Schriftoverdenkingen. Deel 3 (Verzamelde werken afdeling II)
(1959)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermdUniversele recapitulatie.Ga naar voetnoot1) (Bij hemelvaartsherdenking).......om in de bedeling van de volheid der tijden wederom alles tot één te vergaderen in Christus...... Het opschrift van deze naar den Hemelvaartsdag terugwijzende Schriftoverweging is ontleend o.a. aan een vertaling van het hierboven aangehaalde bijbelwoord, gelijk het was aangehaald door Irenaeus, één der ‘kerkvaders’, zoals men dit niet altijd ongevaarlijke soort van kerkekinderen met dezen niet onbedenkelijken naam pleegt aan te duiden. Irenaeus (ca. 140-ca. 202) heeft eens Christus' hemelvaart en zitting ter rechterhand des Vaders besproken onder verwijzing naar Ef. 1:10, waar Paulus zegt, dat Christus eenmaal zal wederkomen om alle dingen ‘tot één te vergaderen’. De Griekse tekst bezigt daar het woord ‘anakephalaioosasthai’, hetgeen in den bij Rouet de Journel als uitnemend behouden Latijnsen tekst wordt weergegeven met het Latijnse woord recapituleren. Hemelvaartsdag maakt, zó gezien een aanvang met de universele recapitulatie. Wat hebben we aan dat woord? Helpt het ons?
* * *
Dat zal ervan afhangen, of het in de weergave van Paulus' eigen woord uit Ef. 1:10 ‘de roos treft’. De roomse bijbelvertaling (Vulgata) gebruikt in Ef. 1:10 een anderen term (instauratie); temeer daarom vraagt ‘recapitulatie’ onze attentie. | |
[pagina 343]
| |
VelenGa naar voetnoot2) hebben zich ervan bediend. We doen maar een greep, die meteen den lezer de bedoeling kan laten vatten. John Owen (I, 147) gelooft, onder verwijzing naar Ef. 1:10, dat de engelen gebracht zijn in die ‘recovery’ (dat herstel) en in die recapitulatie van alle dingen, welke God in Christus gegeven heeft. En later, 367, v..wijdt hij aan dit laatste onderwerp een uitvoerige verhandeling: the glory of Christ in the Recapitulation of all things in Him. Onder verwijzing naar plaatsen als Col. 1:20, 1 Cor. 11:3, Ef. 1:22 en 23, roemt hij de kracht der verlossing, waardoor wat in Gods wereld verstrooid en uiteengeslagen lag, weer onder één Hoofd wordt verzameld (re-collected) als één familie-van-God, als één lichaam. Zijn deze meningen juist? Het Griekse woord uit Ef. 1:10 laat ook wel andere vertalingen toe. B.v. die van de Statenvertaling: wederom bijeenzamelen, wederom tot één vergaderen, weer bijeenlezen. Of: onder één hoofd begrijpen. Veel hangt ervan af, uit welke ‘sfeer’ men het woord afkomstig meent te zijn, of naar welken ‘levenskring’ men meent, dat het in zijn beeldspraak heenwijzen wil. Er is een mening, die zegt: het woord stamt uit de militaire wereld. Als soldaten uit het verband van den troep zijn losgeraakt, en hier en daar rondzwerven, dient men ze weer in hun legerafdeling thuis te brengen, zo mogelijk: dát zou hier de betekenis van het woord zijn.Ga naar voetnoot3) Maar anderen leggen het weer anders uit. Zij denken niet aan militaire, doch aan rekenkundige operaties. Als men bepaalde getallen op-telt, krijgt men ‘een som’, een ‘uitkomst’; ‘som’ is ‘summa’ in 't Latijn; men denkt dus aan con-summatie: de eindsom wordt opgemaakt, streep eronder: ieder weet nu de uit-komstGa naar voetnoot4). | |
[pagina 344]
| |
De Christus zou dan ongeveer zo zijn als de man, die aan het eind de rekening opsomt: kijk, nu hebt ge alles bij elkaar. Ook aan boekhouders is gedacht: ze tellen geldsommen bijeenGa naar voetnoot5). En geven dan een saamvatting van alles in de uitkomst.Ga naar voetnoot6) In het Grieks kan zo'n saam-vatting, zo'n uitkomst, immers ‘kephalaion’ (zo iets als hoofdsom, hoofd) heten? En dat woord ‘kephalaion’ ligt verwerkt in het Griekse werkwoord, door Paulus gebezigd. Christus zou dan zelf volgens dezen gedachtengang hoofd, of hoofdsom zijn; maar onder die hoofdsom zou dan tévens(!) ‘alles’ worden saamgevat (de som zou ‘in’ de som worden geteld, álles is de som, en Christus óók, volgens dezen eigenaardigen gedachtengang, die