Schriftoverdenkingen. Deel 1 (Verzamelde werken afdeling II)
(1956)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermdGenezing - een ultimatum.Ga naar voetnoot1)Heere, laat hem ook nog dit jaar, totdat ik om hem gegraven en mest gelegd zal hebben. In den geneesmeester Christus toont God Zijn grote liefde, maar ook zijn uiterste souvereiniteit. De verschijning van den geneesmeester wordt gedragen door Gods-wil-tot-het-uiterste, zij is ultimatum. Met ronde woorden heeft Christus zelf het gezegd. Wij hebben hier het oog op de verhouding van Christus en den Doper. | |
[pagina 250]
| |
Hebt ge er op gelet, dat schijnbaar Johannes de Doper door Christus verloochend is, juist in zijn genezingswonderen? De Doper dreigde: uw hoge boom wordt geveld, uw dorre akker ter verwoesting overgegeven. Het is zeer nabij. Daarna komt de Christus en - de boom wordt gespaard, de akker bemest; en Israëls zieken worden genezen. Dat is zó wonderlijk, dat de Doper zelf in zijn gevangenis met dit contrast tussen zijn dreigement en Jezus' genezingswonderen niet klaar komen kon. Maar Jezus zelf komt op om dit raadsel te verklaren. Hij herinnert er aan, dat de Doper opgetreden is in Judea, de voornaamste provincie, en zijn stem liet dreunen tegen Jeruzalem, de hoofdstad. Nu is Jeruzalem in Gods wijngaard een opvallende boom. Valt een enkele vijgeboom in een voor wijnbouw bestemden akker niet op? Zo valt Jeruzalem op als Israëls voornaamste stad; de wijngaard, dat is Israël, de vijgeboom is Jeruzalem. Maar Jeruzalem heeft van den Doper moeten horen, dat God het oordeel over de stad en over haar groten brengt; want God zoekt vruchten van den vijgeboom, maar Hij vindt ze niet. En drie jaar lang, sedert het begin van het wakkerschuddend werk van den Doper, stelt die dorre boom den eigenaar van den wijngaard, God, teleur. Daarom moet de boom nu vallen: maar hoor, de wijngaardenier waagt nog een laatste poging. Hij zal nog één jaar bijzondere zorg juist aan dien énen boom besteden; hij zal hem bemesten en besproeien. Helpt dat, dan kan hij blijven staan. Maar blijven ook dan nog de vruchten weg, dan valt hij - onverbiddelijk. En dit voorstel wordt aangenomen: het wordt tot ultimatum verheven. En nu zien we iets verschrikkelijks. Christus komt naar de hoofdstad; en daar geneest en troost en verbindt Hij. Het is heerlijk, maar ook verschrikkelijk. Want het is een ultimatum. Gods stad wordt genezen; de hand, die geneest, moge zacht zijn, het oog van den geneesmeester dreigt en zijn hart broedt over den eeuwigen dood van wie hij voor den tijd tot het leven terugroept. Hier ligt óók de ergernis en de dwaasheid der prediking. Ze is er in de wonden van den Christus, maar ook in de genezing van de mensen, wier kruis de Gekruiste heeft verlicht. De tintelende ogen van eertijds blinden, de vlugge benen van vroeger verlamden, de blonde kopjes van door Jezus gezegende kinderen, de intimiteiten van Bethesda, - het is alles ultimatum. Ook nu. Ons tijdelijk leven is ieder ogenblik 'n ultimatum; het is 't uiterste bevel, dat het eeuwig leven moet aanvaard worden uit Gods hand om Christus' wil. |
|