Schriftoverdenkingen. Deel 3 (Verzamelde werken afdeling II)
(1959)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermdDe zwaarste ambtsverrichting.Ga naar voetnoot1)Zo gij u niet bekeert en wordt als de kinderkens...... Men heeft van Christus' woord, over dat worden als de kinderen, heel veel gemáákt dat het niet wezen wil. In de protestantse, maar ook in de roomse kerk. Bij de fransciscanen en niet minder bij de dominicanen. Bij mystieken, ook bij cultuurfilosofen. En onder die allen zijn er velen geweest, die hierin met elkander samenkwamen: ze dachten dat Christus' woord den naieven mens tot ideaalbeeld nam. De naieve mens, die van een ambtelijke zelfconcentratie, van een doelmatige zelfbesnijding, van een krampachtige zelftucht niet weet, maar die gewoonweg zich laat gaan, zonder dat het woord den onaangenamen bijsmaak heeft van: zijn passies maar laten gaan. Men heeft 't wel nimmer zóver kunnen brengen, dat men van dezen naieven mens een immer passend beeld vermocht te ontwerpen. Een auteur als Peter Wust moet wel tussen primaire en secundaire naïveteit onderscheiden; de eerste is aan de ascetische zelfconcentratie nog niet toegekomen, de tweede kwam er al overheen. Maar hoe dit zij: de ambtelijke en elk ogenblik zich continuerende zelftucht van den ‘van boven af’ verordineerde, die ook weer ‘van boven af’ bekwaamd zich weet, en dus de permanente presentie van de wet en van den Geest Gods in bewuste zelfbinding nodig heeft in en tot een concrete doelstelling in elk ogenblik van zijn geschiedenis, dit werd vergeten, ja, verworpen. Als de kinderen zijn, - de naïveteit! Maar men vergist zich in zulke weergave van Christus' woord. Het is gemakkelijk, een kind te zijn, doch o zo zwaar is het, ALS een kind te WORDEN. Daarom staat er ook iets in de tekst, dat voorafgaat. Er staat: zo gij u niet bekeert. Zo gij niet rechtsomkeer maakt. En dat is gezegd tot grote, en tot grootse mensen. Die de kwestie van hun persoonlijke grootheid en nog-meer-dan-grootheid hadden | |
[pagina 253]
| |
opgeworpen, met het fatale gevolg, dat zij hun ambt zouden hebben verwaarloosd en deszelfs mandaten niet meer hebben aangehoord. En tot zulke lieden zegt de Christus nu: gij-hebt te WORDEN als de kinderkens. Dat vraagt bekering, zelftucht, zelfkastijding. Zelfsnijding om der wille van het koninkrijk (of kindsheid), niet tot secundaire naïveteit (of het verroesten van de remmen die de eerste zich zag aanleggen). Want ze brengt u niet tot het kind-zijn (andermaal), doch tot het als-een-kind-zijn (voor de eerste maal). Want dit woord van Christus prijst geen ontzinken aan het ambtelijke besef en aan de ambtsgedachte en aan de ambtelijke zelfbepaling aan. Integendeel: als een volwassene, die zich met een ander meten kan, wordt als een kind, en dit op bevel, en in bekering, dan is dat de zwaarste ambtsverrichting. Zwaarder lijdt er geen, dan deze. Zijn loon is dan ook pas groot - in de hemelen. |
|