wel wonderlijk met de woorden ‘in Christus’ omgaat). En, nog is het aantal der voorgedragen meningen niet uitgeput. Sommigen wijzen op een in Paulus' tijd onder de Joden gebruikelijk woord, dat de betekenis van ‘overeenstemming’, ‘samenstemming’ heeft, en dat afgeleid is van een anderen stam, die door ‘hoofd’, of ‘uitkomst van een som’ te vertalen is. Datzelfde woord zou dan weer met het Griekse woord voor ‘hoofd’ overeenkomen; en zo zou de betekenis zijn: zowel bij-elkaar-gebracht-worden (optellen), als ook met-elkaar-overeenstemmen: ergo: in vrede samengebracht worden, in harmonie vergaderd worden.Ga naar voetnoot7) Een laatste mening willen we nog vermelden: ze wijst terug naar de retoren-scholen. Daar is een handeling, als door Paulus' woord bedoeld, een korte saamvatting, in enkele hoofdpunten, van wat tevoren breder betoogd werd.Ga naar voetnoot8) Meestal was zo'n saamvatting dan niet een ‘neutrale’, ‘ongeïnteresseerde’ weergave in een hoofdsom, doch ging ze gepaard met een ‘toepasselijk’ woord: vermaan, bestraffing, vertroosting of eisende conclusie, b.v. voor de rechtbank.Ga naar voetnoot9) Een kruising van al deze woordafleidingen en -verklaringen ontmoet men dan op onderscheiden manier. Bijvoorbeeld, als iemand het bestaat, te leren, dat de mens een mikrokosmos is, een wereld-in-het-klein, in wien de elementen der geschapen wereld als in een hoofdsom opgesloten liggen, terwijl nu Christus, als de Tweede Mens, God-en-mens in één persoon is: de mens (dat kort begrip, dat compendium van ‘alle dingen’, die mikrokosmos, wordt met het | |
[pagina 345]
| |
eeuwige Woord, den Logos, tenslotte weer verenigd.Ga naar voetnoot10) Of: zoals in civiele aangelegenheden soms een van zijn ‘hoofd’ gescheiden ‘lid’ (een van den man, het hoofd, gescheiden vrouw b.v.) tot dat ‘hoofd’ teruggeleid wordt, en zo weer ‘thuis’ komt, in den kring, waar het behoort (een vrouw b.v. die weer in het gezin teruggebracht wordt), zo komt de hele creatuur, van God gescheiden, in Christus haar Hoofd, terug, ze komt weer thuis.Ga naar voetnoot11) De creatuur is dan de verzoende ‘persoon’.Ga naar voetnoot12)
* * *
Nu dient, voor wie zelf tot een beslissing komen wil, bedacht te worden, dat het Griekse woord, hier gebezigd, niet op ‘kephale’ (hoofd), doch op ‘kephalaion’ teruggaat. Dat woord heeft duidelijk de betekenis van ‘hoofdsom’, zo b.v. Rom. 13:9, Hebr. 8:1. In Rom. 13:9 zegt Paulus, dat de geboden van de tweede wetstafel worden saamgevat in deze hoofdsom: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Dat is van al die wetswoorden de éne, in alle weerkerende hoofd-zaak. Hoofdsom der wet. In Hebr. 8:1 zegt de schrijver: van alles, wat we hierboven hebben betoogd, is nu de hoofdsom: wij hebben zúlk een Hogepriester als in het Nieuwe Testament ons wordt voorgesteld. Hoofdsom der redenering. En wie de hoofdsom afkondigt, die komt meteen tot afsluiting. Zo nu geeft God in de volheid des tijds de hoofdsom der geschiedenis. Der geschiedenis van ‘alle dingen’. De hoofdsom, niet de samenvatting ervan als in een ‘mikrokosmos’, een ‘compendium’ van alle kosmische elementen, een ‘extract’ van al wat zich roert en beweegt. Neen, van én in de geschiedenis aller dingen geeft Hij de hoofdsom. Hij geeft ze voor zich (medium). Hij brengt voor zich alle dingen tot en in hun hoofdsom.Ga naar voetnoot13) Dat is dus toch een universele recapitulatie. De áfsluitende algehele ‘opmaking’ van de hoofdsom der historie. Ze is universeel: want ‘alle dingen’ worden er in betrokken, en tot hun con-summatie gebracht. Alleen maar: die ‘alle dingen’ waren geen stilstaande grootheden; ze bleven permanent in beweging, aan en in hen voltrok zich de éne geschiedenis. Den zin daarvan verstaan wij niet uit de | |
[pagina 346]
| |
