep’ gewreven met azijn (312), geeft ‘aqua draguntee serpentine’ (755) of ‘aqua centauree’ (756) te drinken. Beten van ‘quaden of venynde dieren of wormen’ geneest men door het drinken van ‘aqua ypericon’ (738), ‘aqua bedigora’ (762), ‘aqua rute’ (763), of door de ‘tiriacke, die men heyt dyathessarum’ (784). Op beten van insekten legt men een pleister van hondevet of van gepulverde vliegen (147); of men drinkt ‘aqua calamenti’ (701), sap van ‘auerute’ gemengd met wijn (1014), sap van ‘ijzerhard’ met wijn (1015), betonie gemengd met ‘moraet’ (1017) of men legt er moes van betonie op (1018). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BloedTegen bloedzucht en bloedspuwen wordt tarwestof gekookt en gedronken aanbevolen (268). Voor bloedspuwen zijn eveneens goed: pulver van wierook eten (378), zes stukken knoflook met wortelen koken en dit sap drinken (853), er een pleister op leggen van netelwortels met wijn en dit sap drinken (854), of het sap van alant, ‘geru’, valeriaan en ‘centori’ gemengd met wijn drinken (855). Om goed bloed te maken ete men varkensvlees (288), drinke men ‘aqua boraginis’ (682) of ‘vater peteralis’ (774). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 44]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Om het bloed te zuiveren zal men leliesap met wijn drinken (860), en tegen de bloedziekte: rozenwater en weegbreesap gekookt met lookwater (861). Om de gezondheidstoestand van iemand te bepalen kan men de twaalf kleuren van het bloed interpreteren; één enkele maal wordt ook de behandeling aangegeven (1209). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BloedenOm een bloeding te stelpen zal men sap van de wortels van witte viooltjes drinken (231, 398), en volgens Macer heeft drop dezelfde eigenschap (232). Driemaal de Longinuszegen erover uitspreken wordt als een probaat middel beschouwd (420). Drie waters worden tot hetzelfde effect aanbevolen: ‘aqua verbene’ (745), ‘aqua eupatorij’ (761) en ‘vater peteralis’ (774). Als men sap van betonie met zout mengt en dit in de neus doet, houdt het bloeden op (856); ook de remedies tegen bloedspuwen zijn er goed voor (857), evenals een pleister van netelsap gemengd met eiwit (858). Zie ook neus en wonden. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BorstVoor borstkwalen wordt aanbevolen 's avonds hyssop met wijn en boter te gebruiken (106), eppe, tarwebloem en boter erop te leggen (202), of huislook, tarwebloem en vrouwenmelk (203). Goed voor de borst zijn: ‘dyadragantum’ en ‘suker rosaet’ (218), kandijsuiker (221), amandelen (285), een afkooksel van wijnruit (338, 882), sap van betonie (347, 440), ‘aqua sigillum beate marie’ (674), ‘aqua yrundina’ (724), ‘aqua consumatiua’ gekookt met suiker (727), ‘aqua ysopy’ (749), ‘aqua enule campane’ (758), ‘aqua amantilli’ (766), hyssop gekookt met wijn (878), sap van eppe en venkel gemengd met wijn (879, 880), sap van kersen en geitemelk (881), saliesap met wijn (883), het afkooksel van ‘centaurum’ (884), sap van diptam, ‘witwort’ en verbena met witte wijn (885), sap van de wortels en bladeren van marubie gekookt met ‘racolissien’ (886), het ‘emplastrum Gracia dei maiora’ (1147), ‘media’ (1148), het ‘vnguentum crode dictum’ (1153), of zoethout met anijs gekookt in water en daarvan ‘langhe pillen’ gemaakt (661). Zie ook hoesten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BrakenMen doet kruim van roggebrood met munt, alsem, rozebladeren en | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 45]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘averoenen’ in een zakje, kookt dit met witte wijn en legt dit op de ‘herte put’ (38). Saffraan gemengd met lauw water drinken (42) is er ook goed tegen. Wie geen spijs of drank kan in het lichaam houden drinke sap van garwe (70), ete betonie met geitemelk en bargvet (104), of 's ochtends op de nuchtere maag eppe (108), drinke sap van gekookte eppe, wijnruit en munt (122), of drinke gedurende vijf dagen sap van betonie (126), of legge een pleister van garwewortels op de navel (1078). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BreukenGedurende achttien dagen zal men 's morgens en 's avonds een afkooksel drinken van ‘uries uuonde’, eerst gekookt in water en daarna in melk (84, 1006). Men kan ook sap van alant en wijnruit samen drinken (237), pulver van betonie met honig en water (355), of ‘rubera’ met aloë (489) of met olijfolie en peterselie (490), sap van ‘sigillum sancte marie’, salomonszegel en bolus armenicus (583), ‘aqua pimpenelle’ (720) of ‘aqua osmunda’ (744) of sap van alant en wijnruit samen gemengd (1005). Eerst kookt men in water ‘graden mel’, daarna in melk: het water moet men 's morgens en de melk 's avonds drinken gedurende negen dagen (1007). Het ‘apostolicum rogerij et rolandi’ (1156), een ‘cyrone rogerij et rolandi’ (1157) en een ‘emplastrum magistri petri neapolitani’ (1172) worden eveneens tot het genezen van breuken aangewend. Op gebroken benen legt men gedurende drie dagen een pleister van duive- en schapedrek met boter, zout en wijn gemengd (54, 1076). Men drinke ‘aqua consolide minoris’ (730), legge er een pleister van ‘aqua fraxini’ op (741) of het ‘emplastrum cirguricum nicolai’ (1154), of drinke een electuarium van kruidensap en legge er een ‘cirone’ op (1169). Een ontwricht been trekt men weer op zijn plaats en legt er dan henneppluksel met eiwit en pulver van mastik op (136). Zie ook apothekerspreparaten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BuikOp een gezwollen buik legt men een pleister van gestampte weegbreewortels met varkensvet (331). Tegen buikpijn zal men zaad van gagel eten (386), ‘aqua lazida’ drinken (468), ‘aqua matricarie’ (737), sap van wilgebladeren gemengd met bier of wijn (930), oude schapekaas en vet van een hert samen gekookt eten (931), of gebraden ‘grinsinc’ (932). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 46]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DiarreeTegen ‘merisoen’, buikloop en ‘lichte lichame’ geve men sap van weegbree te drinken gekookt in wijn (125), ete ‘sliene’ (280, 933), drinke versgemolken melk (300), komijn gekookt in azijn (316, 429), honig en zout samen gekookt (431), ‘aqua atriplicis’ (685), ‘aqua lazida’ (725, 776), ‘aqua tormentille’ (729), ‘aqua fragarie’ (740), ‘aqua bedigora’ (762), ete een koek gebakken van garwesap en tarwemeel (934) of oude schapekaas geplet met schapemelk, rode wijn en broodkruimels (935). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
DropeOp deze kwaal legt men een zalf gemaakt van olijfolie, hars, meiboter, varkensvet en drie kruiden (7), of een mengsel van boter en ‘borsene’ (8). Aanbevolen wordt verder er een pleister van look, atrament, bonen, zout, vet, honig en bloemen van ‘witten erweten’ op te leggen (100), ‘aqua fumi terre’ (694), of ‘aqua lappacij acuti’ (698) te drinken, het in te smeren met ‘aqua dealbatica’ gemengd met aloë (726), ‘aqua fraxini’ (741), ‘aqua bedigora’ te drinken (762), olie van ‘olysaet’, was, mirre en wierook erop te leggen (1064), of te wassen met eikeschors en eikebladeren samen gekookt met weegbree en galmeisteen (1065). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eigenschappen van planten, vruchten, dieren en stoffenEen aanzienlijk aantal nummers in de hier uitgegeven verzameling kan men geen recepten in de eigenlijke zin van het woord noemen, beter zou men ze dieetvoorschriften kunnen heten, daar ze veelal de vooren nadelen van allerlei soorten stoffen opsommen. Veruit het talrijkst zijn de eigenschappen van planten en vruchten:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 47]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 48]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eigenschappen van vissen: in het algemeen 220, verse 297. Zuivelprodukten: boter 304, eieren 305, kaas 303, melk: algemeen 298, 301, van een ziek dier 299, verse 300. Gevogelte: ganze- en eendevlees 292, kippevlees 293. Vlees: algemeen 220, gebraden 291, lamsvlees 289, rundsvlees: algemeen 290, de lever 294, de poten 296, de tong 298, varkensvlees 288. Andere:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
EpilepsieOm dit ‘quat euel’ te genezen worden verscheidene recepten met dierlijke ingrediënten aanbevolen: het hart van een ooievaar koken en dit eten of sap ervan drinken (138, 415, 925), het pulver van het hart van drie zwaluwen drinken (57) of ‘aqua yrundina’ (724); een ‘mertscen haen’ met wat was verbranden en dit pulver met drank innemen (929) of een ‘molworm’ tot as verbranden en dit pulver eten (1209). Men kan eveneens de gal van een hond gemengd met was in de mond gieten of het hart koken en dit opeten (926). Recepten met plantaardige ingrediënten zijn: sap van purperen viooltjes drinken (233), sap van castorie en van wijnruit (248), of het eerstgenoemde alleen (476), de rook van gebrand ‘senep’ opsnuiven (315, 928) alleen (476), de rook van gebrand ‘senep’ opsnuiven (315, 928), sap van wijnruit met pulver van gentiaan drinken (387), sap van ‘gariofilate’, ‘papencruut’, reinvaan en bijvoet (403), ‘aqua | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 49]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
philosophorum’ met sap van zes kruiden gemengd (454, 670), of dit water alleen veertig dagen lang drinken (775), ‘aqua cicute’ drinken (739), moes van geplette ‘hoelwoertel’ met azijn erop leggen (924) of ‘vnguentum aragon’ (1144). Om te weten of iemand de vallende ziekte heeft, zal men hem laten rieken aan ‘boxhorn’: heeft hij de kwaal, hij valt terstond op de grond (927). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
FijtOp deze pijnlijke uitwas aan de vingers - een beschrijving ervan wordt gegeven in 958 - kan men een pleister leggen van preisap gemengd met tarwebloem en honig (209), of men geve ‘aqua draguntee serpentine’ te drinken (755). Tweemaal per dag zal men er gestampte ‘cop van den vlieder’ op leggen. Trekt de fijt hoofdwaarts dan legt men er een pleister op van apie gemengd met tarwebloem, vrouwenmelk en honig. Is er ‘dooet wleysch’ in, dan legge men er ‘calmi’ op, groene vlier of wit van prei (958). Ook een pleister van tarwemeel, honig en vrouwenmelk alleen heet efficiënt te zijn (959). Tegen ‘den fic’ in de aars wordt aanbevolen ‘materne’ te koken en de damp op de uitwas te richten (116). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
FistelOm te weten of een fistel geneesbaar is, legt men er een linnen doekje op, daarna wast men het en als het weer wit wordt, is hij geneesbaar (82, 960). Om de fistel te genezen kan men wassen met urine en zout gemengd (83), inwrijven met sap van agrimonie en dit kruid erop leggen (153), er een pleister op leggen van pluksel gedrenkt in ‘aqua philosophorum’ (456), wassen met water gedistilleerd uit ‘oleum benedicti’, arsenicum, ongebluste kalk en euforbium (678), met een aftreksel van wijndroesem en komijn (709), ofwel met ‘aqua celidonie’ (734). Men kan er eveneens as van een bliek gemengd met sap van ‘auenthore’ in gieten en het sap drinken (952), er een pleister op leggen van sap van ‘lantse’, lelies, eiwit en roggebloem (953), of van schors van ‘opotare’ gekookt in wijn (954). Tegen de grote fistel wordt volgend ingewikkeld recept aanbevolen: eerst legt men er een pleister op van sap van ‘rypwort’, eiwit en roggemeel, met erboven ‘malublader’. Daarna wassen met lauw water en er een zalf op smeren van vijftien verschillende ingrediënten. Alle drie dagen doet men pulver van wit glas erin en geeft men een drankje te drinken gemaakt van ‘auantse’ en ‘woertel molleyne’ (955). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 50]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een zalf voor fistels wordt bereid op basis van ‘hemse’, ‘confilie’, ‘fynagreye’, lijnzaad en varkensvet (956). Een drankje voor fistels is als volgt samengesteld: sap van mede, hennepzaad, rode kool, reinvaan, viooltjes, scheuten van witte meidoorn, confilie, garwe, netels en honing samen gekookt (957). Een pleister van samengeplette look, bonen en ‘atrament’ is eveneens aan te bevelen (1180). Enkele andere pleisters, zalven en drankjes zijn er ook goed voor: de ‘Gracia dei maiora’ (1147), de ‘Gracia dei media’ (1148), het ‘vnguentum crode dictum’ (1153), de pleister van Jerusalem (1150), een pleister ‘Apostolicum 4or magistrorum cirurgicum’ (1155) en het ‘electuarium rogerij et rolandi’ (1163). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
FlerecijnMen kan bargspek bakken en het vet met witte wijn mengen en dit op de pijnlijke plaats leggen (154). Het drinken van ‘sperma sponse solis’ (479) is er ook goed voor, evenals het drinken van de volgende waters: ‘aqua geneste’ (679), ‘aqua palme christi’ (721), ‘aqua yrundina’ (724), ‘aqua lazida’ (725), ‘aqua tormentille’ (729), ‘aqua sauine’ (751), of ‘aqua eupatorij’ (761). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GeelzuchtTegen deze ziekte wordt aanbevolen een aftreksel te drinken van ‘herst tonghen’, cichorei, andijvie, rozen en viooltjes (177), sap van ‘morobie’ in de neusgaten te gieten (269, 1057), sap van betonie met lauw water te drinken (351), moes van look en koriander te eten (364), ‘aqua saluia’ (477), ‘balsania’ (493), ‘aqua eufrasie’ (684), ‘aqua camomille’ (686), ‘aqua cycorie’ (693), ‘aqua solatri’ (689), ‘aqua calamenti’ (701), ‘aqua endiiuie’ (717, 771), ‘aqua matricarie’ (737), ‘aqua absynthij’ (767), of negen dagen op de nuchtere maag ‘aqua philosophorum’ (775) te drinken. Men zal de zieke ook op een hete steen doen zitten waarop urine van een kind gegoten werd en hem daarna ‘radic’ te eten geven en het onder de oksels van de zieke steken en zijn lichaam ermee inwrijven (1058). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 51]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
