Schriftoverdenkingen. Deel 3 (Verzamelde werken afdeling II)
(1959)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermdDe deurwaarder aan huis.Ga naar voetnoot1)God heeft ons geboden......te betuigen......Dezen geven getuigenis al de profeten...... Wat heeft het Simon Petrus een moeite gekost tot de heidenen te gaan met het evangelie van den Middelaar, die ‘uit de Joden’ was. God moest hem den plicht en het recht daartoe expres betekenen in een visioen (Hand. 10:1-23). Maar eindelijk is hij gegaan tot Cornelius, - een heiden, maar blijkbaar moèst hij naar dát adres. En daar begint hij te preken. Te preken van Jezus, den Messias, dat een IEDER - het woord is er uit -, een ieder, die in Hem gelooft, vergeving van zonden verkrijgt. Ieder, - ongeacht ras, bloed, bodem, leeftijd, sexe, verleden. Tevoren heeft Petrus den Christus als Bedienaar van het evangelie aangewezen (vgl. Heb. 1:1-4), zie vs. 36 (ook met variant); maar thans laat Petrus zijn Meester óók als inhoud en Ratificator van het evangelie aan de hoorders voor ogen staan: borg en priester | |
[pagina 448]
| |
is Hij, en - Hij beschikt (vgl. Mt. 28:19) over de wéreldmacht, vs. 43, 36. Als Profeet heeft deze Christus zich bewust in den tijd van zijn ‘omwandeling’ in Palestina gedrágen, nadat Johannes de Doper was opgetreden als de laatste der profeten. - Als den láátsten hebben hem althans de apostelen leren zien, zodra zij Jezus Christus als vervulling der profeten zagen, vs. 36, en bovendien begrepen, dat Diéns actieradius niet meer zo smal was als Israëls ‘bezet gebied’, doch zo brééd als de wéreld, vs. 43. Hij had ook officiële ‘getuigen’ meegenomen op zijn wandelwegen, gelijk ook andere profeten zulks deden, b.v. Jesaja, 8:2, of Jeremia, 32:10, 25, 44; en die ‘getuigen’ waren bij Hem de apostelen geweest, van wie er één aan 't woord is, hier, vs. 39. Dezelfde getuigen waren nu op het appèl, en bij de hand om de identiteit van den gedoden en toch weer levenden profeet te bezweren, en de eenheid van zijn heilswerk vóór èn ná Golgotha ook. vs. 41. En, waar ditmaal in Cornelius' huis de roeping-door-het-evangelie voor het eerst, met een extra gesigneerde vergunning-van-boven, tot de heidenen komt, daar wordt deze Profeet der wéreld niet op een presenteerblaadje ‘aangeboden’. O neen, om te kunnen ‘aanbieden’ bij heidenen had Simon Petrus van het Raadhuis hierboven, van het Generale Hoofdkwartier, een extra ‘Permit’ nodig gehad. Om te GAAN, om bij ‘zúlk volk’ binnen te gaan. Maar nu hij er eenmaal is, met Permit, ja, met Dagorder (vs. 42), nu valt er niets te soebatten, doch alleen te bevelen. Geen ‘permissie’ krijgen die heidenen, om er-eens-over-na-te-denken, en dan later te beslissen, - o neen: het Woord komt met gewèld, en de Profeet-Borg wordt met réchtsklem ‘aangeboden’; het griekse woord (diamarturomai) uit vs. 42 betekent: verkondigen met een ernstige waarschuwing, óf: verzekeren met officiëlen nadruk: de boodschap der ‘marturia’, der getuigenis, vs. 43, van álle profeten, komt heden in ‘dia-marturia’: ze krijgen, om zo te zeggen, een bode, een agent van het Hemelse Stadhuis op bezoek; zij hebben zelf hem gehááld, maar dát zette geen zoden aan den dijk. Neen, - de hemel heeft hem gestúúrd, vs. 42, en de hemel gaf zijn agent opdracht, de marturia van alle profeten te brengen, heden, in ‘dia-marturia’, in versterkten graad; de agent-van-Boven komt hun de boodschap ‘betekenen’, zo iets als een deurwaarder doet. De hoofdzaak is hiermee gezegd, de lijnen zijn getrokken, de finale perfect. Want, - als Petrus met ‘het evangelie Gods’ in de hand voor het eerst in een heidens gebied verschijnt als Bode- | |
[pagina 449]
| |
van-het-Stadhuis-van-Boven-Jeruzalem (Gal. 3:26, Filipp. 3:20), dan toont hij daar de handtekeningen van alle profeten onder den tekst, waarvan hij plechtig proclamatie doet. De tekst was zó oud, dat stuk voor stuk de profeten hun naam eronder kónden zetten; en toen de laatste oud-testamentische profeet, de Doper, had gesproken: kijk, die Jozua van Nazareth daar, die is het nu, in wien de belofte in vervulling gaat, toen waren door den aangewezen Jozua de getuigen erbij gehaald, de apostelen, om de ‘marturia’ aangaande wat komen móest te brengen in ‘dia-marturia’, dewijl inmiddels hetgeen komen móest gekomen wás. Het aanbod van den Middelaar was hiermee in perfecte èn universele oblatie gekomen; Hijzelf presenteert zich boven, zijn getuigen presenteren Hem beneden. Trouwens, als men in profetenkringen getuigen erbij haalt, dan is God Jahwe tenslotte bij al zulken handel bedoeld als Eerste en Laatste Getuige (Jer. 42:5; Mal. 3:5; Jer. 29:23; 1 Sam. 12:5 v.). Dia-marturia, de boodschap kwam per deurwaarder. Vergeten we het niet. De deurwaarder komt niet viermaal per jaar, doch elken Zondag belt hij aan. De deur dicht houden helpt niet. De Overheid heeft nog wel andere middelen om in te komen. |
|