Schriftoverdenkingen. Deel 3 (Verzamelde werken afdeling II)
(1959)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermdNiet in een hoek.Ga naar voetnoot1)Dit is in geen hoek geschied. Het proces van Jezus Christus, de verwerping van Hem in een officiële zitting der joodse kerkvergadering, en de overgave door den rijkscommissaris voor het bezette gebied, is niet in een hoek geschied, niet in een tegenhanger van een cosy corner, waar men dan | |
[pagina 441]
| |
thrillers kan beleven. En Paulus, staande voor een rechter, laat noch zijn Meester, noch zijn eigen procedure, waarin immers de autoriteit van zijn Meester rechtstreeks betrokken is, weer in een hoekje duwen. Hij zou vandaag geen ‘voorstel-Amersfoort’ in overweging nemen - het ware een belediging van Hem, dien God verhoogd heeft aan het kruis. ‘Verhogen’ betekent ditmaal: er voor zorgen, dat niemand de zaak in den hoek kan duwen. Dit wordt bevestigd in de bijbelse spreekwijze aangaande de ‘verhoging van Christus’. Verhoging kan betekenen: in erepositie brengen, met heerlijkheid kronen, een loon, en dan wel een verplicht loon op doorstane vernedering. Maar ‘verhogen’ kan óók willen zeggen: publiek ten toon stellen, omdat de zaak, waar het om gaat, ‘niet in een hoek geschieden’ mag, doch heel het bondsvolk, zo niet heel de wereld in rechte aangaat. Gelijk Mozes de (koperen) slang verhoogd heeft in de woestijn, alzo was het noodzakelijk, dat de Mensenzoon verhoogd werd (Joh. 3:14). Dit ‘verhogen’ betekent hier publiek en centraal tentoonstellen, zodat ieder wordt opgeroepen pen èn in staat gesteld, om te zien; vgl. Joh. 8:28; 12:32; 6:40. Dat hier niet gedacht is aan een glorieuze verhoging, blijkt uit Joh. 12:33, 34: de uitspraak over de ‘verhoging’ doelt op den dood, maar dan den publieken, den forensischen, den officiëel-‘aangeboden’, ‘gepresenteerden’, den officieel geregistreerden dood. Een sluipmoord gebeurt in een kelder; een vonnis daarentegen wordt geëxecuteerd op een schavot, zoveel voet boven den beganen grond. Dat wil dus zeggen: in den rechtsstaat van de vernedering én in den rechtsstaat der verheerlijking béide is Christus ‘verhoogd’, d.w.z. zichtbaar gemaakt, bij wetsusantie, voor degenen wien het aangaat. Hij werd in rechten ‘aangeboden’ en was een ‘oblatio’ in den zin van ‘iets dat geoffréérd werd’ zowèl toen hij ‘oblatio’ in den zin van ‘iets dat geófferd werd’ was als daarna. En wijl óók de sindsdien geopende dienst des Woords ‘niet in een hoek’, doch publiekrechtelijk, foederaal geschiedt, wordt Christus ook daar in ‘aangeboden’, met gezag; wie niet naar hem ‘ziet’, die komt om, Joh. 3:16, vgl. Num. 21:4-9. Denk ook aan de ‘elevatie’ van het offer, en aan de woorden (ver)tonen, ‘tentoonstellen’, ‘in het openbaar tentoonstellen’, zoals b.v. in Col. 2:15: God en Satan stellen Christus ten toon, publiek, aan het kruis; God ‘presenteert’ Hem als Borg en Middelaar en Offerlam, Satan als misdadiger, wiens plaats bij bandieten en rebellen is, maar in hetzelfde moment stelt de tentoongestelde zijn vijanden zèlf ten toon, | |
[pagina 442]
| |
als verslagenen, en presenteert Hij - voor wie ogen heeft, om te zien - zichzelf als Overwinnaar. Is dus de Christus een oblatie-van-presentatie in zijn vernédering, dan blijft hij dat in zijn verheerlijking; men moet altijd bedenken, dat in het begrip der ‘verhoging’, zoals het b.v. voorkomt in Filipp. 2:9, steeds het element der publieke presentatie meetelt. Daarom was de opneming-in-de-heerlijkheid, het wegrukken tot Gods troon op Goeden Vrijdagavond, wijl ze alleen nog maar den ‘inwendigen’ mens (‘de ziel’) betrof, niet publiekrechtelijk, en moest, ter fine van de publieke invasie in de glorie, van de openbare wegrukking tot Gods troon op hemelvaartsdag, ook het lichaam (de ‘uitwendige’ mens) ‘met de ziel verenigd zijnde’, het graf verlaten, onder eerbetoon van liturgen (engelen)Ga naar voetnoot2). Het rechts-begrip der ‘aanbieding’ van Christus blijve geëerbiedigd. Er worde niet mee gespeeld. Want ‘aanbieding van Christus’ is nog wat anders dan een ‘algemeen aanbod van genade’. Genade komt niet in presentatie, wel haar bedienaren, instrumenten, etc. Bovendien: Christus brengt meer dan genade; Hij komt ook met gericht. Kus den Zoon (of: den bodem) opdat Hij niet toorne, ps. 2. God heeft den Middelaar tentoongesteld, aangeboden, zoals de Koning zijn Zoon; en dat dit ook een ultimatum, en een gericht kàn zijn, en metterdaad is, heeft de Christus zelf herhaaldelijk geleerd. Al was 't maar in gelijkenissen, die later door een vrij-uit niets meer achterhoudend, spreken zijn vervangen, Joh. 16:25. Daarom sprak ook Paulus in Hand. 26:26 in parrhesie (niets meer achterhoudend) van den niet in een hoek door mensen gevonnisten en door God vrijgesproken Christus. Gebonden op aarde, niet gebonden in den hemel. Dat Israëls kerk vals wèrd, is in geen hoek geschied. |
|