men erop en men geve het sap van ‘tremorse’ te drinken en bette de ‘vede’ daarmee (30). Men kan er ook wijnsteen, verbrand zout, ‘hagelblade’-sap, weegbreesap en varkensvet (227) op smeren, er een pleister op leggen van gekookt hennepzaad of zaad van ‘roeder netelen’, betonie en roggemeel (432), wassen met sap van saliebladeren gekookt in wijn (435), insmeren met zoete room (451), er pulver van noten, aloë en mirre op strooien (581) of het minder ‘violente’ pulver van ‘hermodactili’, ronde aristolochia en ‘flos eris’ (582); ‘aqua tormentille’ doen drinken (729), wassen met ‘aqua scabiose’ en dit water drinken (731), een mengsel van lijnzaad en vrouwenmelk erop smeren (962), er een pleister op leggen van ‘wenigreec’ en lijnzaad en, als er gaten in komen, eiwit erop leggen en nadien wassen met verse melk (1008). Op een gezwollen penis kan men ook sap van alsem, ‘papelen’, ‘ywys’, ‘bellen cruyt’, bijvoetzaad en koolzaad met honig gekookt leggen, er as van vermolmd eikehout op strooien (1009) of er zalf van wijnruit, weegbree en varkensvet op smeren (1201). Op een gezwel in de ‘cullen’ legt men gekookte ‘kempbast’ en zuivert het met olie van ‘beelden’ (204) of een pleister van ‘bidellium’, gemengd met hars, wijn en bolus (205). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GezwellenDe volgende waters worden voor het genezen van gezwellen aanbevolen: ‘aqua sigillum beate marie’ (674), ‘aqua prassii vel marubij’ (675), ‘aqua abrotani’ (676), ‘aqua pentafilon’ (677), ‘aqua dessicatiua’ (691), ‘aqua spargi vel pedis columbini’ (692), ‘aqua camfer’ (695), ‘aqua vue passe’ (697), ‘aqua lappacij acuti’ (698), ‘aqua dauci’ (706), ‘aqua palme christi’ (721), ‘aqua tormentille’ (729), ‘aqua scabiose’ (731), ‘aqua benedicta vel gariofilata’ (733), ‘aqua centauree’ (756), ‘aqua samaria’ (764), ‘aqua acetosa’ (765), ‘aqua amantilli’ (766), het ‘electuarium rogerij et rolandi’ (1163). Als pleister en zalven worden de volgende vermeld: gort, lijnzaad met uien en schapevet gemengd (101), komijn gebakken in boter (152, 449), moes van viooltjes met azijn (320), bladeren van ‘bille’ met gerstemeel en water gekookt (371), prei met wijn of water gekookt en vermengd met varkensvet (402), gestampte weegbree en zout (439), een pleister van ‘aqua atriplicis’ (685), van ‘aqua tamarisci vel yuorie’ (690), van ‘aqua verbene’ (745), van ‘aqua iacea nigra’ (754), van ‘aqua feniculi’ (768), ‘vngentum agrippa’ (797), een pleister van gerstemeel gekookt in azijn (940), of hetzelfde samen met ‘spunne van eenen knapeline kinde’ (141), een pleister van as van zout en eieren samen gekookt (942), van sap van ‘malue’ gemengd | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 52]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
met boter (947), van mos van sleedoorn, ‘hieke van lynssaet’ en zout (948), van bokkevet, was en wierook samen gesmolten (949), van een ‘bullende dingh’ met honig (963), een mengsel van ongebluste kalk en zeep (335, 967), tarwebloem, hars, was, pik en schapevet samen gesmolten (986), het ‘emplastrum Gracia dei maiora’ (1147), ‘media’ (1148), ‘minor’ (1149), het ‘vnguentum crode dictum’ (1153), het pleister van Jeruzalem (1150), een treit genoemd naar Rasis almansorum (1151), het ‘Apostolicum rogerij et rolandi’ (1156), een treit op basis van hars, was, wierook, schapevet, bokkevet en terpentijn (1158), gedroogde salie, ‘kotelen’ van een bok, zout en eierdooier (1181), een ‘maturatiuum’ op basis van tien ingrediënten (1191), een ‘maturativum rolandi’ (1192), ‘aliud maturativum hugonis et theodrici’ (1193) of het ‘diaquillon maturativum’ (1194). Een bijzondere plaats wordt ingenomen door de aanbeveling om als geneesmiddel tegen ‘warende’ uit het huis te gaan door ‘dy doere des oestens’, te urineren op ‘mucwoertel’ en dit negen dagen te herhalen: de laatste dag vergaan plant en ‘warende’ (964). Tegen de ‘coeke’ wordt aanbevolen 's morgens en 's avonds een mengsel te drinken van wortels van mede, negen wortels van weegbree, een handvol alsem, ‘garofilate’ en witte munt (44). Ook kan men in maart een ‘oximel’ drinken van honig, azijn, venkelwortels en wortels van ‘perssine’ en van ‘merradice’ (81) of ‘preiloock’ koken met verse boter en dit er warm op leggen (1035). Op ‘swaerten blomme’ legt men een eierdooier samen met zout geplet (1063). Zie ook zweren. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HaarOm te ontharen legt men op de plaats een pleister van ‘orpriment’ en levende kalk; men laat drogen en wast dan met warm water. Als men daarop de bewuste plaats insmeert met ‘beelde sade’, groeit het haar nooit meer weer (22, 568). Ook insmeren met ‘aqua yrundina’ is er goed toe (724). Om bij kaalhoofdigheid nieuw haar te doen groeien legt men op de schedel moes van agrimonie met geitemelk of een afkooksel van wilgebladeren (140), wrijft men er agrimonie met geitemelk op (427), of as van een niet genoemd kruid gemengd met wijn (811). Haaruitval stopt men door het hoofd te zalven met olie van gagel (384). Men kan ook het hoofd insmeren met een afkooksel van grote consoude, meiboter en zwavelpoeder (569) of ‘aqua petralis’ drinken (723). Om het haar te verven wast men het eerst met aluinwater en smeert | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 53]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het dan in met ganze- of kippevet (570); wil men het zwart maken dan wast men het met loog van as van ‘coel stoecken’ of wijngaardranken, waarna men het wast met een aftreksel van ijzerschilfers (of noten), agrimoniewortels en aluin (571). Wil men het blond verven, dan smeert men het in met een afkooksel van komijn, schavelingen van ‘boesbomen’, saffraan en olie, waarna men het haar wast met loog van as van gerstestro, kaf of koolstokwortels (572). Wil men het haar als gouddraad maken, dan smeert men het in met het afkooksel van olie, ‘cyprus’ en ‘alcana’ (573). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HandDropige handen wast men met ‘wit blanket’ (87), of met sap van wortel van ‘roder pardeken’ en ‘witter lodoken’ en room (155). Wratten zal men insmeren met rode slakken in zout gelegd (167). Gezwollen handen geneest men door er meel, bargvet en azijn samen gekookt op te leggen (1022), en ‘rudige’ handen door ze te wassen met bonen- en alsemsap (1023). Als men ‘sueren’ heeft wasse men de handen met muntsap (1073) en op ‘vinnen’ op de vingers, legge men een pleister van stengels van ‘wichoren’ met azijn (1074). Zie ook ledematen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HartTegen ‘alle ziechede vander herten’ drinke men ‘polioen’ met wijn en honig (107). ‘Aqua matricarie’ neemt ‘dwallinghe’ van het hart weg (737) en dit doet ook ‘aqua beuenelle’ (743). Als het hart pijn doet gebruike men ‘aqua benedicta vel gariofilata’ (733) of men ete op de nuchtere maag polei en pulver van ‘polioen’ gemengd met geweekt brood (909). Wil men het hart verblijden dan heeft men de keuze uit acht kruiden die daartoe goed zijn (399); wil men het versterken dan drinke men ‘aqua ysopy’ (749) en om het te verlichten ‘vater peteralis’ (774). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 54]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HersenenTegen ‘quade’ hersenen is ‘senep’ eten goed (312) of ‘aqua camomille’ drinken (686). Wierookdamp versterkt het geheugen en is goed voor de hersenen (379). Tegen ‘verwoede’ hersenen zal men de zieke wassen in een donkere plaats, hem het haar afscheren en het hoofd wassen met azijn (392); men kan ook het hoofd met rozenolie zalven, bloed laten en pulver van kamfer in de neus steken (393), of de handen en voeten wassen met een mengsel van azijn en zout (394). Goed voor het ‘hersen becken’ is sap van ‘clene broemsaet’ (201), en ‘aqua yrundina’ maakt goede hersenen (724). Om de hersenen te versterken drinke men ‘aqua matricarie’ (737) of giete men ‘aqua rosarum’ in de neus (780). Tot het verlichten van de hersenen wordt ‘aqua benedicta vel gariofilata’ aanbevolen (733). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HoestenTegen de hoest zal men de voeten wassen met warm water, ze inwrijven met zout en dan de zieke in zijn bed dragen, ‘dat sine voeten ter erden niet commen’ (99), pulver van alantwortels eten (236, 876), een ‘tisanum’ van weit drinken (262), gekookte groene bonen eten (272), zaad van ‘witte mancop’ gemengd met honig en suiker (277), het afkooksel drinken van look met melk (361), zaad van gagel eten (386), in erge gevallen bloed laten en daarna de borst zalven met viooltjesolie en warmoes van ‘pople’ en vet te eten geven (395), gerstkorrels koken en dit sap drinken (396), ‘aqua consumatiua’ met suiker drinken (727), mirre en lavaswortels met wijn gemengd (872), of sap van ‘beuenelle’ met azijn koken en het voorhoofd hiermee wassen (873), ‘zanic’ koken met wijn en dit drinken (874), of het afkooksel van ‘ysenbraue’, hyssop en polei met wijn gemengd (875). Tegen de ‘corten hoest’ legt men gepulverde mirre onder de tong (877). Voor kinkhoest geeft men ‘aqua saluia’ met ‘castorien’ gekookt te drinken (714), of zonder ‘castorie’ (769). Zie ook borst. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 55]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en voeten in met azijn en zout en men blaze gepulverde ‘scamponie’ in de neus (391). Als men gebrand zout in een zakje op de hals legt en de neus dichtknijpt wordt het hoofd daardoor ontstopt (1091). Goed ‘ten hoefde’ is eveneens dit lichaamsdeel wassen met een afkooksel van gagelbladeren (385). Draaiing en ‘zwimmelinghe’ van het hoofd geneest men met er een pleister van celidonie, weegbree en azijn op te leggen (118), met het te wassen met as van alsem gekookt in water (143), of door nuchter te gorgelen met rozenwater, honig en water gemengd (807). Zweren op het hoofd kan men insmeren met zalf van was, hars, schapevet, olijfolie, salie en eventueel wat nachtschade (950); ‘scorfde’ hoofden smeert men in met ‘aqua dealbatium’ gemengd met was en aloë (471); men wast ze met ‘vater peteralis’ (774), of men legt er een pleister op van hars en roggemeel, doet ze dan af en smeert het hoofd in met honig (811). Tegen een ziekte die ‘quade hoefde’ genoemd wordt, beveelt men een zalf van zes kruiden en honig aan (1), of een zalf van ‘selidonie’, ‘adic’ en wilgeschors (2), of een pleister van esbladeren en azijn (3), van populierbladeren gekookt in urine (4), of van oud schapevet, harpuis, smeerwortel, olijfolie en meiboter (809). Een gezwollen hoofd geneest men met er polei, ‘sanctori centori’ gekookt in wijn op te leggen en het sap van ‘tremors’ te drinken (810); een been in 't hoofd geneest met een aftreksel van ‘gheinste’ met wijn te drinken (124); op een buil op het hoofd moet men moes van lavas en eppe binden (1175). Zie ook hoofdpijn en hoofdwonde. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HoofdpijnOp de hals, de slaap en de hersenen kan men een soort munt of ‘witte rochine’ leggen, gemengd met azijn; het sap ervan drinken is nog beter (25). Men kan ook het hoofd insmeren met sap ‘der meester veenckelen’, zout en azijn, of wat groene munt en azijn (133 en 808), of het wassen met sap van ‘saueboem’ en het moes ervan op voorhoofd en slapen binden (246 en 805). Een probaat middel is viooltjes in de hand houden, een hoed ervan dragen (319) of het hoofd zalven met olie van viooltjes (324). Ook een hoed van verbena helpt (337), evenals het voorhoofd en de slapen insmeren met rozenolie (359). Verscheidene waters nemen deze pijn eveneens weg: ‘aqua edere terrestris’ (705), ‘aqua yrundina’ (724), ‘aqua lazida’ (725), ‘aqua paralisis vel primule veris’ (728), ‘aqua betonice’ (736) en ‘aqua verbene’ (745). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 56]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het voorhoofd en de slaap kan men ook insmeren met ‘aqua melliloti’ (735), de borst met ‘aqua enule campane’ (758), het hoofd zal men wassen met een afkooksel van ‘ambrosiaen’ (802), of men zal er moes van scharlei en zout opleggen en dan wassen met azijn (803). Ten slotte kan men er ook sap van hyssop, wijnruit, alsem, ‘ingron’, ‘adech’ met wat boomolie, honig, reigervet, ganzevet en meiboter op smeren (806). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HoofdwondeOp hoofdwonden kan men elke drie dagen een pleister leggen van moes van betonie (120 en 407), of men drinke moes van viooltjes met wijn en een deel ervan binde men onder de linkervoet als de zieke aan de rechterzijde gewond is, of omgekeerd (326). Verder worden aanbevolen het pleister van Jeruzalem (1150), een treit genoemd naar Rasis almansorum (1151), een electuarium Ancelmi de genuen (1162), het pleister van magister Petrus Saracenus van Jeruzalem (1171), of een pleister van weegbree, eppe, betonie, was, hars en terpentijn (1185). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
