Schriftoverdenkingen. Deel 3 (Verzamelde werken afdeling II)
(1959)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermdChristus' gebod tot eenheid.Ga naar voetnoot1)......u beijverende te bewaren de eenheid des Geestes in den band des vredes. ......opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, op en neer geworpen en omgevoerd door allen wind der leer in het dobbelspel der menschen, in arglistigheid tot het planmatig in het werk stellen van de dwaling...... ......dat gij hetzelfde bedenkt, terwijl gij dezelfde liefde hebt, één van ziel zijt, het ééne bedenkt...... We horen van allerlei kant Johannes 17 bijbrengen, om te pleiten voor eenheid tussen mensen ‘aan weerszijden van de scheur’, zoals dat heet. Johannes 17 geeft anders wel een indringende vermaning tot voorzichtigheid in dezen. In dit hoofdstuk bidt de Heiland eerst voor zichzelf; daarna voor de apostelen, daarna voor hen, die door het apostolische woord in Hem geloven zullen, opdat ZIJ allen één zouden zijn. Met welke eenheid? Die eenheid welke gegeven is in het feit van het uit Christus tezamen staan op het zelfde leer-fundament, het fundament der apostelen en der profeten. De rest is handhaving van de door de zonde en de eigenwilligheid getrokken scheuring. Men kan óók samenkomen op de basis van eigenwilligheid. Dan is dat een samenkomen van......gescheurden, die hun scheur met loze kalk bepleisteren. Intussen blijft Christus' eis tot eenheid. Wat Hij daaronder verstaan wil hebben, dat heeft Hij zijn apostel Paulus laten zeggen. We willen, in de dagen van ‘Oosterbeek’ en van andere vredesgeruchten en -suggesties, ditmaal iemand anders het woord geven, en aanhalen, wat in 1925 gedrukt is. Slechts zullen we hier en daar cursief drukken. ‘U beijverende’, wat is dat, in Ef. 4:3? Hoor: ‘U beijverende, met allen toeleg en krachtsinspanning, te bewaren, met zorg, in liefde, 2 Tim. 4:7; 1 Thess. 5:23, datgene, wat gij reeds deelachtig zijt, n.l. de eenheid des Geestes, d.w.z. dat de éne en dezelfde | |
[pagina 380]
| |
H. Geest in allen woont en heerst, zodat geen verkeerde, helse geest onder u kán komen bederven, vgl. vs. 31; Gal. 5:15, 19, 20’. De helse geest moet dus worden afgeweerd. De liefde vergeet de prophylaxe niet. Bewaren moet ze voorts wat reeds gegeven is, en kenbaar is als Geestesvrucht na beproeving naar den maatstaf der Schriften. En dit, waartoe? ‘Opdat wij niet meer kleine kinderen zouden zijn, vgl. Gal. 4:1, 3; 1 Cor. 3:1; 13:11, die nog geen zelfstandig oordeel hebben, gemakkelijk mee te tronen zijn, wien men licht van alles kan wijsmaken, en die onvast zijn, op en neer geworpen als baren der zee...en omgevoerd...door elk soort van onderricht, en alle onderwijzing, met welke men tot hen zou komen, in het dobbelspel der mensen’. Met het beeld van dobbelen zien we ‘gewezen op het wisselvallige, veranderlijke, grillig-afwisselende, speels-lichtzinnige van der mensen handelen. Deze komt met die leer, en die met een tweede, en een derde weer met een andere, enz. Maar het zijn......gene Goddelijke openbaring van waarheid. En wie nu hieraan gehoor heeft, wordt nú zùs onderricht, dán zó, nu hierheen geworpen, dan daarheen, zonder vastheid of wezenlijke kennis, naar den nuk der verschillende mensen en meningen’. Geen dobbelspel alzo: heden een formule, morgen een bindende toelichting, overmorgen die toelichting weg, daarna zestien punten, vervolgens vervangingsformule, en straks een ‘gooi’ (dat is zo iets als dobbelen) naar den term, die de werkelijkheid verloochent: het was maar een interimsformule, die vervangingsformule, en laat ons, na dien laatsten dobbelgooi, nu maar voorlopig de dobbelstenen opbergen, maar zonder verder te vragen hoe wij, die met de eigendommen die ons God heeft toebetrouwd gedobbeld hebben, het verdobbelde Hem teruggeven moeten. En nu het positieve: weest EENSGEZIND! Is dat: laat uw inzichten onderscheiden blijven, maar spijkert een eenheidsdak boven uw hoofd? Neen: het is zoals er staat: één zin hebben. en niet twee, drie, x. Paulus zegt: ‘dat gij hetzelfde bedenkt, d.w.z. uw denken en zinnen, vgl. Fil. 1:7, op hetzelfde richt......Terwijl gij dezelfde liefde hebt, d.w.z. uwe liefde naar hetzelfde voorwerp doet uitgaan, en haar bij u allen even vurig en sterk doet zijn...... ......Eenheid van denken en zinnen......(terwijl gij) ‘het éne bedenkt, d.w.z. dat éne, waar het maar alleen op aankomt, n.l. wat van Christus is, de gemeenschap, dienst en lof des Heeren’. | |
[pagina 381]
| |
Dit alles zijn woorden van wijlen Greijdanus, K.V. 83, 94, 45. Waar dus aangaande kerkleer en kerkregering en actuele erkenning, daarvan niet hetzelfde gedacht, en hetzelfde bemind wordt, daar is de leus: wij zijn toch één, bedriegelijk. Wie die leus zou blijven aanheffen, die verwerpt in dezen de stem van den Goeden Herder. Wij doen dit allen op zijn beurt. Vaak zonder het in te zien. Maar daarom moeten we elkaar ook niet verdoven en verdoffen, doch op-scherp-en in de liefde. |
|