Schriftoverdenkingen. Deel 1 (Verzamelde werken afdeling II)
(1956)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 150]
| |
Meer dan Salomo.Ga naar voetnoot1)En zie, meer dan Salomo is hier. Tracht u Salomo's wijsheid maar niet voor te stellen. Van zijn 3000 spreuken en 1005 liederen is maar een héél klein deel bewaard gebleven. Het grootste deel van zijn nalatenschap ging teloor. Neen, een voorstelling kunt ge u niet vormen. En toch moet gij nog boven dien Salomo, die reeds voor u niet na te rekenen is, den Christus Gods verheffen. Van Salomo kunt ge nog afkomen, maar van Christus niet. Reeds daarin is hij de Meerdere. Salomo staat van den gewonen man zo heel ver af. Zijn wijsheidsvonnissen worden in het paleis geveld, en hoeveel schildwachten staan daar niet voor de poort? Men kon over Salomo's wijsheid dromen, gelijk over een sprookje. Maar Jezus is ‘hier’. Hij staat midden onder de massa, en die moet met Jezus' meer-dan-Salomonische-wijsheid maar zien klaar te komen. Men kan Salomo's wijsheid zich zo eens laten vertellen in dromerige uren of onder een klapperboom; en wilt ge er niet van weten, nu ja, Salomo's wijsheid is aristocratisch genoeg om u niet lastig op de hielen te zitten. Salomo zit ‘daar’, ginds, in zijn paleis. Maar ‘hier’ is Jezus. Wie ontkomt zijn wijsheid, die ons leven zoekt? Ja, Salomo is wijs; maar alwijs is Christus. Salomo maakt spreuken, die men tellen, en liederen, die men nummeren kan. Maar Jezus heeft maar éne spraak, en Hij heeft maar één thema. Van Salomo had ieder een bloemlezing; men kon slechts een deel van hem opnemen. Maar van Jezus moet gij alles hebben; alles of niets. Salomo denkt over de bomen en over het vee en over het kruipend gedierte en de vissen. Maar Jezus hoort het ganse schepsel zuchten. Salomo knecht de natuur aan de genade; cederen van den Libanon maakt hij tot tempelhout. Maar Christus wil de natuur vullen met de genade; laat de cederen maar staan, zegt Hij; want overal is een tempel, waar in geest en waarheid gebeden wordt. Hij komt verder. Daarom is Christus' wijsheid zo critiek voor ons. Salomo is aantrekkelijk; ze komen uit alle landen om die ‘interessante’ figuur te bewonderen. Jezus is niet interessant; Hij is vreselijk. Hij graaft zó grondig, dat ge ervan ijst. Hij is niet aantrekkelijk, want niemand komt tot Hem, tenzij de Vader hem ‘slepe’. Salomo trekt kunstige bogen en cirkels. Christus omspant ze alle. Salomo tekent zijn cirkels voor mijn ogen, maar Christus neemt mijzelf zo maar op in | |
[pagina 151]
| |
den wijden boog, dien Hij omspant. Salomo heeft een wijsheid, die, tenzij de Geest hem bizonder drijft, altijd disputabel blijft. Maar in Christus Jezus is letterlijk niets disputabel, al schijnt ook alles ergernis en dwaasheid. Daarom is Salomo's wijsheid voor ongelovigen en gelovigen beide: deels te weerspreken, deels te aanvaarden; maar Christus' wijsheid wordt door den vleselijken mens geheel verworpen, door den geestelijken mens geheel aanvaard. Van Salomo leert niemand alles, en ieder iets. Maar van Christus' wijsheid heb ik alles, of ook volstrekt niets; want meer dan Salomo is hier. |
|