HuidHet gebruik van gestoten ‘persyn’ wordt aanbevolen om de huid te zuiveren (187), evenals ‘aqua fabarum’ (782), water bereid uit ‘flammula’, ‘hasta regia’, ‘muscata regia’ en ‘eufrasia’ (783) of pulver van gedroogde leliewortels gemengd met rozenwater (1077). Huidziekten geneest men met wortels van ‘pople’ gekookt in urine en zout (370), met ‘aqua enule campane’ (758), roggebrood geweekt in water (1041) of een zalf op basis van ‘roder pardicke’ ‘enula campana’, varkensvet en pik (1146). Op de gekwetste huid legt men gedroogde en gepulverde bonenbloesems, tarwebloem en honig (990). Tegen ‘lazarie’ zijn goed: driemaal per dag een mengsel van galigaan, peper ‘alexandrie’, ‘castonie’ en honig eten en brandewijn drinken (176), goudvijlsel eten (307), ‘candida’ eten samen met kwikzilver, ‘ghesleghen gout’, parels en rabarber (487), ‘aqua calamenti’ (701) of ‘aqua metalli’ (712) gebruiken. Voor erisipula wordt aangeraden ‘aqua iacea nigra’ te drinken (754) en voor ‘leprositatem’ is ‘aqua blania’ goed (713). Tegen ‘morpheam’ zijn ‘aqua silicis’ (703, 748) en ‘aqua fraxini’ (741) goed, en tegen ‘tseter’ een zalf van ‘smout van glase aluun’, kwikzilver en meiboter (18), ‘aqua lappacij acuti’ (698), ‘aqua ra- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 57]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
phani’ (699), een ei gerot in azijn (966) of een zalf van wortels van ‘persicken’, wijn en honig (1188). Het heilig vuur of erisipula geneest men door er sap van weegbree en het kruid of een mengsel van kaas en honig op te leggen (130) of door er ongebluste kalk op te leggen dat een opening maakt waarlangs ‘tquat’ naar buiten komt (168). Zie ook aangezicht, jeuk, rudicheit, schoonheidsmiddelen en schurft. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
JeukDe geneesmiddelen tegen jeuk zijn: een zalf gemaakt van ‘roeden docken’, olie, azijn en spaans wit (11), van ‘nitrum’, azijn en zeep, samen gekookt (12), of van kwikzilver en ‘oly van baeye’ (226). Ook ‘aqua dealbatica’ is er goed voor (726), evenals wassen met mansurine (1086) of insmeren met vet van een jonge ooievaar (333, 1087). Zie ook huid en ‘rudicheit’. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
JichtTegen deze ziekte wordt aanbevolen sap te drinken van venkel, eppe, ‘merradic’, ‘persyn’, de wortels van ‘roede docken’, ‘wlle docken’ en lavas (48), het sap van ‘malrouie’ (49), een afkooksel van ‘castorie’, salie en wijnruit (250, 251), ‘aqua philosophorum’ (454, 775) of dit water gemengd met ‘castorien’ (455), tweemaal daags ‘aqua petralis’ eveneens met ‘castorien’ gemengd (466) of dit laatste alleen (476). Men kan er ook wijndroesem of een hete steen op leggen (586), ‘aqua abrotani’ gekookt met ‘castorien’ (676), ‘aqua edere terrestris’ (705), ‘water alleyn wan self’ (715) ‘aqua yrundina’ (724), ‘aqua beuenelle’ (743) of ‘aqua sambuci’ gekookt met ‘castorie’ (757) of sap van lavaswortels met wijn en water gemengd drinken (1028). Aanbeveling verdient het ook jongensurine samen met salie en eppe te koken en hiermee te wassen (1042), vrouwenspeeksel, honig en een ei te eten (1043), een afkooksel van brioniewortels, venkel, peterselie | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 58]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en zaad van dille te gebruiken (1044) of het afkooksel van wedewinde, reinvaan, alsem, vlier, netels, ‘boom loof’ en ‘zauelboem’ (1046) of van betonie en bevergeil (1047). Pleisters en zalven: een pleister van ‘aqua ebuli’ (718), een zalf van netels, was, salie, wilde munt en boomolie (1045), vet van ganzen, kippen en varkens, ‘bibe’, ‘sauelboem’ en mirre samen gemengd (1054), het ‘vnguentum aragon’ (1144) en het ‘vnguentum marciaton’ (1145). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kanker en kwade gatenPulver van gedroogde ‘cocuux loec’ eet het kwaadaardige vlees weg (27). Ook ‘aqua dessicatiua’ (691) en ‘aqua corrosiua’ (747) zijn daartoe goed. Op kanker kan men ook pulver van ‘water pollioen’ (28), as van wedewinde (29), of ‘bloeme van alune’ (31) strooien, er een pleister van netelen en zout op leggen (418, 961) of een pleister van ‘werke’ gedrenkt in ‘aqua dulcedinis oculorum’ (462, 722). Ook verscheidene waters zijn er goed voor: ‘aqua dauci’ (706), of een afkooksel van agrimonie en rode kool (1186). Aanbeveling verdient eveneens op de kanker een pleister te leggen van ‘aqua osmunda’ (744), van gekookte wilde ‘rape crut en malve’ (969), of een zalf van pitten van wilde hazelnoten en honig (970) of een ‘vnguentum rogerij et rolandi’ (1120). Men kan ook een welp doden, de kop en de staart er af snijden, de rest tot as verbranden en deze erop strooien (968). Op kwade gaten als kanker, fistel en ‘mormael’ legt men as van bonen of prei en het ‘fette dat vlotet vp dwater’ (26), pulver van schors van ‘bongi’ (31), een pleister van ‘aqua brionie’ (687), een zalf gemaakt van huislook, weegbree, hondsribbe, garwe, madeliefjes, viooltjes, ‘papen cruyt’, boter, wierook en bargvet samen gesmolten (1061), of van ‘savelboem’, venkelwortels, kwikzilver, kruisboter, vet, zwavel en hars (1062). Men kan de gaten ook wassen met ‘aqua calamenti’ als ze open zijn; zijn ze gesloten, dan drinke men dit water (701). Ook ‘aqua agrimonie’ (746) of ‘aqua aneti’ (750) drinken, wordt aangeraden. Op ‘sente loys evel’ legt men een pleister van ‘oriuael’ met bargvet (150). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
KeelTegen heesheid wordt als remedie opgegeven het afkooksel van ‘vennecols woertelen’ te drinken (819). Pijn in de keel neemt men weg | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 59]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
door saliesap en ‘wenencoel’ met wijn gemengd te drinken (820) en een gezwollen keel geneest men door er natuurlijke wol gekookt met wijn op te leggen en sap van ‘tremors’ te drinken (821). Tegen ‘squinancie’ geeft men ‘aqua brionie’ te drinken (687), of ‘aqua iacea nigra’ (754), en tegen gezwellen aan de keel houde men geplette notenbolsters gekookt met honig in de mond (941). Tegen een ontstoken huig gorgelt men met netelsap (1094). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
KeukenreceptenOm groene gember te bereiden worden enkele enigszins verschillende recepten gegeven: men kan loog maken van wijnranken en bonenstro en de gember erin leggen (577), of de geschilde gember in een loog van wijnranken alleen leggen, de loog elke dag vernieuwen en nadien de gember wassen met wijn of rozenwater en koken met honig en suiker (638), of op nog verscheidene andere manieren (651). Om ‘dalen’ of gember te ‘sulten’ snijdt men hem indrukken, voegt nootmuskaat en kruidnagel toe en kookt met suiker (655). Rode ‘rusen’ verkrijgt men door suiker en saffraan samen te koken en gemberpulver toe te voegen (578). Om ‘ruysen’ te maken kookt men suiker samen met water, doet er poeder in en giet het in vormen (660). Men konfijt noten door ze onrijp in water te weken, ze dan te koken, te drogen, ze op te vullen met gember- en kaneelpoeder en ze te koken met honig en opnieuw te drogen (639). Kweeperen of -appels kan men ‘sulten’ op dezelfde manier als gember (651, 652). Voor sinaasappelschillen gaat men als volgt te werk: negen dagen laat men ze liggen of koken in ‘die eerste zeep sieders loghe’, waarna men het water uitperst (653). Kersen ‘cruyt’ maakt men door geplette kersen met honig te koken tot het dik wordt, eventueel kaneel of gember toevoegen (640); ‘krame cruit’ bestaat uit komijn, kaneel, muskaatnoot en saffraan samen gepulverd (645), ‘borstcruyt’ bestaat uit ‘lackrys’, anijs, komijn, kaneel, venkelzaad en ‘greyn’ samen gepulverd (646), ‘queden cruyt’ uit gekookte kweeappelen en honig, al dan niet gemengd met suiker (649). Drie verschillende soorten ‘spys poer’ worden beschreven: gedroogd en gepulverd ‘floers’, gemengd met kruidnagel en saffraan (642), een mengsel van gember, ‘greyn’ ‘floers’ en korianderzaad (643), of dezelfde ingrediënten als in het vorige recept met toevoeging van saffraan en ‘bakeler’ (644). Als kruiden om in peperkoek te doen komen de volgende in aanmerking: peper, ‘gerpeloer’, gember, ‘floers’ en ‘bakeler’ (647). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 60]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kompost op de Brugse manier bevat de volgende ingrediënten: honig, bier, roggebloem, mosterd, gember, kruidnagel, kompostpoeder (waarvan de samenstelling gegeven wordt) en de fruitsoort die men wil (650). Vlaamse ‘compost’ is vertegenwoordigd met een ingewikkeld en een eenvoudiger recept: men kan honig, bier en roggebloem samen koken, dan mosterd en kompostpoeder en ‘freut’ toevoegen. Dit laatste wordt bereid uit ‘carotel woertelen’ of ‘radijs woertelen’ gekookt met honig (662). Een andere bereiding bestaat uit kweeappels of -peren te koken met honig of met bier, roggebloem en mosterd (663). ‘Diamoron’ of moerbessengelei maakt men door deze bessen met honig te koken (654); rozenhonig door honig en bladeren van rode rozen te koken met water (656) en rozensuiker door witte of rode rozen te pletten, witte suiker toe te voegen en in de zon te laten staan, iedere dag eens omroerend (657). Suikererwten of ‘coriander confect’ bereidt men door suiker te koken, koriander toe te voegen en in poedersuiker te wentelen (658). Koriander of komijnzaad laat men drie dagen weken in wijnazijn en daarna laat men het drogen (659). Om klareitwijn te maken hangt men in de wijn een zakje waarin kaneel, gember, kruidnagel, galigaan, ‘greyn de paradijs’, saffraan, muskaatnoot, ‘yris’ en suiker gestopt werden (664), of gember, kruidnagel, ‘galage’, peper en honig (665). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
KoortsTegen koorts in het algemeen wordt aanbevolen zich in te smeren met sap van bijvoet, gemengd met ‘olijen rosaet’ (66), ‘rubera’ gemengd met aloë en ‘oly van bayen’ te eten (488), nuchter ‘balsania’ te drinken (493), ‘aqua portulace’ (672), ‘aqua brionie’ (687), ‘aqua cycorie’ (693), ‘aqua calamenti’ als de koorts voortkomt uit melancholie (701), ‘aqua lazida’ (725), veertig dagen lang ‘aqua tormentille’ drinken (729), ‘aqua betonice’ (736), ‘aqua centauree’ (756), ‘aqua eupatorij’ (761), ‘aqua acetosa’ (765), ‘aqua philosophorum’ (775), sap van lavaswortels gemengd met wijn en water (1028), een mengsel van sap van ‘radech’ en bargvet (1034), drie geplette aardwormen samen met ‘heidenetel’ en wijn eten (1036), sap van ‘maters’ gemengd met wijn (1037), een ui eten met zout (1038), afkooksel van betonie, oude wijn, ‘sauelbloem’ en ‘maensaet’ negen dagen nuchter drinken (1072), of een mengsel van salie, weegbree, peper en theriak drinken (1096). Tegen de ‘cotidiane’ of dagelijkse koorts drinkt men het sap van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 61]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
venkel, eppe, ‘merradic’, ‘persyn’ en de wortels van ‘roede docken’, ‘wlle docken’ en lavas (48), het sap van twee delen weegbree en een deel betonie (349), ‘aqua endiiuie’ (717, 771), ‘aqua yrundina’ met hyssop (724), en ‘aqua bedigora’ (762). Tegen ‘anderen dach corts’ drinke men ‘aqua sambuci’ (757). Voor de ‘quartein’ of ‘vierden dach corts’ drinke men sap van ‘dreesene’, garwe en ‘cruce wiet’ (47), sap van wijnruit (183) of ‘aqua titimallorum’ (704). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
KwetsuurOp een ‘quetsinghe sonder wonde’ legt men een pleister van wit was en schapevet gedurende negen dagen (76), men neme de blaas van een beer en hangt die een half jaar in de rook van het haardvuur (86), smeert er de gal op van een stier ‘die ghereden heeft’ (102), drinkt ‘aqua consolida maioris’ tweemaal per dag (673), ‘aqua rosarum’ (780), een afkooksel van ‘beuenelle’ ‘pepernelle’, bertram, peterselie, latuw, valeriaan, confelie, ‘consouden’, hennepzaad en mede (989), sap van confelie en bladeren van pruimebomen gekookt met wijn (991), sap van nachtschade, eppe, ‘seuelen’, ‘gariofilaet’ en viooltjes, gemengd met bargvet en was (992), een mengsel van wijnruit, zout en honig (994) of gepelde bonen, gekookte ‘hems wortelen’ met tarwezemelen en wijn (1176). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
