Schriftoverdenkingen. Deel 3 (Verzamelde werken afdeling II)
(1959)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermdDe omgekeerde wereld.Ga naar voetnoot1)Zo zijt gij een tegendeel geworden. De gelijkenis van Ezechiël 16 is een onmisbare inleiding op de prediking der lijdensweken. De profeet tekent het verval van Israël in tegennatuurlijke zonde. Het verbondsvolk wordt door hem getekend als bruid van Jahwe, den Bondsgod. Die bruid was alleen door soevereine verkiezing tot die ere geroepen; want uit de diepste ellende - als van een vondeling - had die vrijmachtige Koning haar in zijn huis opgenomen en straks had Hij haar getrouwd. Maar toen kwam de val. Het begon ermee, dat de bruid van Jahwe naar andere ‘mannen’ (‘goden’) omzag. In plaats van haar man nam zij de ‘vreemden’ aan, de afgoden, de heidenen. Maar daarbij bleef het niet. Haar eigen man (God de HEERE) had haar uit genade alles | |
[pagina 108]
| |
geschonken. Hem behoefde zij niet gunstig te stemmen, want Hij wàs haar zelf gunstig geweest, gans vrij-willig; spontaan in vrij behagen. Ook had zij niet Hem geworven; doch Hij had haar verworven; voor haar wilde Hij den prijs betalen; elk zoenoffer verkondigde dat Hij het initiatief genomen had en door het bloed van Vorst Messias zich haar kopen wilde tot zijn eigendom. Maar die andere ‘mannen’ waren niet zo als haar eigen Man. Zij ‘namen geen redenen uit zichzelf’, doch uit hun vereerders. Die moesten hun gunsten ‘kopen’. Zij hadden de goden ‘om te kopen’. De prijzen waren hoog: goud, zilver, dierenbloed, ja zelfs mensenbloed. Kinderoffers bijvoorbeeld. En zie nu hoe die bruid des Heeren vervalt van kwaad in erger. Het begon ermee, dat zij officieel haar eigen ‘man’ verliet. Maar het eindigde daarin, dat zij tegenover de vreemde ‘mannen’ de rol van vrouw niet langer volhield, doch die van den man ging spelen. Een man betaalt een bruidschat voor de vrouw. En zelfs, waar de karikatuur der liefde optreedt, ook dáár nog betaalt de man aan de als hoer optredende vrouw. Daar speelt tenslotte nog de man de mannenrol, en blijft de vrouw in de vrouwelijke rol. Maar Israël betaalt aan vreemde goden of ‘mannen’. ‘Hoererende’ wérft zij om den vreemden ‘man’ en kóópt zijn ‘gunst’. En dat is tegen natuurlijk. De vrouw speelt de mannenrol: zij koopt, betaalt, neemt initiatief. Het is de omgekeerde wereld, het tegendeel van wat zij wezen moet. Uxor inversa. Dit is een snijdend beeld. Het is de scherpste veroordeling van het Remonstrantisme. Het is een goddelijke vloek over ieder die in de lijdensweken de boodschap hoort van den Man, die den duursten prijs betaald heeft om zijn bruid te verwerven, terwijl de hoorder van zijn boodschap zelf zich wil verlossen, en den door God betaalden prijs negeert. Wie niet van loutere genade leven wil, doch zelf iets poogt te betalen dat Gods gunst zou moeten kopen, die is de uxor inversa, - hij keert de elementairste verhoudingen onderstboven. De vrouw stelt zich aan als man, de mens als God. Er is maar één manier van gezond-te-wezen: láát u met God verzoenen: wees zijn door Hem zelf betaalde eigendom. Al wie het anders wil, die is onrein. |
|