Schriftoverdenkingen. Deel 1 (Verzamelde werken afdeling II)
(1956)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermdHet lichtere - bij God.Ga naar voetnoot1)Het is lichter, dat de hemel en de aarde voorbijgaan, dan dat één tittel der wet valle. Een zondaar aan te zeggen, dat God over hem vredesgedachten denkt, dat vinden de mensen gemakkelijker, dan een ziekte aan te pakken en te genezen. Zij beslissen gauwer over de zedelijke eisen van Gods recht, dat tegen den zondaar roept, dan dat ze in den | |
[pagina 157]
| |
natuurlijken loop der dingen ingrijpen. Maar Christus ziet het precies andersom. Dat de natuur onderstboven keert zal eerder geschieden, dan dat de wet, de orde Gods, ook maar in het kleinste onderdeel, gebroken wordt. De aardkorst barst gemakkelijker, de bergen spuwen of springen eerder, alle krachten der natuur ontwaken lichter tegen elkaar ten oorlog, dan dat in het gelaat van den Wetgever van hemel en aarde ook maar een rimpeling komt. Wij hebben met een God te doen, die de zon laat stilstaan te Gibeon en de maan in het dal van Ajalon, opdat Israël optrekke van kracht tot kracht, steeds voort; maar die heel dat volk laat struikelen over één onbeleden zonde van den schichtigen dief Achan. Eerder houdt Elia den regen in, wel 3½ jaar, dan dat de honden het bloed van de Tyrische Izebel niet zouden lekken, alsmede dat van Achab. Waar wet is, wijkt wonder. Zal er ooit een evangelie der verlossing zijn. dan zal eerst de wet moeten bevredigd zijn en dat altijd moeten blijven; nooit valt één van Gods woorden ter aarde. Christus kan Jammen en kreupelen alle dokters laten voorbijgaan. Maar als Hij hen den wetgever zou doen voorbijlopen, dan zou God zelf hem tegendreunen: gij zult niet: ik ben de Heere. Eerder blijft van het buitenste der schepping niets meer over, dan dat het binnenste van den Schepper tegen zichzelf zou worden verdeeld. God vlakt bergen eer dan letters uit. Laat ons dit goed onthouden. Er zijn er, die het oneerbiedig vinden, of te koud, of te verstandelijk, lang te worstelen met het recht van God. Zij willen er niet van weten, dat er mensen zijn, die de vraag van hun aanneming bij God niet durven losmaken van die àndere vraag, of aan Gods recht voldaan is. Zij gruwen van een ‘bloedtheologie’, die van Christus' borgtocht spreekt, om het recht zijn loop te laten. Zulke mensen protesteren tegen Christus. Zij bedoelen het zo wel niet, maar het is toch zoo: Christus betuigt hier tegen hen. Een evangelie van enkel zachte woorden vindt Hij vreemder dan een wereldkatastrofe. Als iemand zou horen, dat zijn zonde vergeven was, en hij zou niet weten, dat aan het recht Gods strikte betaling geschied was, dan moest hij zeggen: van zulk een evangelie tuiten mij de oren, het is nog vreemder, dan dat alle werelden zouden kraken. Het is moeilijk, in dezen hogen zin gereformeerd te zijn. Het is nog veel moeilijker, het niet te zijn en toch te geloven: mijn zonden zijn mij vergeven. Want de hemel wijkt eerder uit zijn stand, dan dat ik verlost word zonder recht. Christus verwijt ieder, die de rechtsbetaling uit het geloofsleven schrappen | |
[pagina 158]
| |
wil, dat hij over de grootste warigheid heenloopt met menselijke lichtvaardigheid. Verzoening zonder voldoening is wonderbaarlijker dan de ondergang der wereld. |
|