LedematenOp uitvallende nagels legt men een papje van verpulverde tarwe en | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 62]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eiwit (69). Om handen en voeten schoon te maken wasse men ze met een heet afkooksel van bijvoet, ‘dreseme’, lavas, ‘senecte’ en ‘libaerts voet’ (213). Handen en voeten die pijn doen wasse men tien of twaalf keer per dag met sap van nachtschade (1021). Doornen in voeten of handen: men legge er heet ‘wit pec’ op, of, bij gebrek hieraan, ook honde- of kattevet (216), of men legge er een pleister op van wilgewortels gebraden in as met oud varkensvet en drek en daarna gemalen (788). Op gebroken ledematen legt men het ‘vnguentum ad corporis (sic) vetus’ (799), een zalf bereid uit was, terpentijn, lijnzaad, ‘fenigrieke’, wierook en mastik (800), een pleister van meel, mastik, Arabische gom, bolus, met eiwit en honig gemengd (801), of van terpentijn gekookt in wijn, met toevoeging van schapevet (984). Ook het ‘emplastrum januensis ancelmi de genuen’ is er goed voor (1152). Voor gekneusde ledematen kan men een electuarium op basis van zeven kruiden drinken (1170). Gezwollen ledematen heelt men door er een pleister van moes van viooltjes en azijn op te leggen (943) of door er gestampte netels op te leggen en daarna een pleister van was, komijn, wierook, schapevet en olijfolie (944). Verzwerende gekwetste ledematen geneest men door er sap van ‘alzen’, pulver van komijn en honig samen gemengd op te leggen (993). Op kwade ‘scenen’ legt men een pleister van tarwemeel en sap van ‘bille’ (265). Tegen ‘polesyn’, verlamming, geeft men sap van venkel, eppe, ‘merradic’, ‘persyn’ en de wortels van ‘roede docken’, ‘wlle docken’ en lavas te drinken (48). Zie ook breuken, hand, hoofd en voet. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
LendenenOp ‘sere lenden’ legt men een afkooksel van alantbladeren (234, 235, 444), geeft ‘marobie’ te eten (318) of gekookte look (363), zalft men met aloë, boomolie, wijn en was samen gekookt (382), geeft men ‘aqua paralisis vel primule veris’ te drinken (728), of ‘aqua matricarie’ (737), of men smeert er ‘vnguentum aragon’ op (1144). Tegen steken in de zijde drinke men ‘aqua ebuli’ (718). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 63]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
LeverEen verhitte lever geneest men door cichorei met ‘weye’ te drinken of de bessen van nachtschade (151), of ‘aqua eufrasie’ (684) te gebruiken. Heilzaam voor de lever is betoniesap (348, 440) en ‘aqua benedicta vel gariofilata’ (732, 733). Tegen leverpijnen kan men volgende waters drinken: ‘aqua camomille’ (686), ‘aqua cycorie’ (693), ‘aqua eupatorij’ (761) of scharleisap met azijn gemengd (912). Om de lever te ontstoppen drinkt men ‘aqua titimallorum’ (704) of ‘aqua absynthij’ (767). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
LongenTegen ‘vercoude longhene’ geeft men sap te drinken van venkel, eppe, ‘merradic’, ‘persyn’, en de wortels van ‘roede docken’, ‘wlle docken’ en lavas (48). Het sap van apium met honig (173) of het sap van venkel (174, 910) of een mengsel van boter en ‘marabien’ (911) zijn eveneens aan te bevelen. Tegen ‘iesschen’, kortademigheid, geve men sap van salie en azijn te drinken (117). Zie ook hoesten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MaagGoed voor de maag zijn de volgende middeltjes: sap drinken van betonie, agrimonie, ‘fufolul’, garwe ‘cetenodiam’, en nog drie andere kruiden (148), latuwzaad eten (149), mispelen eten (284), een aftreksel van ‘senip’-wortels in most drinken (313), pulver van betonie-bladeren eten (353), een mengsel van wijn en muskaatnootpulver drinken (380), ‘aqua endiiuie’ drinken (717), of pilletjes gemaakt van twaalf kruiden innemen (916). Tegen een overladen maag drinkt men sap van weegbree, zurkel en nachtschade (193), ‘aqua raphani’ (699), ‘aqua matricarie’ (737) of ‘aqua centauree’ (756). Een zalf van wijnruit, eppe, olie en boter en dit smeren tussen de navel en de borst is er ook goed voor (915), of de zoëven genoemde ingrediënten met toevoeging van dille (918), of een aftreksel van venkelwater en eppewortels in witte wijn nuchter drinken (919). Een ‘coude’ maag geneest men door zoete peren te eten (283), goudvijlsel (307) te eten, ‘aqua benedicta’ te drinken (732), een mengsel van was en brood te eten (913), of ‘aelment’ te eten en het sap ervan te drinken (914). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 64]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Middelen om de maag te versterken zijn: ‘aqua cycorie’ (693), ‘aqua tormentille’ (729), ‘aqua betonice’ (736), ‘aqua beuenelle’ (743), ‘aqua bedigora’ (762) of ‘aqua endiiuie’ (771). Om de maag te zuiveren worden vier waters aanbevolen: ‘aqua yrindina’ (724), ‘aqua lazida’ (725), ‘aqua ysopy’ (749) en ‘aqua absynthij’ (767). Rijpe appelen zijn goed voor wie een hete maag heeft (282); as van hertshoorn gemengd met lauwe melk nuchter gedronken helpt bij knaging van de maag (917) en witte ‘hoefden van poerloeck’, gemengd met varkensspek zijn goed voor een verharde maag (920). Zie ook spijsvertering. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MagieEen zegening voor iemand die voor het gerecht moet verschijnen (195) komt voor naast een magisch middel om betovering van melk te doen ophouden: men make een mengsel van gewijd zout, was van de paaskaars en wijwater. Dit stopt men in de gaatjes die in de koehorens geboord werden (627). De overige vier nummers die we hieronder aangeven, hebben betrekking op liefdemagie: om man en vrouw te verzoenen moet men ze ‘aqua amantille’ uit dezelfde kop te drinken geven (766); opdat een mens een ander lief zou hebben draagt hij op de borst het gedroogde ‘hoft van een hanebiter’ (1218); om een verliefde te doen krijgen wat hij verlangt, zal men op een woensdag het hart van een kikker nemen en dit met verbena onder de mis onder het altaar leggen (1219). Om een geliefde tot haar minnaar te doen komen, wordt de raad gegeven de kop van een ‘crage’ te verpulveren en dit in haar drank te mengen (1220). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
MiltGloeiende goudplaten of, bij gebrek daaraan, staalplaten in wijn geblust en deze wijn drinken is goed tegen pijnen in de milt. Goed is eveneens gestampte viooltjeswortels met azijn drinken of het moes erop binden (321). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 65]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
NeusNeusbloedingen zal men stelpen door er poeder van wijnruit in te blazen (123) of het sap erin te gieten (340), door onder de oksels een blauwe steen te steken (194), moes van betonie gemengd met zout, in de neusgaten te steken (345, 1143), of door eppesap te drinken gemengd met wijn (859). Wanneer iemand kanker in de neus heeft, zal men hem sap van kersen te drinken geven en pulver van betonie erin doen (112). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OogkwalenTegen oogkwalen in het algemeen worden de volgende middelen aanbevolen: er een papje op leggen van konijn, ‘aurpiment’ en ‘caelmie’ (137), een zalf van verpulverd ‘calemiin’, bargvet en ‘draken bloet’ erop smeren (207), viooltjeswortels met mirre en saffraan gestampt erop binden (322), sap van een eend, venkel, honig en gal van een haan erin druppelen (339), betten met het afkooksel van betoniewortels en 's avonds het moes op het voorhoofd vinden (342), negen dagen nuchter het sap van betonie en van ‘rude’ drinken (343), duivedrek gemengd met gerstemeel en azijn erop leggen (446), betten met ‘aqua dulcedinis oculorum’ (458, 722), ‘candida’ 's morgens erin druppelen (486), ‘aqua pulegij aquatiti’ drinken (683), betten met ‘aqua canfer’ (695) of ‘aqua rubrica’ (696), ‘aqua calamenti’ erin druppelen (701) of ‘aqua metalli’ (712), wassen met ‘aqua pimpenelle’ (720), negen ochtenden na elkaar nuchter ‘aqua tormentille’ drinken (729), ‘aqua melliloti’ drinken (735) of ‘aqua celidonie’ (734), er ‘aqua betonice’ indruppelen (736) of ‘aqua sanaria’ (764), of ‘aqua acetosa’ (765), ‘aqua feniculi’ drinken (768) of ‘aqua lazida’ (776). Ook ‘aqua vitis’ is er goed voor (779). Men | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 66]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kan er ook een zalf van eiwit, ‘rolege’, ‘venecoel’, alsem, wijnruit, ‘atriment’ en kamfer op leggen (849), en gelijke hoeveelheden ‘wijn gal’ en schelwortelsap gemengd in druppelen (837) of vrouwenmelk of ezelinnemelk met eiwit gemengd (838). Sap van agrimonie en eppezaad met wijn gedronken (839) of een afkooksel van schelwortelsap en ‘vencols sap’ kan men erin druppelen (840), of een mengsel van oude wijnruit, ‘lastech sap’ en honig (841). Ten slotte worden nog als probate middeltjes vermeld: het sap van wijnruit en merriemelk met vet gekookt erin druppelen (823), of het water waarin de zwarte celidoniasteen gewassen werd (1004), een water dat ‘collirium rogerij et rolandi’ heet (1137), en een ander dat aan Ancelmus en Theodoricus zijn naam ontleent (1138). Om het gezichtsvermogen te verbeteren drinke men ‘aqua matricarie’ (737), druppele men er ‘aqua abysnthij’ in (767) of gebruike men ‘synnyp’ (1098). Tranende ogen kan men aldus genezen: er sap van ‘wilder carden’ in druppelen en daarna insmeren met ganzevet (59), betonie eten (60, 344), een mengsel van gepulverde wierook en eiwit of vrouwenmelk erin doen (376), of ‘aqua eufrasie’ (781). Alle soorten ‘paerlen in doegen’ worden genezen door sap van venkel en vliermerg te koken en een pleister hiervan 's avonds warm op de ogen te leggen (32), of moes van netels en vlier te koken en dit erop te leggen (180). ‘Drope’ van de ogen geneest men met er een mengsel van ‘witten calmine’, wijndroesem en water samen gekookt, in te druppelen (80); ook ‘aqua vue passe’ is er goed voor (697). Donkere ogen klaart men door ze in te smeren met sap van wijnruit en meidauw (61, 852), door ‘aqua rute’ te gebruiken (763), door ze in te smeren met een afkooksel van venkelwortels getemperd met azijn (75), door er een aftreksel van gember in wijn (111), ‘aqua ysopy’ (749), of ‘aqua centauree’ (756) in te druppelen. Bloederige of gekwetste ogen geneest men door er gekookte eppe en betonie op te leggen (119), moes van agrimoniebladeren met eiwit (121) of een pleister van dezelfde plant samen met nachtschade (1179). Om de ogen te verkoelen wordt ‘aqua albarum rosarum’ (760) aanbevolen; ook gal van een gier of een haan, een afkooksel van wijnruit, agrimonie, ijzerhard en venkel, of sap van wijnruit en schelwortel gemengd met honig en gekookte eieren (846), moes van viooltjeswortels, mirre en saffraan (847) worden gebruikt met hetzelfde doel. Voor rode, tranende ogen: aluin, mastik en wijn erin druppelen (175) een zalf bereid uit munt, eidooier en eppe erop leggen (824), warm duivebloed erin druppelen (825), vrouwen- en tevemelk (826), | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 67]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
of een water genoemd naar Galienus en Ancelmus (1140). Voor vellen op de ogen raadt men het volgende aan: een mengsel van schapegal, palinggal en schelwortelsap erin druppelen (827), gebrande galmeisteen gemengd met wijn en as van ‘wort’ gemengd met azijn (828), of koperoxyde gekookt met de ‘water slang’ (829), of een ‘colirium Lanfranci’ op basis van sap van ‘achorus’, celidonie, steenzout, ‘os sepien’ en drek van ‘groenre haegdessen’ (1139). Tegen ‘twitte’ op de ogen: een pleister van venkelsap en verpulverde wierook (71), of sap van venkel en vliersap (850). Het ‘wit ende brune ende heerbrant’ wordt geheeld met een collirium ‘.x. magistrorum’ op basis van 17 ingrediënten (1141). Dropen en ‘orenelinge’ geneest men met een water van ingewikkelde samenstelling, ‘collirium per doctum magistrorum’ genoemd (1142). Gepulverd goudschuim druppelt men in ‘quade oghen’ (308), voor ‘lipende’ ogen is ‘aqua colliriorum Auicenna per totum’ goed (777); ‘aqua rosarum’ versterkt de ogen (780). Sap van wilde ‘karden’ met ongezouten ganzevet geneest ‘geloken’ ogen (851), sap van nachtschade is goed voor koude ogen (848). Een water gedistilleerd uit bloemen van doornstruiken en wilgebladeren heelt ‘scemdinge ende stecten’ (778), terwijl een aftreksel van aloë gemengd met azijn en ‘damastycks’ (844) of wijnruitsap, aloë, gal en azijn (845) oogpijn en ‘rode tranen’ genezen. Tegen ‘broken ogen’ is venkelsap met honig goed (836); ‘drinten’ geneest men ofwel met een pleister van roggebrood geweekt in azijn (842) of met cerusa, kwikzilver, Arabische gom en wierook gemengd met regenwater (843). Tegen vlekken worden vijf recepten gegeven: een mengsel van venkelwortel en schelwortel (830 en 832), gal van patrijzen en ‘balue balseme’ (831), een mengsel van peper, gember, munt en polioen (833), of van honig en geitemelk (834), of een pleister van agrimoniebladeren en eiwit (835). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
OrenTegen doofheid druppelt men vers kalfsvet in de oren (448) of men gebruike eerst een mengsel van sap van ‘weduwynden’ en boomolie dat men eerst in het niet aangetaste oor giet en 's anderendaags in het dove oor. Onmiddellijk daarna giete men sap van huislook in het dove oor (812). Ook sap van braambessen, aloë, ‘gundrauen’ en azijn vermengd met koemelk kan men erin druppelen (815), of hindevet, alsemsap en gal van een ‘bar’ (816). Oorpijnen geneest men met er sap van moerbeien gemengd met | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 68]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