dingen, noch hun beweging zelf. Want het enigmatische (raadselachtige) ligt niet in het gesproken of geschreven Woord van God, doch in de feiten, in de geschiedenis zelf. Wij verstaan de dingen, en hun beweging, slechts in en uit het Woord. En nu kan niemand, naar de wijze van een rector, die hoofdsom der geschiedenis van alle dingen in formule brengen. Ook al gaan we op onze retorentenen staan. Want wij zien maar stukwerk, en ook zijn we maar stukwerk. Maar God is de grote Retor-Spreker, en tevens de grote Poëet-Schepper; zo wordt Hij openbaar als de enige Recapitulator-Teller. Zijn tellen is niet het tellen van een kind, dat sommen maakt, doch van den bedienaar van den tijd: het DOET wat. Het stuwt naar het einde, de beslissing. Hij spreekt in Woord en feit; in het Woord geeft Hij openbaring, in het feit wordt en is Hij openbaar. Daarom kan Hij onze hoofdsommen maken, en doet het ook; de onze zijn de zijne; Hij had ze in zijn gedachten eer wij begonnen te leven. Hij is als de redenaar, die iedereen boeit en vasthoudt: wat zal er nog meer komen? Maar ineens zegt hij: ik heb gezegd, of: amen. De redenaar ZELF, die weet wel, wanneer hij aan het slot toekomt, aan den epiloog, waarin hij alles nog eens samenvat, en de grote afsluiting geeft, de afsluiting-in-woorden. Maar omdat hier van God sprake is, die niet alleen Redenaar, maar ook Maker is, daarom is Zijn epiloog in 't spreken ook meteen afsluiting van daden. Omdat zijn doen tevens spreken, en zijn spreken tegelijk doen is, daarom is Hij, als Hij tot de hoofdsom-van-openbaring toegekomen is, meteen aan de hoofdsom-van-doen toegekomen: Hij ‘zet een streep eronder’. Waaronder? Onder zijn historische spreken? Ja. Maar tevens onder zijn historisch doen en werken en bewegen van alle dingen. De gebeden van David, den zoon van Isai, hebben een einde, staat er in den psalmbundel; de Griekse vertaling zegt dan: ze worden in anakephalaioose gebracht; hetzelfde woord als in onze tekst. De reflexieve saamvatting van den retor en de afsluitende handeling van den Handel-doende vallen samen - alleen maar bij Hem. En, dit alles voltrekt God de Heere nu ‘in Christus’. Niet in Hem als den van eeuwigheid met den Vader en den Geest als hun gelijke verbonden Zoon (Logos), zoals in Colossenzen I, doch in Hem als den verhoogden Heiland, die gezeten en gezet is aan de rechterhand van God. In dien verhoogden Christus voert God het regiment over alle dingen; ten goede en ten kwade, in zegen en in | |
[pagina 347]
| |
oordeel. Alle dingen brengt Hij in Hem tot hun besluit, tot hun voltooiing. Zo als die in zijn Raad gedacht, en in zijn spreken en doen gezegd en verwerkelijkt wordt.
* * *
Dit is de betekenis van den dag van hemelvaart: de Zoon des mensen heeft de hand gelegd aan alle dingen. De Rede Gods is over haar middelpunt heengekomen. De historie tot haar beslissing gebracht. Het drama over het derde - beslissende - bedrijf heengebracht. En nu móet alles komen tot de ontknoping. En deze wordt door Hem beheerst. Er is maar één geschiedenis, en die is ‘Christelijk’, d.w.z. beheerst door Jezus Christus. Ook is ze Pneumatisch, d.w.z. beheerst door den Geest, die alles uit Christus neemt. Wij lezen de krant, en horen de radio, en tasten naar de achtergronden van wat de democraten-in-naam ons in het tijdperk der quasie-democratie stelselmatig onthouden in hun bedriegelijke pers, hun geheime diplomatie. We vinden de hoofdsom niet; geen retor zegt precies wat hij bedoelt; hij ként trouwens zijn eigen hoofdsommen niet eens zelf; want de historische verwikkelingen slepen hem mee, en de programma's zijn dingen-van-tijdperken; en ze worden korter en korter, die tijdperken. Maar onze God in Christus heeft de hoofdsom in zijn gedachten; en als hij straks een streep zet onder alle geschieden, dan zullen we meteen de hoofdsom zien van zijn Beleid: en zalig is alsdan wie niet daaronder zal bezwijken. Want van ‘alle dingen’ is de hoofdsóm door Christus beheerst. Maar aan de ‘geméénte’ aan haar alleen, is Hij tot hoofd gegeven, gesteld niet ïn het centrum van ‘de dingen’, als hun kort begrip of mikrokosmos, doch gezet bóven en óver alle dingen, als hun beraden Regent. |
|