Inhoudsopgave
Het spotliedje van druiven en tanden.
Gespaard - maar niet uit gemene gratie.
Landverrader? - Kerkverrader!
De bezwaarde, die maar niet gehoorzaam werd.
Toezegging en toeëigening zijn onderscheiden.
Apostolisch vloekproza.
Toledooth-openbaring in de ontmoeting van Abraham en Melchizedek.
‘De partij der partijlozen’.
Het wonderconsistorie.
Aarde-consistorie en Hemel-consistorie. (Advent in 1945)
Publieke Geloofsbelijdenis. (Advent)
De voedsterheer der valse profetie ten val gebracht. (Advent)
Kerstfeest, - het vólkomen mirakel.
Het dictaat.
Bij de Jaarwisseling.
Gabriël in actie.
Type en antitype.
De donkere partij, op het Kerst-schilderij.
Slaat dapper op de vlucht!
De Koning onder de arbeidslieden van den wegenbouw des Heeren.
De weg-bereider maakt ernst met zijn ambt.
Juichen óver en juichen mét de Filistijnen.
De omgekeerde wereld.
Aanvechting.
Van Lamsdis tot brooddis.
Boven de Lamsdis de brooddis.
Verlating.
Verberging.
Geen particulier, doch Messiaans testament.
Het lichaam andermaal toebereid.
Horen is meer en eer dan zien.
De Priesterkoning tijgt aan den arbeid.
Tóch de ‘éne uit duizend’.
De eersten zijn geen modellen.
De vinger Gods.
(Bij het Pinksterfeest)
De katastrofale idioten- of leken-profetie.
Naar de ‘startplaats’.
Het tweede offensief begonnen.
Het offer der verstoten kerk als Kaïnsoffer bejegend.
Vrijmaking - wet - evangelie.
‘Lotsverbondenheid’.
Wind en storm.
Concentratie.
Wie maakt er een eind aan?
Euthanasie - Verloren Asyl.
Schisma - in Levi.
Den ere-zetel niet bezetten!
De brandende hoepel.
De ‘volkeren’, van Jahwe bemind.
Geen coalitie in verloochening der antithese.
Garantie gevende wezens-identiteit.
‘Heilig’ hoerenloon.
Meer dan Salomo is hier. Bij het Kerstfeest
Mi me-'akkeeb? (Bij de jaarwisseling)
Natuurverbond en genadeverbond, de paradoxale garantie.
Heiliging in onvoltooid tegenwoordigen tijd.
De verantwoordelijken worden het pad opgestuurd.
‘De vinger Gods’?? of soms: het Woord van Jahweh?
‘Overgeven’.
‘Exchange’.
Vijanden.
Priester en Lam in énen.
‘Pasen’.
Paasfeest en Orakelgang.
Familie van Christus.
Quo usque - tandem?
De paradoxale Advocaat.
De zwaarste ambtsverrichting.
Geen prosopolepsie - het abc der Zending.
De uitgestelde wanhoop vleit het hart.
De mythe, een oordeelsapparaat.
Apostasie - wegbereidster van den Antichrist.
De vlucht uit de storm-zône.
Lokken en lokken is twee.
Prosopolepsie - vooral niet als kerkelijke praxis.
E pacto salutis.
‘Jaarwisseling’ of voortgang van ‘alfa’ tot ‘omega’?
Zoals om een koning gevraagd is, zo is ook om een profeet geroepen.
Wat is erger: een ‘s.d.er’ van buiten de kerk, of een individualist van binnen de kerk?
Soevereiniteit over allen kring.
Zie, de dagen komen.
Een nieuw verbond met beide huizen.
Niet gelijk het oude.
God zegt: ‘memfomai.’
Om wat reden spreekt God de Heere: ‘memfomai’?
De betere belofte (A).
Ten derden dage: de sabbatsklok is verzet.
Het oordeel door den Man.
Ongevraagd ontslag.
Christus beroept zich op de Schriften.
De betere belofte (B).
De betere belofte (C).
Universele recapitulatie. (Bij hemelvaartsherdenking).
De andere Paracleet. (Bij het Pinksterfeest).
Daar spreken waar Abraham staat.
Geloof en zien.
Antwoorden met ‘ja’ of ‘neen’.
Bruid en Bruidegom bijeen - maar dan: in gesprek.
Jahwe houdt de leiders aan hun officiële woord.
Toornen - en niet zondigen.
Christus' gebod tot eenheid.
Het offer is niet algemeen, de dank zij 't daarom ook niet.
De gruwel der camouflage!
Het ‘horen’ meer dan het ‘zien’.
God met ons: Immanuël. (Bij het Kerstfeest)
Lectoren tegen lictoren. (Bij de jaarwisseling 1948-1949)
Ironie: De lachende lectoren bij lictoren. (Bij de jaarwisseling)
De nieuwe assemblée.
Verwerven.
Zelfkwelling.
Standvastig, onbeweeglijk.
Paasvreugde, ook in ‘overblijfselen’ van ‘Christus’ verdrukking.
De advocaat die zijn ‘cliënten’ aanklaagt.
Eenvoudige aanbidding van den eenvoudige.
Niet in een hoek.
Tweeërlei zaad, - tweeërlei mystiek lichaam, tweeërlei ‘community’.
De deurwaarder aan huis.
‘Schaduw’ en ‘Woord’.
Het geluidsvolume van het Woord.
Geloof en kindwording.
Profeet als Mozes.
Kerkvergadering, Evangelievrucht.
Kracht Gods.
Petrus doet hypostolisch.
Zien op een afstand.
Liefhebben en haten.
Geloof moet wèrken.
Denzelfden Geest hebben.
De Tempel van vlees en bloed.
Hemelvaart of Hellevaart: Moeder of Kind. (Kerstfeest)
Kerstfeest en zielsperforatie.
Een familie in neergang en de Familie in opgang. (Oudejaarsavond 1949)
Doding en levendmaking. (Oud- en nieuwjaar)
Belijdenis en vrijheid.
‘Ik ben die man’. (Practisch syllogisme)
Geen dank.
Niet alles doorzien? Dan nu beter doen!
Bewijs gevorderd: geen ‘raka’ gesproken.
Geen ‘eigen’ epilyse.
De wang geboden.
Profeet en waarzegger.
Vijandschap, geen meningsverschil.
Allen kennen.
David en Petrus over de tong.
Zoon des mensen candidaat voor den Kurios-titel.
Bewaring.
Pelikaan of Lam? (Bij het Kerstfeest)
In 't coemeterium. (Bij de jaarswisseling)
Satan en de idee van den ‘dood van God. (Bij het Paasfeest)
Tekst-register op de Schriftoverdenkingen Deel I-III