rozenolie in te gieten (813), sap van reinvaan en rozebladeren (246, 814), of sap van wijnruit gemengd met palingvet (817). Bij ‘tutinghe’ van de oren, giet men er ‘aqua draguntee serpentine’ in (755). Wormen in de oren doodt men door er een mengsel van sap van bladeren van ‘bille’ in te druppelen (372), of sap van alsem (589) ‘aqua calamenti’ (701) of ‘centaurea’, alsem en moerbeisap (818). Goed voor de oren is er sap van ‘robie’ en rozenolie in te gieten (317), sap van witte munt met boomolie en daarna sap van huislook (334), of sap van betonie met rozenolie (356, 436, 441), of een afkooksel van pulver van wierook en wijn (375). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
PleistersEen groene pleister maakt men door hars, wierook, terpentijn en weeg-bree- en nachtschadesap samen te verwerken (200). De meeste pleisters worden met een Latijnse naam aangeduid, dikwijls met verwijzing naar de arts die ze gevonden heeft: ‘emplastrum galieni et auicenne’ (1118), ‘emplastrum Gracia dei’, de grote (1147), de middelste soort (1148) en de kleine (1149), het ‘Ierusalem emplastrum’ (1150), het ‘emplastrum januensis, ancelmi de genuen’ (1152), ‘emplastrum cirguricum Nicolai’ (1154), ‘emplastrum apostolicum 4or magistrorum cirurgicum’ (1155), ‘emplastrum magistri petri saraceni de iherusalem’ (1171), ‘emplastrum magistri petri neapolitani’ (1172) en het ‘emplastrum de genuen’ (1190). Om treit te maken neemt men moes van ‘brunelle’, weegbree, hondsribbe samen gekookt met varkensvet en maagdewas, waaraan dan gepulverde wierook wordt toegevoegd (214). Verder is er nog een treit van Rasis almansorum (1151) en een trekkende pleister op basis van ‘galbanum’, ‘cerapinum’, ‘aermoniacum’ en andere harssoorten (1197). Waspleisters: ‘Apostolicum rogerij et rolandi’ (1156), ‘aliud cyrone rogerij et rolandi’ (1157) en het ‘cyrone viridi colorem galieni’ (1159). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Rudicheit’Men kan de huid insmeren met ‘roede docken’ en daarna met olie | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 69]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van tarwe (5) of met het laatste alleen (267), zalven met wortel van ‘docken’ samen met ‘parten’ of ‘lauesschen’ samen gekookt en gemengd met verse room of boter (6), met gekookte schors van wilgen, meiboter, honig en kwikzilver (215), met meel van ‘dolke’ gemengd met zwavel (271). Men kan ook de huid wassen met ‘aqua petralis’ (464, 774), of met ‘aqua dealbatium’ gemengd met aloë (740). Men geve ‘sperma rute’ te drinken (482), zalve de huid met rubera in zwavel gekookt (491), met moes van esbladeren en azijn (1084) of met ‘lyntheamen’ gemengd met olie van tarwe (1085). Zie ook jeuk. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SchoonheidsmiddelenOm jong te schijnen zal men het aangezicht wassen met water van goudsbloem en madeliefjes (438), ‘candida’ nuchter drinken (484) of ‘aqua metalli’ (712). Om een ‘scone verwe’, mooie huidskleur, te hebben, drinke men nuchter ‘aqua petralis’ (465). Om de huid blank te maken wast men zich met ‘aqua dealbans homines’ (711) of met een afkooksel van venkelwortels (1089) en een grove huid strijkt men in met ‘aqua eufrasie’ (781). Vermageren kan men door gedurende lange tijd elke morgen koud water te drinken (39) of nuchter drie ‘soppen van gebradenen broede’ te eten, natgemaakt in azijn. Met zijn spijzen gebruike men pulver van wijnsteen en peper en doe veel lichaamsbewegingen (40). Zie ook tanden, oogkwalen, haar, aangezicht en huid. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SchrijvenGulden letters schrijft men met een mengsel van poedergoud en ‘glarien’ (224, 515 en 518), of met een hertshoorn (516). Om gouden of zilveren letters te schrijven bevochtigt men bladen goud met zout of ‘sal armoniaeck’, wrijft ze tot pulver en schrijft met dit poeder (494). Een basis waarop goud op perkament gelegd wordt is de volgende: een mengsel van krijt, bolus, saffraan, lampzwart en eiwit (517). Als de rubrica te zeer schuimt, doet men er wat oorsmeer bij (567), en als de zwarte inkt het perkament doet krimpen, zal men er wat kandijsuiker aan toevoegen (567). Zie ook technische procédés (s.v. goud). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SchurftVoor dit ongemak worden verscheidene waters aanbevolen: ‘aqua | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 70]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Seksuele potentie en verwante zakenOm ‘wel myt vrouuen te wesen’ zal men ‘aqua amantilli’ drinken (766). Om ‘coitum’ te vermeerderen kan men een van de volgende waters drinken: ‘aqua boraginis’ (682), ‘aqua yrundina’ (724), of ‘aqua saturionis’ (732). Als men kamfer in de neus steekt, ‘so suldi v natuer nyt quit gaen’ (1217) en om de seksuele begeerte te doen ophouden, geve men ‘aqua sauine’ te drinken (751). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SlapenHoe men ‘litargia’, slaapziekte zal herkennen (390) en genezen: door sap van castorie, munt en wijnruit in de neusgaten te gieten (252, 1066). Wie spreekt in zijn slaap, geve men 's morgens en 's avonds sap van averuit te drinken (1052). Om te doen slapen kan men as van hazelever in spijs en drank mengen en als men hem wil wekken, giet men azijn in de mond (115). Ook het drinken van een aftreksel van latuwzaad in heet water (144, 1055) wordt aanbevolen. Men kan eveneens het hoofd wassen met een afkooksel van de wortel van ‘swarte mancop’ gekookt in water (277), met sap van ‘bille’ (373, 1056) of er een pleister van alsem, ‘bille’, eiwit, vrouwenmelk en azijn op leggen (373), of ‘aqua yrundina’ drinken met hyssop (724). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SpijsverteringDe spijsvertering wordt bevorderd als men munt eet (253), pulver van ‘cardimonie’ en wijnruit (397), of een mengsel van zestien ingrediënten (579). Ook allerlei waters drinken wordt aanbevolen: ‘aqua consumatiua’ (727), ‘aqua melliloti’ (735), ‘aqua aneti’ (750), ‘aqua acetosa’ (765) en ‘aqua absynthij’ (767). Zie ook maag. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
SteenTegen deze pijnlijke kwaal geve men een man een lepel van de urine | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 71]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van een bok te drinken, een vrouw echter drinke de urine van een geit (127). Bokkebloed alleen (179) of gemengd met zoete melk (1003) wordt ook in andere recepten aanbevolen. In het laatstgenoemde nummer dient ook vers hazebloed toegevoegd te worden tegen de ‘roden of witten steen’. Betonie eten (357, 442), loog gemaakt van de as van wijngaardranken drinken (416), sap van ‘sysembra’ (247) d.i. ‘sinsiber’ (1000) met of zonder wijn drinken, ‘marobie’ eten (318) of het sap ervan met wijn drinken en het moes drogen en 's winters eten (999), zijn middelen die eveneens worden aanbevolen. Ook ‘senep’ (311, 312, 1098) is er goed voor, evenals het afkooksel van ijzerhard en honig drinken (1001) of het sap van ‘merken sat’, ‘kers saet’, keruesaet’, ‘brinincsaet’ en ‘gummelsaet’ met honig gemengd (1002). Men kan ook tien ingrediënten, samen gepulverd, ziften en innemen met warme wijn (580). Andere drankjes die de steen doen breken zijn ‘aqua prassii vel marubij’ (675), ‘aqua abrotani’ (676), ‘aqua geneste’ (679), ‘aqua edere terrestris’ (705), ‘aqua dauci’ (706), ‘aqua beuenelle’ (743), ‘aqua centauree’ (756) en ‘aqua petralis’ (463, 723 en 774). Kleine steentjes of ‘graveel’ geneest men als volgt: men doet de zieke tot de lendenen zitten in een afkooksel van ‘merke’, lavas, wijngaardbladeren en -botten (1071). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
StemOm een ‘claer stemme’ te hebben zal men sap van muntkruid drinken (41). Wie met stomheid geslagen is houde sap van ‘polioen’ met lauwe azijn voor de neusgaten (139), of pulver van castorie onder de tong (249). Men kan hem ook diptam te eten geven (330) of sap van ‘papen cruyt’ en ‘halwoertel’ te drinken (1053). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TandenOm de tanden mooi wit te maken kan men ze wrijven met een wollen doek gedrenkt met gedistilleerde salpeter en salmiak (19) of met gerstemeel en honig (72); ook ‘aqua dealbans dentes’ is er goed voor, zoals de naam aanduidt (708). Wormen in de tanden doodt men door sap van ijzerhard en garwe met azijn gemengd in de mond te houden (863) of door dooiers van hardgekookte eieren met zout gemengd te verbranden en deze as op de pijnlijke tand te leggen, waarna men de mond met wijnazijn spoelt (869). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 72]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In holle tanden steke men ‘raden meel’ of een mengsel van ‘gundrauen’ en boter (870). De talrijkste recepten zijn echter die tegen tandpijn. Men beveelt aan: sap van ‘yseraet’ en ‘gerwe’, gemengd met azijn in de mond houden (89), of het kruid ‘risblader’ (90); ook kan men er een pleister op leggen, gemaakt van azijn en de wortels van ‘yserne’ (91). Een magische formule op het kaakbeen schrijven of de tand aanraken met een worm die men in de wilde distel vindt (169) kan men ook doen. Het laatste vindt men ook in een ander recept (257) en de magische formule eveneens (256). Men kan ook zijn heil zoeken in een afkooksel van ‘petre’, hyssop en euforbium (230), of in de wortel van bille (258), die men in de mond houdt. Verder zijn goed tegen tandpijn: ‘sperma sponse solis’ (479), een pleister van wortels van ijzerhard gekookt in azijn op de wang leggen (864), sap van de stengels en de bladeren van ‘sennep’ (865), een pleister van ‘vennecoel’, ‘merke’, weegbree en wijnruit met brood gemengd (866), of het sap van betonie gekookt met oude wijn in de mond houden en de bladeren op de wangen leggen (867). Tandpijn die van bloeding voortkomt geneest men door agrimonie tussen de tanden te houden (868). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Technische procédésOm een soort ‘agathen steen’ te maken kan men eierdooiers en gomsoorten mengen en laten hard worden (591) of terpentijn koken met wat boomolie tot het dik wordt en dan in vormen gieten en laten drogen. Hieruit kan men paternosters of ringen maken (599). Beenderen maakt men week door ze enkele dagen in een mengsel van weedas en ‘coper water’ te leggen (625). Cement maakt men uit stof van blauwe Naamse steen of van een zerk dat men mengt met glaspoeder, ‘slyp’ uit de messenmakers trog, ongebluste kalk en runderbloed (594). Dranken: om bedorven wijn weerom goed te maken, doet men in het vat een handvol pitten van blauwe druiven samen met wijnsteen, weedas en wat kiezelsteentjes (629). Het verzuren van bier wordt tegengeaan door in de ton een handvol mosterdzaad en evenveel tarwe te werpen (630). Om gesteenten zacht te maken en daarna weer hard zal men een straatsteen verpulveren, mengen met eiwit en als deeg kneden. Om hem weer hard te maken stopt men hem in de oven of legt men hem in de zon (593). Een andere werkwijze bestaat erin dat men ganzeen bokkebloed pulvert, er een sterke loog van ‘weet asche’ op giet, | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 73]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
azijn toevoegt en dit alles in de oven doet; om te verharden zal men er kalkwater op gieten (598). Gesteenten polijst men met poeder van antimonium, waarna men er pulver van ‘heidensche segheel’ op strooit (595). Om alle gesteenten of glassoorten te gieten, zal men het glas of de steen pulveren, mengen met antimoniumpoeder en weedas. Dan verwarmen en in een vorm gieten. Men wrijft de vorm in met kalkwater opdat hij hard worde (596). Om goud van zilver te scheiden, gebruikt men water bereid uit gebrande wijnsteen, ‘clemysteen’, gepulverd glas en grof zand (603); om het van koper te scheiden, smeert men er een pap van salpeter, aluin, salmiak en spaans groen op (604). Om goud uit koper te maken zal men koper, enkele vijgen, en wat ‘tuthie’ samen pulveren en in paardemest zetten (613), of het koper insmeren met hertshoorn en eiwit (516). Metaal verguldt men door eiwit en azijn samen te laten bezinken en dit erop te strijken waarna men er goud op legt (524). Goud ‘colirt’ men door salpeter, spaans groen, vitriool en salmiak samen met goudpoeder te laten staan: het goud wordt er twee ‘grein’ beter door dan het was (614). Om vergulde lijsten of beelden te maken zal men een vorm maken van vlas, lijm, slakken, witte gips en er dan het verguldsel op aanbrengen (499). As van het vel van een ram of een os met water gekookt, ‘vergult alle dingh’ (519). Om ‘brunirt’ goud of zilver te maken zal men een goudblad op een papier bevestigen met een mengsel van lijm en krijt en dan ‘bruniren’, met een ‘tande’ (520). Hoorn maakt men zacht door schavelingen ervan te smelten in weedas, en varkensvet en lijm toe te voegen (607). Men zal het gieten door loog van weedas, ongebluste kalk en schavelingen van hoorn samen te laten smelten (624). Ivoor imiteert men door kalk, kiezel, meel en eiwit samen te mengen en in de zon te drogen (592). Kristal maakt men zacht door het te weken in urine van een bok en boksbloed (608). Een lichtgevende lamp maakt men door wit van hardgekookte eieren in een glas te doen, het af te dichten en negen weken in paardemest te zetten (637). Om lijm te maken voor heiligenbeelden, kannen en dergelijke, neemt men witte kaas gemengd met was: laten afkoelen, weer verpulveren en koken (626). Gewone lijm maakt men met de ‘ballich’ van kabeljauw enkele uren te laten koken (636). Loodwit of ‘ceruse’ maakt men door lood in kleine stukjes te snijden, wijnazijn toe te voegen, dit alles in paardemest te zetten en het wit eraf te doen (609). