Inhoudsopgave
Ter inleiding
Wat sterft, dat sterve.
Gaan als de blinden.
Niet aangedrongen.
De strijd om de banier.
Brandende harten.
Wel Davids luit, niet Davids lied.
Verbergen en Doorgronden.
Beproeving.
Bedekking en dienstvaardigheid.
Bewezen onbekeerlijkheid.
Geen zwaard.
Wie kan?
Bloed en Lied.
Reclame.
Alle dingen blijven. (Nieuwjaar)
Eigendomsrecht. (Biduur voor het gewas.)
Zie, de mens.
Spreekwoordvervlakking.
Galilea genezen.
Het beest genezen.
Gods volk genezen.
Den Geneesmeester ontvlucht.
Het Heidendom genezen.
Belijdenis.
Wat en wien? (Biduur voor het gewas.)
Gedenk mijner......
Pinksteren.
Eerste apologie.
Verborgenheid en verbond.
[Honderd en zes overdenkingen.]
Goud, wierook en mirre.
Stille uitgang.
De andere weg.
Jozef vermaand.
Dromen dromen.
Geen verdringing.
Vervulling.
Roepen en wederom roepen.
Roepen voor altoos.
Voorzienigheid en voorzichtigheid.
Gehoorzaamheid en voorzichtigheid.
Te Nazareth.
Nazarener en Nazareners.
Iets goeds uit Nazareth?
Woestijn en stad.
Uit en in den tempel.
Niet eten en niet drinken.
Wel eten en wel drinken.
‘Klerentheologie’.
De onbekleedbare.
Adderengebroed.
Adderen-vlucht.
Nieuwe schepping.
Ongeschiktheid.
Gezag en ervaring.
Gezag en openbaring.
Gebod en leven.
Gebod en levensopenbaring.
Gebod en levensontplooiing.
Overwinning in verzoeking.
Schatplichtig aan den tempel.
Schatplichtig aan den troon.
Gevraagde of ongevraagde betaling.
‘Omhaal’.
‘Mensenvissers’.
Discipelschap - een vertrouwenszaak.
Discipelwerving - geen proefneming.
Verwonderd staan.
Verwonderd doen staan.
Overspeligen garantie vragend.
Het Woord, garant voor zichzelf.
Vergelijk noch vergelijking.
Vergelijking - zelfbedrog.
Meer dan Jakob.
Meer dan Salomo.
Meer dan de tempel.
Geen anecdote maar gericht.
Geen toverij, maar gericht.
Het lichtere - bij ons.
Het lichtere - bij God.
Het lichtere - op den weg tot God.
De zij-weg.
Uit den weg!
Den weg niet opbreken!
Vergelding - met vermenigvuldiging.
De kwitantie voldaan.
Satanische zevenvoudigheid.
Zevenvoudigheid, de bate der bete.
De verrader ontmaskerend den verrader.
Schrikkeldag.
Rekwisitie.
Het mes.
Des Heeren knecht en de priesterslaaf.
Zedekia en Christus en de slaven.
De katheder van Jezus.
De katheder verloochend
Het gescheurde kleed.
Het gescheurde gordijn.
De gang der doden.
Christus en het geplaagde geweten.
Christus en het zich vervoordelend geweten.
Akeldama - kerk-hof-ironie.
Bewustheid van den eeuwigen dood.
Bewustheid van den tijdelijken dood.
Bewustheid van den geestelijken dood.
Zeven woorden.
Het eerste woord.
Het tweede woord.
Het derde woord.
Het vierde woord.
Het vijfde woord.
Het zesde woord.
Het zevende woord.
Hond en leeuw.
Het bedekte bloed en de gesmoorde stem.
Oordeel naar den mens in het vlees.
Leven naar God in den Geest.
Kerkhof-profetie tegen kerkhofprotest.
Drie dagen en drie nachten uit 't hart der aarde.
De stem uit de doden.
De koningsstad - het juiste adres.
De koningsnaam - de juiste titel.
Van lankmoedig uitstel tot genadig afstel.
Uitstel zonder afstel.
Actieve permissie.
Vóór-gaande permissie.
De ongelukkigste?
Naasting.
Christus' Lijdensresten.
Lijdensresten geen lijdenscopieën.
De greep van Abraham.
Golgotha en de Sinai-top.
Golgotha en Hor.
Golgotha en Nebo.
Golgotha en Moria.
Golgotha en de poort van Jericho.
Het adventswonder - geen vrucht van vergelijkende wijsheid.
Kerstfeestviering en heilshistorie.
Genezing - een ultimatum.
Het ultimatum - de uiterste, wijl de eerste wil.
Garantiebewijs.
In vogelvlucht.
Paasfeest.
Het graf en de eigendom.
Voorbidder in den Lijdensnacht.
Actieve permissie.
Vragen genoeg.
Laatste vermaning aan het volk.
Gebed en verhoring.
Bij het Pinksterfeest.
Slapheid en bederf.
Geen bewijs; geen aanbeveling.
Om welke oorzaak.
Het feest der armen.
De weg van den bemiddelingsman.
Het machteloze en effectieve Middelaarschap.
Het Machteloze Middelaarsuitzicht en het effectieve Middelaarsinzicht.
Bij het Paasfeest.
Nog éénmaal. (Pinkster).
Bevoegdheid. (Heilig Avondmaal)
De Onbekende?
De Alledaagse naam.
Kerstfeest.
‘Oorlog op aarde’.
Pinksterfeest ‘in het huisje’ en ‘bij het bleekje’.
Omkering van het teken.
Christus en de ‘vrijwillige bedelaar’.
Slotakkoord.
Waarom? Keer weder.
Afgrijzing: het slotwoord.
Voor en tegen.
Boete- en Bededag.
‘Coetus et Congregatio’. (Pasen)
De tweede dood.
Satan en Geschiedenis.
De deur der wereld valt vanzelf in 't nachtslot.
Het einde der Sofismen.
Naar het proza van den hoogsten Profeet.
Het einde dwingen. (Kerstfeest)
Geestestaal en Bruidstaal. (Oudejaarsavond)
Het oratorium van het moratorium.
Zie, de mens.
Zie, de mens. (Avondmaal)
Alle dingen onderworpen. (Pasen)
Edelen en volk.
‘De schilden der aarde’. (Ter gelegenheid van de Oranje-herdenking).
Beneden en boven. (Na Pasen)
Hemelvaartsvrucht.
Bij het Pinksterfeest.
Als van vuur.
Drieduizend.
De Auteur bevestigt de uitlegging van zijn eigen Psalm.
Zelftucht-mandaat voor later tijd.
Een goede buur is slechter dan een verre vijand.
Alledaagse toorn.
God, Die de doden opwekt.
Het teken van niet-teken.
Stigmatisatie.
‘In de crisis brengen’.