Schriftoverdenkingen. Deel 3 (Verzamelde werken afdeling II)
(1959)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermdZoon des mensen candidaat voor den Kurios-titel.Ga naar voetnoot1)Wat zou het dan zijn, zo gij den Zoon des mensen zaagt opvaren, daar Hij te voren was? Het heeft bij theologen de aandacht getrokken, dat de Heiland zelf zich veel vaker ‘Zoon des Mensen’ noemt, dan ‘Heer(e)’ laat noemen. Men heeft dat ook op dien ‘grond’ beweerd, dat de naam Kurios (Heer, in glorieuzen zin, Eigenaar, Machthebber), hoewel aanvankelijk niet in gebruik bij de christenen in Palestina, later door Paulus in de kerk is ingedragen. Min of meer als tegenstelling met wat het ‘primitieve’ geloof behelsde. Nu is dit beweren van een contrast onjuist. Dat de Heiland zichzelf bij voorkeur Zoon des mensen noemt, en dit steeds weer, staat vast. Maar dat is geen tegenstelling met Paulus, die Hem ‘Heer’ noemt (Filipp. 2), en die het immers alles ‘heeft ontvangen’ wat hij aan de kerk heeft ‘overgegeven’? Want de naam Zoon des mensen is ontleend aan Daniël 7:13. Daar komt een prachtige tegenstelling aan het licht. Er rezen voor Daniëls benauwden geest de beelden op van geweldige wereldmachten, sterk, en tot de tanden gewapend, als beesten-van-geweld getekend: grijphanden, klauwen, tanden, en wat meer op macht en geweld wijzen kan. Tegenover die wereldmachten lijkt nu het kleine kerkje Israëls een welhaast verdwijnend ding. | |
[pagina 545]
| |
Maar - geen nood. Op een lichten wolkenwagen, d.w.z. langs een voor mensen nimmer aan te leggen noch te betreden weg, wordt daar iemand voor den Heere geleid. Gode gepraesenteerd. Het is ‘maar’ een gewoon mens, geen kind van Adam (anthropologisch) maar van ‘Enos’, d.w.z. een doodgewoon mensenkind, zonder gedaante of heerlijkheid, zo iemand als ‘een man-uit-het-volk’, om niet te zeggen: uit de massa, van de straat. Een mens van gelijke beweging als wij. Ongewapend, temidden van al die sterke ‘beesten’...... Maar, hij wordt voor den Heere God geleid. En dan wordt Hem het oordeel gegeven. Hij wordt met wetgevende en uitvoerende macht bekleed, zij het, onder verantwoordelijkheid van den ‘Oude van Dagen’, den God der eeuwen. Zo is dus de naam Zoon des Mensen de naam voor 'n candidaat voor den Kuriostitel. Hij wordt voor den Heere geleid; en daarna zal hij factisch de macht hebben. De Kurios-macht. Die bestemming tot de Kurios-macht ligt dus in den aan Daniël ontleenden titel: Mensenzoon. De feitelijke Kuriosmacht ligt in het verschiet. Is het dan wonder, dat Christus zelf dien naam Zoon des mensen gebruikt, bij voorkeur, in de dagen Zijner vernedering? Hij weet het immers, en wil 't ook zeggen: dat Hij van boven kwam. En ook, dat Hij weer naar boven gaat. Straks. Na volbrachten arbeid. Daarom zegt Hij in Joh. 6, in allerlei toonaard: Ik ben het brood des levens, dat gebroken worden moet. Ik moet vernietigd worden, anders lééft gij niet. Ik ben ‘maar’ ‘een’ mensenzoon, en terwijl ik hier sta, herkent gij mij niet; gij meesmuilt: wij kennen toch zijn vader en moeder, uit die timmermanszaak? Maar al ben ik dan ‘niet meer’ dan (slechts) ‘een’ (gewone) mensenzoon, Ik ben toch ‘niet minder’, Ik ben ‘niemand minder’ dan ‘DE’ (boven allen staande) Mensenzoon, Die van Daniël's visioen. Want ik KWAM van boven (Joh. 3:13). Ik kwam langs den wonderweg. En ik ga er ook weer heen (Joh. 3:13:6:62) langs dienzelfden wonderweg (met de wolken). En dat is nu wel ‘ergerlijk’ voor uw joodse vlees. Maar het is toch zo. En als straks de priester Kajafas mij laat ‘breken’, dan word ik precies wat ik wezen moet: het voor u gebroken brood. En dan zult | |
[pagina 546]
| |
gij meteen (‘van nu aan’) den Zoon des mensen zien heengaan als Machthebber, Kurios, op de hemelwolken (Matth. 26). Onze kinderen moeten dus niet maar één keer, doch minstens drie maal zingen van den ‘lichten wolkenwagen’. Eerst: op een lichten wolkenwagen werd de Heer NAAR d' aard gedragen (kerstfeest). Dán: op een lichten wolkenwagen wordt de Heer VAN d' aard gedragen (hemelvaart). Eindelijk: op een lichten wolkenwagen wordt de Heer naar de aard' HERdragen (wederkomst ten oordeel). Hij is van boven. Hij kómt ook altijd van boven. Altijd transcendeert Hij ons menselijk vermogen. Als God. En als God-en-mens-in-één-persoon. Maar Hij blijft de ‘bar-enoosj’, de man van gelijke beweging als wij. Onzer een. Maar dan gequalificeerd tot de Kuriotes: het Kurios, het Heer-in-glorie-wezen. En juist daarom wórdt Hij de Kurios, want Hij heeft zich laten breken in den dood. Wij eten het brood. Wij eten zijn lichaam. |
|