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 74]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Roestvlekken verwijdert men uit linnen door wijnsteen op een linnen doek te verwarmen, hem in een vochtige kelder te hangen en de vlekken te bestrijken met het water dat eruit drupt (619). Om ‘slym’ van schapevellen te maken: het vel koken tot het een dikke brij vormt en dan deze in vormen gieten (634). Bij vellen van ongeboren kalveren gaat men als volgt te werk: men weekt het vel in kalkwater, wast het daarna met loog, droogt en smeert het in met lijnolie (635). Tin of lood kan men solderen met tin en een weinig kwikzilver samen te smelten en in een ketel water te gieten; hiervan maakt men soldeerstaafjes die men met een kaars verwarmt om ermee stukken weer aaneen te zetten (605). Hoe men vormen moet maken waarin men lood of tin kan gieten om aldus holle of volle beelden te maken, wordt beschreven in een apart nummer (606). Goede soldeerstaafjes bekomt men ook als men rattekruid, samen met wijnsteen, koper en zilver laat smelten (622). Vensters maakt men uit linnen door dit in te smeren met gesmolten was en terpentijn (632). Vensters van papier maakt men door dit papier met lijnolie te bestrijden (633). De verfstof ‘fermilioen’ wordt als volgt bereid: zwavel en kwikzilver samen wrijven, verwarmen, het kwikzilver laten ontsnappen en de rest is de verfstof (610). Vergulden: zie bij goud. Uit was bereidt men zegelwas en kleurt het door het te mengen met terpentijn en spaans groen samen gekookt (616). Om was rood te kleuren gebruikt men ‘vermilion’ (617) en om het groen te verven spaans groen, zwavel en gom (618). Geel was wordt wit als men het samen met zwavel verhit (631). Zeemvel wordt bereid uit een hinde- of hertevel met aluin, zand en eierdooiers in warm water te doen en olie en zwarte zeep toe te voegen (620). Witte zeep maakt men met loog van weedas en ongebluste kalk te maken, twee dagen te laten staan en wat eruit loopt te mengen met witte ‘ongel’ en te koken (628). Spaanse zeep bereidt men uit dezelfde loog maar nu gemengd met olie (628). Zijde reinigt men door ze te wassen met warm water en zeep (621). Om zilver te maken van ‘fermilioen’ (611) of van koper (612) worden gedetailleerde werkwijzen aangegeven. Om dit edel metaal te ‘bruniren’ wrijft men het in met saffraan en krijt die werden natgemaakt en gemengd met lijmwater (615), en om het te vergulden, pulvert men een gouden dukaat en werpt dit pulver in heet kwikzilver; hiermee vergulden de goudsmeden zilver (623). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 75]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zie ook schrijven en allerlei. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tekenen van de dood en van ziekteOm de ‘proeuene wie besiect es’ worden twee werkwijzen beschreven. Men kan op de pols olijfolie wrijven: is de persoon in kwestie ziek dan schuimt de olie, anders niet (14). Een ander middel is het ‘hert adre’ op de rechterarm te ‘laten’ en het bloed op een ei te laten vallen: is de persoon ziek dan zal het bloed in het ei branden, anders niet. Wie aldus is ziek bevonden, moet wijn drinken vermengd met sap van ‘griseconten’, ‘boragen’, ‘papen crude’ en de drie soorten ‘cossouden’ (15). Om vooraf te weten of een zieke zal sterven of genezen kan men de volgende prognoses gebruiken. Men kan ‘wiue melc’ op de urine van de zieke gieten, en zo ze boven drijft, dan geneest hij, zinkt ze, dan sterft hij (210). Met verbena in de hand kan men aan de zieke vragen ‘hoe hi vare’: zegt hij ‘goed’, dan zal hij genezen, zoniet zal hij sterven (336). Ook ‘aqua pipenelle’ kan men tot hetzelfde doel gebruiken: spuwt de zieke het uit, dan zal hij sterven, anders niet (720, 773). Verder zijn er de twaalf tekenen waaruit men de dood van een zieke kan voorspellen (1210). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TeringDrie waters zijn goed voor deze kwaal: men drinke ‘aqua yrundina’ (724), ‘aqua saturionis’ (732) of ‘aqua enule campana’ (758). Men kan ook geplette kaas met honig in een koolblad erop leggen (1033) of de longen en het hart van een hert in rook drogen, pulveren, menmen met honig en geitemelk, dit samen koken en dan drinken (1068). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
UrineMiddeltjes die aanbevolen worden om het urineren te bevorderen zijn: het pulver van een verbrande geiteblaas drinken of de verpulverde hersenen van een haas (64), 's avonds en 's morgens een mengsel van ‘alysandre’, wilde kervel en witte wijn drinken (114), sap van garwe en venkel (417), ‘aqua solatri’ (684), ‘aqua fumi terre’ (694), ‘aque edere terrestris (705). ‘aqua endiivie’ (717), ‘aqua yrundina’ met hyssop (724), ‘aqua verbene’ (745), ‘aqua ysopy’ (749), ‘aqua centauree’ (756), ‘aqua sambuci’ (757), ‘aqua rubearum rosarum’ (759), ‘aqua amantilli’ (766) of ‘aqua absynthij’ (767) drinken. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 76]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het ‘vnguentum agrippa’ is er goed voor (797), alsook het drinken van sap van garwe gemengd met azijn (995) of het afkooken van ‘mercke’ in water en honig (1211). Wie zijn urine niet kan ophouden drinke ‘sagie’ (191), het pulver van latuwzaad gemengd met wijn (430, 996), het afkooksel van hazehersenen met wijn, of ete de ‘cullen’ van de haas of een gepulverde ‘beren blase’ (997), of drinke as van wijngaardranken gemengd met wijn (998). Tegen ‘coude pisse’ is het goed ‘marobie’ te eten (318) of ‘synnyp’ (1098), en tegen bloed urineren drinke men pulver van het hart van een hert met melk (65) of ‘aqua verbene’ (745). Zie ook nieren. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VerbrandheidGloeiende houtskool geblust in oude wijn en verpulverd kan men erop wrijven (55, 1031), insmeren met een aftreksel van lelies (129, 388), zalven met eierdooiers (178, 434), met een mengsel van populierzalf, boter en eiwit, en daarna inwrijven met paardemelk en sap van ‘toert’ (332, 1032), er moes van populier- en wilgebladeren met rozenolie op leggen (368), inwrijven met rozenolie (360), of met water gedistilleerd uit notebolsters en er koolbladeren op leggen (641), of er een pleister van ‘aqua verbene’ (745) of ‘aqua sambuci’ op leggen (757). Ook aanbevolen is de verbrande of verschroeide plaats in te smeren met olijfolie, eiwit, ‘nakers bladeren’ en harde eidooiers (1174). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VerfstoffenOm alle verven te ‘temperiren’ gebruikt men samengekookte lijnolie, mastik, koperoxyde, wierook, spiegelhars, menie en oker (507). Grondverf van goud is menie en oker gemengd met olie (509). Verf verdunt men met lijnolie, ‘bernsteen’ en spiegelhars (510), of men wrijft ze eerst met water, dan smeert ze gemakkelijker uit (527). Oude verf maakt men weer bruikbaar door ze te mengen met loog van het bezinksel van ‘weed asche’ en ongebluste kalk (528). Bij de bereiding van alle verven is het nodig ze te koken met aluinwater (560). ‘Assijs’: de ingrediënten en de bereiding worden aangegeven (511). Om ‘lasur’ te maken gebruikt men ongebluste kalk, eierdoppen, spaans groen, ‘sal armoniaeck’ en wijnazijn (495, 566) en een ‘lasur’ dat ‘ceruse’ heet verkrijgt men door azijn op bladen lood te gieten, dit een maand in paardemest te zetten en het wit eraf te krabben (496). De verf ‘rosen van parys’ maakt men op basis van aluin en | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 77]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘bresilien’ samen gemengd en gekookt met mosselschelpen (497). Groene verf stelt men samen op basis van spaans groen, ‘auerut’ en azijn (498). ‘Mastiek’ is de as van lood en tin samen verbrand (529). Een blauwe kleurstof verkrijgt men door vlierbessen en aluinwater te koken en wat schoenmakerszwart en spaans groen toe te voegen (559). Om grondverf voor zilver en goud te maken zijn de recepten bijzonder talrijk te noemen. Men kan daartoe lijnolie, aloë en saffraan samen koken (523), of lijnolie, oker en menie mengen met goudsubstantie (501, 503), ‘tent’, menie, loodwit en ‘bernsteen olij’ (502), lijnolie, mastik, menie, wierook en ‘calmie’ samen pulveren en koken (500, 504); ‘ceruse’, oker en vernis zijn een goede grondverf voor zilver (505), en voor goud: oker en menie (508) of het voorgaande samen met vernis (506). Eveneens goed zijn ‘assise’ gemengd met menie, bolus en oker (512), eieren samen met gom gesmolten (513) of eierdooiers laten staan tot er maden in komen, dan suiker en honig toevoegen, veertig dagen in de zon laten staan: de ene made eet de andere op tot er nog maar een overblijft. Deze perst men uit en mengt het vocht met lijm; het is een goede goudverf (514). Zie ook verven. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vergift en vergiftigingTegen vergiftiging door spijs en drank ete men wijnruit of drinke het sap ervan (341, 419). Wie nuchter twintig wijnruitbladeren met twee gedroogde vijgen en twee hazelnoten eet, zal gedurende die dag niet vergiftigd worden (341). Als men reist in een vreemd land zal men nuchter look eten om vergiftiging te voorkomen (365). Eveneens aanbevolen worden: ‘triacke, die men heyt dyathessarum’ (784), azijn samen met honig, ‘redech’ en ‘centorie’ koken en dit afkooksel drinken (1010) of het sap van reinvaanwortels met wijn drinken (1011). Vergiftigde ledematen kan men zalven met ‘spat’ van bijvoet, gemengd met rozenolie (423). Middelen tegen ‘veniin’ zijn: negen dagen lang urine van een bezwete ‘stagghe’ drinken (58), merg van een hert eten (74), sap van ‘buggle’ drinken (95), drie kruiden waarvan alleen de naam ‘in walsch’ gegeven wordt (96), sap van reinvaanwortels (243), hazelnoten met wijnruit eten (287), betoniesap met geitemelk (37) of het zaad met wijn (350), ‘pople’ eten (366), ‘aqua dulcedinis oculorum’ drinken (459, 722) of ‘sperma rute’ (480), ‘aqua solatri’ (689), ‘aqua raphani’ (699), ‘aqua calamenti’ (701), ‘aqua pimpenelle’ (720), ‘aqua tormentille’ (729), ‘aqua ypericon’ (738), ‘aqua draguntee serpentine’ (755), ‘radic’ eten of erop leggen (1019), | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 78]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VerhittingTegen ‘verhitte steden’ zijn de volgende waters goed: ‘aqua fragarie’ (740), ‘aqua sambuci’ (757), ‘aqua rubearum rosarum’ (759), ‘aqua albarum rosarum’ (760), ‘aqua endiiuie’ (771), of ‘aqua rosarum’ op hoofd, slapen, handen, polsen en voeten leggen (780). Men kan ook gerstekorrels en water koken, laten indikken en dit drinken (1040). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VerkoudheidZalf van ‘sauelbloem’ is goed tegen ziekten die van ‘groeten coude’ voortkomen (242). Wie verkouden is smere zich in met zalf van reinvaan en boomolie (245), hij drinke ‘aqua abrotani’ met ‘castorien’ (676) of ‘aqua saluia’ met hetzelfde (714, 769), of water gedistilleerd uit salie (715). Ook een zalf bereid uit ‘sauelboem’ (1090) en het ‘vnguentum marciaton’ is er goed voor (1145). