Schriftoverdenkingen. Deel 1 (Verzamelde werken afdeling II)
(1956)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermdDe katheder van Jezus.Ga naar voetnoot1)Dagelijks zat Ik bij u, lerende in den tempel. Het is vertroostend, dat Jezus een katheder heeft gehad. Een katheder is een ‘zit-stoel’, gelijk die door Israëls leraars wordt bezet; hij behoort tot het leraarsambt. Jezus heeft in den tempel gestaan, maar Hij heeft er óók gezeten. En dat is van zó grote betekenis, dat Hij in zijn lijdensnacht zich niet zozeer op zijn staan, als wel op zijn zitten beroept. Dagelijks ‘zat’ Ik bij u in den tempel, zo betuigt Hij. Eens kwam Jezus op het feest in den tempel. Daar stonden de katheders van Israëls voorname leraren. Die aristocraten pleegden alleen maar te zitten. Ze waren de officiële geestelijke stand; men moest hun adres maar weten en wie wat nodig had moest maar tot hen komen. Het zijn kathedermensen, ze hebben niets van driftige, opstandige profeten, die ook ongeroepen op het appèl komen. Welnu, op dat feest, toen de geestelijke stand praalde in zijn katheder, zóveel voet boven den beganen grond, toen kwam Jezus binnen. Hij hàd geen katheder of tabberd. Maar Jezus ‘stond’ en ‘riep’. De anderen zitten. Hij staat. De anderen doceren met rustige, ietwat voorname stem. Maar Jezus getuigt, profeteert, roept, ‘schreeuwt’. Dat was de bliksem, die het huis der katheder- | |
[pagina 178]
| |
wijsheid lekken kwam. Het brandende messiaanse getuigenis tegen het verflenste, rabbinistisch betoog. Maar denk nu niet, dat Jezus alleen maar ‘staat’ en ‘roept’ zoals de leraars van Israël met zitten genoegen nemen. Het zou een kwade Zaligmaker zijn. die met bliksemschichten werpt, en wel verblindt, maar niet ‘verlicht’ een iegelijk mens, komende in de wereld. Neen, Christus kiest den katheder ook. Niet haar alleen; maar wèl haar óók. Staande profeteert Hij; doch zittend legt Hij uit. Hij is barmhartiger dan zij, die alleen met paradoxen werpen, om uw gedachten te verwarren. Hij zit als leraar onder leraars; Hij heeft een adres en een spreekuur. Men kan rustig overwegen, wat Hij leert. De staande Jezus is de profeet, die getuigt; de zittende lezus is de leraar, die betoogt. Als Hij staat, dan werpt Hij het wonder tussen de mensen in, dat zij schrikken en beven. Als Hij den katheder bezet, dan legt Hij het wonder weer uit; het blijft een wonder van boven, maar de mensen mogen zich gewennen aan God en vrede hebben. Indien Christus alleen had ‘gestaan’, d.w.z. als een wolkbreuk, als een donderslag, als een aardbeving aan de dommelende mensen voorbijgetrokken was, Hij zou onze Middelaar niet kunnen zijn. Maar de katheder bewijst, mèt zijn staan in Gods huis, zijn Messiaanse trouw: Hij schikt zich naar onze bevatting en onze beperktheid en werkt daarin uit Gods verborgenheden. Jezus heeft zijn katheder temidden van den stoel der dwazen en leugensprekers gesticht; en dat is zijn gehoorzaamheid. Zijn kathederloosheid bewijst, dat Hij het platte vlak van onze menselijke overleggingen snijdt van boven; doch zijn katheder bewijst, dat Hij ons op dat platte vlak heeft aangenomen en daarop met ons meegaat tot verlichting en genezing. |
|