Schriftoverdenkingen. Deel 1 (Verzamelde werken afdeling II)
(1956)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermdOverspeligen garantie vragend.Ga naar voetnoot1)Het (een) boos en overspelig geslacht verzockt een teken. Christus, zo zagen wij, wil de mensen in verwondering zetten, opdat zij in schaamte komen vanwege hun ongeloof. Maar de mensen, wat doen zij ermee? Hier is het antwoord: een overspelig geslacht verzoekt een teken. Dat woord is een voorbeeld van Christus' ijzingwekkende welsprekendheid. De mensen zeggen: Heere, wij willen wel met het hart, maar wij kunnen niet met het hoofd: geef ons een teken, en als ons verstandelijk bezwaar wegvalt, dan staat ons hart gereed om U te erkennen. Maar Jezus ontmaskert die leugen: zij vragen voor hun verstand een garantieteken; maar hun verstandelijk bezwaar is maar voorgewend: hun hart deugt niet. Zij zijn een overspelig geslacht. Het is niet onmacht van het hoofd, maar onwil van het hart. Jezus spreekt opzettelijk van een ‘overspelig’ geslacht. Hij denkt hier aan de bijbelse prediking, dat God Israëls Man, en Israël Gods bruid is: Hij heeft dat volk Zich ondertrouwd in gerechtigheid. Maar het volk bedrijft overspel, het breekt, liefdeloos en ongelovig, de echtelijke trouw jegens zijn God. Nu was er een wet, die bepaalde, dat men een vrouw, die van overspel verdacht werd, onder een Gods-oordeel plaatsen moest; zij kreeg dan bitter water te drinken, en haar onschuld of schuld werd zo door God zelf vastgesteld. Zinspelend op dit ceremonieel gebruik, zegt ergens een Joods geschrift, niet zonder enig cynisme: hoe meer echtbrekers er zijn, des te minder wordt het bitter water gedronken. Dit woord is slechts de halve waarheid. Want arglistig is het overspelig hart. Als de echtbreekster voelt, ontdekt te zijn en toch niet ontmaskerd worden wil, dan tracht zij het Gods-oordeel vóór te zijn door zelf een teken van betrouwbaarheid te eisen van de àndere partij, van den man, die trouw gebleven is. En dat is Israëls zonde tegenover den Christus. Heeft Christus niet juist een bezetene ge- | |
[pagina 144]
| |
nezen en was dat wondervolle teken niet een doorslaand bewijs van zijn betrouwbaarheid als Gezondene Gods? Ach. Christus is het grote Godsoordeel; in zijn nabijheid wordt het boelerend volk in een ogenblik in zijn trouweloosheid doorzien; het Gods-oordeel komt naar hen toe en het is levend en krachtig en scherpsnijdend en immer dringt het zich op. Maar de echtbrekende natie wil er niet aan; en nu is de overspelige de brutale geworden; zij keert de rollen om, en zegt: bewijs uw waarheid en waarachtigheid; doe een teken, u ten goede! En zo doet nu alle overspelig volk en ieder echtbrekend hart in een afvallige eeuw, en in het wederhorig uur. Waar de trouw bestaat, daar is het teken overal; daar wordt het niet gevraagd, maar vanzelf gegeven. Maar de ontrouw roept om een teken, omdat zij zelf niet wil betekend zijn. De liefde speelt haar eerste spel door een teken te geven; de liefdeloosheid speelt haar laatste troef door een teken te eisen. Wie Gods trouw en waarheid disputabel stelt, bewijst, dat hij het Gods-oordeel over zijn eigen ontrouw en leugen niet verdragen wil. |
|