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VerstoptheidTegen ‘harden lichame’ of ‘apilacie’ worden de volgende pleisters aanbevolen: weegbreewortels gestampt met ‘bergenen smere’ (36, 1039), gal van een stier met wol op de navel leggen (134), een pleister op basis van ‘aqua fraxini’ (741), ‘vnguentum agrippa’ (797) en het ‘emplastrum cirguricum Nicolai’ (1154). Andere middeltjes zijn: de groene ‘pelle’ van vlier gestampt en met wijn of water gedronken (110), het afkooksel van ‘papen cruijt’, zuring, ‘borragie’, alsem en ‘grissecom’ (196), sap van alant drinken (239), gekookte groene bonen eten (275), rijpe en zoete kersen en pruimen eten (279), moes van look en koriander eten (364) of warmoes van ‘pople’ (369), ‘aqua portulace’ (672), ‘aqua boraginis’ (682), ‘aqua brionie’ (687), ‘aqua solatri’ (689), ‘aqua spargi vel pedis columbini’ (692), ‘aqua edere terrestris’ (705), ‘aqua dauci’ (706), ‘aqua endiiuie’ (717), ‘aqua tormentille’ (729), ‘aqua celidonie’ (734), ‘aqua ypericon’ (738), ‘aqua cicute’ (739), of ‘aqua beuenelle’ (743) drinken. Van verpulverde aloë maakt men vijf of zes pilletjes en deze slikt men in (936); men kan ook ‘vellekens’ maken van honig, zout en gepulverde aloë en die in het ‘fundament’ steken (937). Ook een aftreksel van eswortels in wijn geeft men te drinken | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 79]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verven (van leder, weefsels en dgl.)Om garen rood te verven zal men het gedurende een dag en een nacht in loog van ‘weet assche’ en wijnazijn samen met ‘rode vlocken’ leggen (541). Hoorn verft men zwart door het eerst te laten weken in loog van ‘weet asschen’ en daarna te dompelen in een mengsel van galnoten en koperoxyde (548). Om het rood te verven kookt men het met loog van ‘bresilien hout’ (549). Om laken rood te kleuren bereidt men het met ‘galle’ en aluin en dompelt het dan in ‘crap meede’ (526) of in loog van ‘wilt soffraen’ (555). Zwart laken verkrijgt men door het te dompelen in een aftreksel van galnoten en daarna in water van koperoxyde met gom (553). Men kan ook ‘galle’, elsbast, ijzervijlsel en azijn samen koken, daarna schoenmakerszwart toevoegen en daarmee verven (558, 575). Geel laken bekomt men door het te dompelen in het afkooksel van ‘weet assche’ en ‘woude’ met toevoeging van wat spaans groen (556). Laken wordt blauw als men het dompelt in ‘vitriool’, ‘gallen’, gom en urine (564). Men kan laken vergulden door het veertien dagen te leggen in oude urine en daarna nat te maken met ‘romsche sepe’ (525). Om leder een ‘frues verue’ te geven zal men het instrijken met aluinwater en als het droog is verven met sap van braambessen (530). ‘Sangwyn leder’ maakt men met een afkooksel van breziliehout, vermengd met loog van weedas, nadat het leder vooraf met aluinwater (531, 532, 544) of kalkwater (551) werd ingestreken. De voorbereiding tot het verven is het leder wassen met lauw water, dan ‘alunen’ en pas dan verven (542). Om leder rood te verven legt men het vel een nacht in aluinwater, droogt het en giet er geconcentreerde urine in (550) of een mengsel van breziliehout, gom, eierdooiers en wat ‘lacta’ (545). Mede en urine worden gebruikt om een gelooid kalfsvel rood te kleuren (554). Om rood ‘bolkeraen’ te verven wordt de verfstof en het verfprocédé beschreven (539). Om gouden vellen te hebben smeert men ze eerst in met een mengsel van eiwit, Arabische gom, ‘gumme amigdolorum’ en plakt er dan goudblad op (521). Zilveren vellen worden eerst ingestreken met ‘thent’ of met ‘geslagen gout’, dit laatste is het mooist doch ook het duurst (522). Om leder geel te verven stopt men het in een okeraftreksel (533). Voor ‘bolkeraen’ zijn ‘floers’, potas en wijnazijn de hoofdingrediënten | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 80]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(563). Zwart leder verkrijgt men met zwartsel, vitriool, ‘gallen’ en olie samen te koken en het leder daarin enkele malen onder te dompelen (534). ‘Grau leder’ bekomt men door te kleuren met hooias en bezinksel van rode wijn (546). Wit leder maakt men door het vel dat uit de kalk komt te dompelen in aluinwater met zout en dit viermaal te herhalen (547). Om ‘loes leder’ te maken bereidt men schapevellen met kalkwater en aluin en volgt dan het recept voor de bereiding van de verf en het verven (535, 536). Om ‘flueel’ op leder te verven strijkt men het geprepareerd leder in met sap van braambessen (543). Linnen verft men geel door ‘woude’ te koken met loog van ‘weetasse’ en het daarin te dompelen (538). Een rode kleur krijgt het als men kleine stukjes ‘fatseelhout’ in loog van potas legt, wat spaans groen en aluin toevoegt, kookt en het linnen hierin dompelt (537), of in het afkooksel van ‘brisilien hout’ en aluin (540). Het linnen krijgt een zwarte kleur als men het steekt in een aftreksel van galnoten, het laat drogen en dan dompelt in schoenmakerszwart (552). Groen wordt het door het te steken in een mengsel van bessen van ‘vuulbomen’, aluin en wat spaans groen (557). Vilten hoeden verft men zwart met een afkooksel van elsbast, ijzervijlsel, slijpsel van slijpsteen en ‘gallen’ (574). Zijde verft men zwart door ze eerst te koken met eikeschors, te laten klaren en dan schoenmakerszwart toe te voegen (561). Een rode kleur bekomt men door als verfstof een afkooksel van ‘brisilien’ te gebruiken (562). Men reinigt zijde door ze tweemaal met zeep te koken (565). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VoetOp bevroren benen of voeten legt men een pleister van zemelen en zuur bier samen gekookt (590). Op pijnlijke voeten legt men een pleister van beverdrek gekookt met varkensvet (1024), of van ‘bolne’ en bladeren van ‘iusquiamus’ en men geve sap van bijvoetwortels te drinken (1026). Zwellende voeten geneest men met een mengsel van reinvaan en olie (1025). Op verzwikte voeten legt men moes van ‘papencruyt’ (1027). Wintervoeten smere men in met zalf van reinvaan en boomolie (245). Zie ook ledematen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 81]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vreemd voorwerp in het lichaamOm een ‘gescot’ uit een wonde te verwijderen drinke men diptam met wijn (328), legge er een pleister van ‘aqua sigillum beate marie’ op en geve water ervan te drinken (674). Men binde op de wonde ‘wedewoertelen’ (786) of abrotanum gekookt en gemengd met hondevet (785). Een dier dat door de jagers gewond werd eet dit kruid en verwijdert aldus de pijl uit de wonde (786). Men schrijft eveneens voor ‘peper woertelen’ te koken en dit sap te drinken en ‘seghelsteen’ te pulveren met hondevet en dit 's avonds op de wonde te leggen (789). Men kan er ook een trekkende pleister van ‘carde’ of van salie op leggen (791) of ‘wytte woertelen ende gagel’ koken in witte wijn en dit negen dagen nuchter drinken (792, 977). Ook de volgende pleisters zijn goed voor splinters of ijzer in wonden ‘dat men nyt syen mach of te wynden’: sap van jonge hazelaarsbladeren en bast gemengd met rood was (793), ‘pollipodium’ gemengd met oud vet (142, 794), gedroogde bloemen van boonkruid (795) of houtskool gemengd met ‘roese’ (796). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vrouwenongemakken en verwante zakenVrouwen die ‘faeute hebben van haren stonden’ herkent men aan hun sproetig en rood gezicht. Om ze te genezen zal men ze gedurende drie of vier maand doen eten een mengsel van ‘materne’, ‘cleen saelie’, kervel en ‘biest loec’ gefruit met boter en eieren (13). Sap van ‘ondercrude’ met rode wijn drinken doet ‘menstrum’ komen (259). Ook is er goed voor het afkooksel van ‘modere’, bijvoet en ‘cunele te drinken (260), sap van viooltjes met wijn (323, 433), sap van betonie met water en honig (352), ‘aqua abrotani’ (676), ‘aqua edere terrestris’ (705), ‘aqua matricarie’ (737), ‘aqua sauine’ (751), ‘aqua genciane’ (753), ‘aqua centauree’ (756), sap van ‘damandren’, bijvoet en tuinkomijn gemengd met wijn of oud bier (894), sap van ‘myst voertelen’ gemengd met eieren eten (904), sap van mede met water aangelengd drinken (905), sap van rode ooievaarsbek met wijn drinken (906), ‘synnyp’ eten (1098), vijf ‘pillule de medicinis’ geven of sap van ‘calamentum’ met honig gekookt of ‘diasesseron’ (1203), het afkooksel van ‘spica’, mirre, venkel, ‘carui’ en peterselie (1205), of het afkooksel van ‘mercke’ met water en honig (1211). Om ‘menstrua’ te stoppen geve men sap van ‘bredewegen saet’, hertshoorn en rozenwater te drinken en doet men baden in een afkooksel van eikebladeren en bladeren van ‘witten prum boem’ of drinke men witte wijn gemengd met rozenwater en ‘aqua | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 82]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
plantaginis’ (1206). Op ‘etter menstruum’ legt men gekookt mostaardzaad of pulver van polei (1207). Als een kind geboren is, zal men het wassen met wijn, vooraleer er enig nat aankomt, zo zal geen koude de pasgeborene deren (92); vooraleer hij enige ‘spunne’ drinkt, doe men hem ‘zughen eene teve’ dan zal hij ‘sporen als een hondt’ (93). Als kleine kinderen te veel schreien, wrijft men hun slapen in met merg van een hert (67). Om kinderen te krijgen zal men de vrouw ‘onderroken’ met het verbrand mengsel van meel van ‘dolke’, gerstemeel, mirre en ‘crec’ (270). Om een zwangere vrouw te doen baren geve men ze diptam te eten (329, 895), ‘marabyen’-sap en zoete melk (896) of sap van ‘zauelboem’ met wijn te drinken (897). Men binde scharlei op haar navel (890), schrijve een magische Latijnse formule op brood of op een appel en geve dit te eten (891) of geeft haar gemalen rozebladeren en rozenwater te drinken (892). Ook goed hiertoe zijn: bijvoet onder haar hoofd leggen en deze wortel aan haar hals hangen ‘ieghen bose ghespaente’ (414), of ‘aqua sigillum beate marie’ te drinken geven (674). Om een vrouw van een dood kind te verlossen geeft men haar hyssop met lauw water te drinken (105), het sap van alant (238), warm sap van kaneel (310, 426, 898) of ‘aqua sauine’ (751). Om te weten of een vrouw een jongen of een meisje zal baren zal men melk uit de rechterborst in lauw water doen: zinkt de melk dan wordt het een jongen, anders is het een meisje (907). Om te weten of een vrouw zwanger is geeft men haar ‘aqua eruce oft sinsium’ te drinken: spuwt ze het uit dan is ze zwanger (681). Zwangere vrouwen mogen geen ‘aqua tanaceti’ drinken (716), ‘aqua yrundina’ (724), of ‘aqua athanasie’ (770). Als ze bloed spuwen in het kinderbed, mogen ze echter wel sap van betonie en zoete melk drinken (893). Dient de baarmoeder ontstopt te worden, dan drinke men een van de volgende waters: ‘aqua titimallorum’ (704), ‘aqua dauci’ (706), ‘aqua centauree’ (756), ‘aqua celidonie’ (734), ‘aqua matricarie’ (737) of ‘vater peteralis’ (774). Men kan ook een ‘clistier’ maken van gekookte bijvoet, ‘affrut’, alsem, goudsbloemen, olie, boter en zout (1208). Verharde, gezwollen of verzworen borsten geneest men als volgt: men legt er moes van munt op (255), wast ze met weitmeel gekookt met wijnruit en water (264), legt er een pleister van meel van groene bonen op (273), of gestampte wortels van ‘adeck’ met vet (887), moes van lavaswortels met wijn (888), geeft het sap te drinken van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 83]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
anijs, gember, zedoar en wijn (889), of sap van ‘caelment’ met wijn (899), legt er een pleister van klei en wijnazijn op (908), gedroogde gal van een barg (1182), het ‘maturativum rolandi’ (1192) of ‘aliud maturativum hugonis et theodrici’ (1193). Om een vrouw maagd te doen schijnen, stopt men gedurende drie weken een prop van linnen, gedrenkt in sap van ‘berge’ en kleine consoude ‘in haer lijf’ (34). Tegen vrouwenziekten geeft men sap van ‘sauelboem’ te drinken (240), en om de nageboorte te doen afkomen is peterseliezaad, mirre, ‘haelwoertel’, saffraan en peper samen gepulverd met bier aangewezen (587). Voor vlekken ‘die den wrouwen bliuen van kynde’ is ‘aqua calamenti’ goed (701). Goede ‘dranc der vrouen’ is: afkooksel van wortels van ‘swerdel’ en van munt in wijn (900), sap van diptam, polei, merke, ‘mucworts woertelen’ en ‘lorbeen’ (901) en sap van betonie met azijn gedronken (902). Een surrogaat voor aderlaten bij vrouwen is ze sap van ‘ganmandria’ met wijn gemengd te drinken geven (903). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VuurOm te ‘prouuen’ of iemand aan ‘quaden viere’ lijdt, legt men een stukje boter op hem: smelt het, dan is hij niet aangetast, anders wel (94). Men geneest het door er moes van populier- en wilgebladeren met boomolie gemengd op te leggen (367), een pleister van ‘venigriec’, lijnzaad en ‘bilsaet’ (425, 1029), of van pluksel gedrenkt in ‘aqua dulcedinis oculorum’ (461, 722), of een pleister van ‘aqua dealbium’ (471). Men kan ook wassen met een rot ei, witte hondsrek en azijn en er dan pulver van centorie op strooien (1030). Het ‘repercussiue rogerij’ wordt daartoe eveneens aanbevolen (1107). Zie ook huid. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WaanzinTelkens als de maan wast en waant zal men as van vier paardehoeven of zenuwen eten samen met drie eieren (73). De volgende waters drinken wordt aanbevolen: ‘aqua fumi terre’ (694), ‘aqua yrundina’ (724), ‘aqua melliloti’ (735) en ‘aqua philosophorum’ (775). Een steen die ‘celidonia’ heet, kan men onder de linkerarm binden (1004) of ‘castori’ met wijn drinken (1069, 1070). Tegen ‘dwaling’ van het lichaam geeft men een afkooksel van ‘waerne’ te drinken (1082). Die ‘atter rasent’ wordt geholpen door het drinken van een afkooksel van hyssop en polei of van geitemelk (389). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 84]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WaterTegen ‘dwater’ drinke men gedurende negen dagen negen aardwormen gestampt met wijn of water, of men ete hennepzaad en drinke wijn (24). Ook het sap van venkel, eppe, ‘merradic’, ‘persyn’ en de wortels van ‘roede docken’, ‘wlle docken’ en lavas kan men ertegen drinken (48). Andere drankjes zijn er eveneens goed voor: sap van betoniebladeren met honig en wijn (354), sap van look met pulver van ‘centaure’ en wijn (362), ‘aqua dulcedinis oculorum’ (460), ‘aqua edere terrestris’ (705) of ‘vater peteralis’ gekookt met ‘castorien’ (774). Ook twee zalven worden aanbevolen: het ‘vnguentum agrippa’ (797) en een afkooksel van knoflook (1067). Om het witte of rode water te genezen geve men ‘sperma rute’ te drinken (482) en ‘aqua dauci’ is goed tegen wit en grauw water (706). Voor het wit water zijn de volgende drankjes goed: ‘aqua geneste’ (679), ‘aqua piloselle’ (700), ‘aqua ebuli’ (718) en ‘aqua yrundina’ met hyssop (724). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WatersEen ‘water corrosijf’ op basis van ‘wedeasche’ en gebrande kalk (225) vindt men naast een recept om kalkwater te maken (597), een ter bereiding van een water dat metaal oplost (600), en een om goud en zilver wit te maken (601). Een manier om negen waters te maken die goed zijn, elk afzonderlijk, of samen met ‘castorie’, rabarber, suiker en gember gekookt (669), wordt ook uitgelegd. Twee nummers behandelen drie verschillende bereidingen van ‘leuende water’ (189, 666, 667) en de kracht ervan (668). Men zie echter ook ‘aqua vitae’ hieronder. Zeer talrijk zijn de recepten waarin de bereiding en eigenschappen van waters aangegeven worden, die alle als gemeenschappelijk kenmerk hebben dat ze met een Latijnse naam genoemd worden. Een opsomming ervan moge hier volgen:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 85]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 86]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 87]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WindenTegen grote winden geeft men ‘aqua matricarie’ te drinken (737). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WondenTwee middelen staan ter beschikking om te voorspellen of een wonde dodelijk is of niet: men geve sap van reinvaan, hennepzaad, mede en rode kool met wijn te drinken; op de wonde legt men een koolblad: als de wonde droogt zal ze genezen (971). Men kan ook sap van kervel doen drinken: spuwt de gewonde het uit dan zal hij genezen, zo niet, dan sterft hij. Een ander middel is sap van ‘bughe’ en ‘scarleye’ doen drinken: komt het in de wonde uit, dan zal de zieke genezen (1215). De volgende wondpleisters en -zalven worden aanbevolen: dasvet erop leggen (33), salie en wijn (109), reinvaan gemengd met brood en oud vet (244), betonie met zout (346, 404, 793), wierook, aloë en eiwit (377), de warme ingewanden van een dier (406), sap van ijzerhard drinken of het moes gemengd met vet erop leggen (410), gestampte dille en netelen (411), een pleister van ‘aqua verbene’ (745), van ‘aqua ysopy’ (749), zalf van populierbotten (983), sap van huislook, nachtschade, viooltjes, ‘glumeken’ en ‘merke’ samen gekookt (985), het ‘vnguentum ad corporis vetus’ (799), zalf bereid uit was, terpentijn, lijnzaad, ‘fenigrieke’, wierook en mastik (800), afkooksel van ‘popeldren’, wijn, water en varkensvet (972), de gracia dei-pleisters: maiora (1147), media (1148) en minor (1149), het | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 88]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘vnguentum crode dictum’ (1153), het ‘emplastrum januensis ancelmi de genuen’ (1152), het ‘emplastrum cirgurium Nicolai’ (1154), het ‘vnguentum maturativum et mundificativum Lanfranci’ (1196), een zalf van o.m. olie van amandelen, olijfolie en terpentijn (1202), of van spek, honig, gerstemeel en schapevet (1216). Een droge zalf wordt bereid uit was, hars, schapevet en wierook (988), en een trekkende zalf uit meel, hars, was, pik, schapevet en ‘papen cruyt’ (987). Treit voor wonden: galbanum, wierook, was, olie, gerstemeel, boter en ossemerg samen mengen (206), was en rood hars samen smelten (208) of tarwemeel, hars, was, pik en schapevet (986). Wonddranken: ‘aqua pentafilon’ (677), ‘aqua atriplicis’ (685) ‘aqua camomille’ (686), ‘aqua spargi vel pedis columbini’ (692), ‘aqua piloselle’ (700), ‘aqua palme christi’ (721), ‘aqua paralisis vel primule veris’ (728), ‘aqua tormentille’ (729), ‘aqua consolide minoris’ (730), ‘aqua scabiose’ (731), ‘aqua benedicta vel gariofilata’ (733), ‘aqua melliloti’ (735), ‘aqua betonice’ (736), ‘aqua ypericon’ (738), ‘aqua osmunde’ (744), ‘aqua centaurea’ (756), ‘aqua sambuci’ (757), ‘aqua eupatorij’ (761), ‘aqua bedigora’ (762), ‘aqua amantilli’ (766), een electuarium toegeschreven aan Rogerius en Rolandus (1164), het electuarium ‘vulnerum lanfranci’ (1165), van Rasis en Theodricus (1166), of van Rasis en Lanfrancus (1168), het sap van ‘marubien’ drinken (1214). Men kan ook de wonden wassen met ‘aqua pimpenelle’ (720). Nog andere drankjes om wonden te genezen: de kruiden die men in wonddranken gebruikt, wat de specifieke werking ervan is en hoe men ze bereidt (197), het sap van ‘raedhiel’, wondkruid, weegbree en madeliefjes (409), het sap van tien kruiden (412), afkooksel van agremonie, ‘bugghel’, rode kool, mede en madeliefjes (975), sap van reinvaan, rode kool, bijvoet, madeliefjes, hennep, hondsribbe, garwe en wondkruid (980), sap van rode kool, ooievaarsbek, ‘plantagineet’, reinvaan, bijvoet, wortels van ‘consouden’ en ‘galiofle’ (981), een mengsel van de sappen van vele kruiden (1160, 1161). Op een wonde die zwelt of ‘blaest’, legt men de nog warme longen van een schaap (52, 406), of men legt er een pleister van ‘aqua solatri’ op (689). Om beenderen uit wonden te verwijderen legt men er een pleister op van honig en gerstemeel met eiwit gemengd (198), men geve een drankje te drinken op basis van verbena en ‘bugle’ en legt er een pleister op van viooltjes (199) of dit laatste alleen (790, 976). De ‘draunkelhede’ van wonden geneest men met sap van gember, ‘sedewaere’ en ‘galigaen’ gekookt in witte wijn (35), of men legt er een pleister op van reuzel, ‘claerheit’, honig en eiwit (53). Om bloe- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 89]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ding in wonden te stelpen gebruikt men ‘dyaltea vnguentum magistris quoddam’ (1128), een zalf op basis van ‘grote consoude’, ‘bolus armenicus’, colofonie, mastik, ‘olibanum’, drakebloed, en ‘mummie’ (1129), of een andere zalf genoemd ‘Aliud Almansoris’ (1130), een zalf ‘hugonis et theodrici’ (1131), ‘galiene et auicenne et rasis’ (1132) of ‘Aliud lanfranci’ (1133). Om een te enge wonde te verwijden worden twee pleisters aanbevolen: ofwel gepulverd lijnzaad, tarwezemelen, wijndroesem en gom met wijn gekookt, ofwel rozenwater, huislook en vrouwenmelk met wat gom gekookt (975). Tegen doorschoten of gestoken wonden gebruike men het ‘electuarium Ancelmi et de bikes hugonis’ (1167) of een ander electuarium op basis van zeven kruiden (1170). Op te vlug helende wonden legt men bladeren van agrimonie (211, 445), het water hiervan geve men te drinken (746), Een pleister van wierook, aloë en eiwit wordt gebruikt bij moeilijk helende wonden (405), bij dodelijke wonden wordt het drinken van ‘sperma rute’ aanbevolen (481), op oude en nieuwe wonden strooit men ijzervijlsel dat achtmaal in wijnazijn werd geblust of het pulver van hazehaar, noten van cypressen, drakebloed en wierook (584). Dood vlees in wonden verwijdert men door er netelen gestampt met zout of ‘plumen van calmyn’ en aluin op te leggen (978) of er de as van een mol op te strooien (979). Wonden die slecht genezen bestrooit men met pulver van wierook, mirre, ‘swartcole’, mastik, aloë en nog vijf andere ingrediënten (1189). Oude wonden geneest men met ‘vnguentum viride’ (1101), ‘vnguentum fuscum’ (1195); verse wonden daarentegen geneest men met pulver van ‘olibanum’, ‘sarcorolle’ en drakebloed (1199) of met een samenstelling op basis van zes ingrediënten die aan Rasis wordt toegeschreven (1200). Wonden die te snel genezen opent men weer door er agrimonie op te leggen (135), en wanneer iemand de darmen uithangen legge men er de nog warme ingewanden van een kip op (51, 974). Zie ook apothekerspreparaten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WormenTegen wormen in het lichaam drinkt men een mengsel van azijn en alsem, reinvaan, ‘perseker loeuere’ en schors van ‘stekel doerne’ (43, 181); men kan ook pulver van bladeren van ‘perseken’ eten gemengd met ‘hoelworteel’ en look (648). Op de navel en de aars zalft men met gebrand ‘hertshoerne’ gemengd met wijn en honig (46, 68), men drinkt sap van de bast van ‘persekers’ gemengd met geitemelk (182, 421), sap van munt (254, 922), olie van viooltjes of smeert hiermee | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 90]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
in (325). Men kan ook ‘aqua abrotani’ drinken (676), of ‘aqua raphani’ (699), ‘aqua tanaceti’ (716), ‘aqua lazida’ (725), ‘aqua cicute’ (739), ‘aqua absynthij’ (767), ‘aqua athanasie’ (770) sap van ‘samirum’ met azijn (921), of pulver van ‘atrament’ met wijn (923). Wormen in de ogen (sic!) geneest men door er ‘aqua absynthij’ in te druppelen (767). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WrattenWratten en ‘lickdorn’ kan men bestrijken met een mengsel van slakken, zout en varkensgal, of met een zalf van steenkalk met zeep gemengd (588). Of men kan ze insmeren met een rode slak waarop zout gestrooid werd (1059), of met ‘righele’ met zout (1066); of wassen met water gedistilleerd uit ‘oleum benedicti’, arsenicum, ongebluste kalk en euforbium (678). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ZalvenGroene zalf bereidt men uit sap van een kruid gemengd met schapevet (585) of volgens een recept van Lanfranc (1101). Ook is er een ‘vnguentum aureum’ (1124), een ‘nigrum’ (1125), het ‘vnguentum papuloen’ (1126) en het ‘vnguentum fuscum’ (1195). Andere zalven zijn: ‘vnguentum agrippa’ (797), ‘vnguentum ad vulnera’ (798), ‘vnguentum ad corporis vetus’ (799), ‘vnguentum apostolorum vel veneris’ (1099), ‘aliud vnguentum’, de ‘noet wrint’ van de chirurgijn (1100), ‘vnguentum dat eyn wonde wael doet etteren’ op basis van olijfolie, tarwemeel en rozenwater (1102), een ‘vnguentum lanfranci’ (1105), een zalf van Rogerius (1106), ‘doergaende salue’ (1127), ‘dyaltea vnguentum’ (1128), ‘aliud Almansoris’ (1130), ‘vnguentum aragon’ (1144), ‘vnguentum marciaton’ (1145), ‘vnguentum aliud quod sanat scabiem, morpheam ende drope tsetere’ (1146) en het ‘vnguentum maturativum et mundificativum lanfranci’ (1196). Onder de ‘resolutiue’ worden genoemd dat van ‘rasis almansoris, lanfranci, theodorici’ (1108), ‘aliud lanfranci’ (1109, 1110), en ‘aliud rolandi et rogerij’ (1111). De ‘mundificatiue’ omvatten dat van ‘rogerij et Rolandi’ (1112), ‘aliud lanfranci’ (1113), ‘aliud theodrici’ (1114), ‘aliud eiusdem nature galieni’ (1115), ‘aliud Auicenne’ (1116) en ‘aliud Rolandi’ (1117). De ‘corrosiua’ zijn: ‘corrosiua rogerij, rolandi, albucasis’ (1134), ‘aliud rogerij et rolandi’ (1135) en ‘aliud lanfranci’ (1136). De ‘consolidatiue’ zijn: ‘vnguen- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 91]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tum rogerij et rolandi’ (1119, 1120), dat van ‘.x. magistrorum’ (1121), ‘aliud consolidatiuum galieni et Auicenne’ (1122), en ‘aliud ancelmi et Wilhelmi de congemma’ (1123). De ‘repercussiue’ zijn: dat van ‘lanfranci et theodrici’ (1103), ‘aliud lanfranci’ (1104) en ‘repercussiue rogerij ad ignem persicum vel erisipula’ (1107). Er zijn ook een reeks maturativa: tegen wonden op basis van tien ingrediënten (1191), het ‘maturativum rolandi’ (1192), dat van ‘hugonis et theodrice’, opnieuw op basis van tien ingrediënten (1193) en het ‘diaquillon maturativum’ (1194). Ten slotte zijn er nog het ‘vnguentum crode dictum’ waar voor nog vele andere namen vermeld worden (1153) en het ‘apostolicum’ met twee verschillende bereidingswijzen (1212, 1213). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ZenuwenAls geneesmiddelen voor de zenuwen wordt aanbevolen pulver van drie patrijzen met drie gebakken eieren te eten bij afnemende maan (422); ‘candida’ gemengd met ‘castorien’ eten is eveneens goed, evenals ‘aqua petralis vel primule veris’ drinken (728). Om de zenuwen te versterken drinke men ‘aqua boraginis’ (682) of ‘aqua palme christi’ (721). ‘Vercrompen’ zenuwen kan men betten met ‘sarasine’ of ‘longhe wortel of loef’, of men legge er een pleister op daarvan gemaakt (20). Men kan de zieke ook doen zitten in een kuip waarin het afkooksel van een vos gegoten werd en dit driemaal per dag gedurende drie dagen herhalen (21). Eveneens goed ertoe zijn een pleister van pik, was en wijnruit (212), of baden in een afkooksel van alsem, kamille en rozen (1187). Harde zenuwen kan men ‘moruen’ met ‘vnguentum agrippa’ (797). Op gewonde zenuwen legge men een pleister van dierlijk vet, wijnruit en weegbree (128, 408, 424) of van populierbotten gekookt in boter (982). Ook het ‘emplastrum Gracia dei maiora’ (1147) en ‘media’ (1148) of het ‘vnguentum crode dictum’ (1153) worden ertoe gebruikt. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ZwerenTegen hete zweren zal men sap van nachtschade drinken (172), of er een pleister op leggen van ‘aqua barbe iouis’ (688). Om ‘coude sueren’ te doen rijpen legt men er een pleister van leliesap en zout op (946). Moes van leliebladeren is ook goed gelegd op harde zweren (388). Om zweren te doen uitbreken legt men er een pleister op van | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 92]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nachtschade, ‘popel’, alsem en merke gekookt in wijn en dan met oud vet en olijfolie gestampt (945). Voor de behandeling van zweren worden ook de volgende middelen aanbevolen: er een papje op leggen van weitmeel, olie, azijn en honig (263), een pleister van ‘aqua dealbatium’ (470, 726), van ‘aqua eruce oft sinsium’ (681) of van ‘aqua fragarie’ (740), eens per dag ‘aqua lazida’ drinken (776), er een pleister van hars, was en terpentijn op leggen (951), een treit van hars, was, terpentijn, mastik en wierook (1173), of wierook en mirre samen gesmolten (1177). Men kan er ook een pulver op strooien en zalven met oud spek (1095). Zie ook gezwellen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|