Schriftoverdenkingen. Deel 1 (Verzamelde werken afdeling II)
(1956)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermdSatanische zevenvoudigheid.Ga naar voetnoot1)Dan gaat hij heen en neemt met zich zeven andere geesten, bozer dan hijzelf en het laatste van dien mens wordt erger dan het eerste. Alzo zal het ook met dit geslacht zijn. Van het zeven-tal houden zowel Geest als Beest. Want ‘zeven’ duidt aan: de volkomenheid, de afronding, het gereedkomen met zijn werk. De Bijbel begint met den énen Geest; want van Hem spreekt reeds de eerste bladzijde van Genesis; doch hij eindigt met de zevenvoudigheid des Geestes; want de eerste bladzijde van het laatste bijbelboek geeft ons den zegen van ‘de zeven Geesten’, die voor Gods troon zijn. Zo wordt des Geestes eenheid in het zevental uiteengelegd, gelijk het ene zonlicht in zeven kleuren uiteenvalt; maar de zevenheid keert ook tot de eenheid weer; al wat de Geest doet is onafscheidelijk één. En nu het Beest? Jezus Christus predikt ons, dat ook Satan zich opworstelt naar het zevental. Om Israëls bederf te tekenen, kiest Jezus het beeld van een van den duivel bezetene, die eerst ten prooi was aan één duivel. Toen die éne duivel uitgeworpen was, had hij zijn slachtoffer verlaten, maar niet voor altijd. Een ogenblik herstelt | |
[pagina 167]
| |
de genezene zich, en wil in zijn leven ‘schoon schip maken’. Maar de uitgeworpen duivel duldt dat niet. Straks neemt hij ‘zeven’ andere duivelen met zich mee, d.w.z. hij werpt zich nu met ‘volle’ energie op den mens, dien hij binden wil, en het laatste van dien mens wordt erger dan het eerste. Alzo zal het ook met het vleselijk Israël zijn. Toen de Heiland optrad, heeft aanvankelijk zijn werk de mensen gepakt en verbaasd. Tranen zijn geschreid, zondaren beloofden beterschap; het scheen alsof Israël den demon van zijn ongeloof en onbekeerlijkheid had uitgedreven voor goed. Maar de bekering van Israël raakte het hart niet. Straks komt de duivel terug; hij herovert de vesting, die een ogenblik was prijsgegeven. En die satanische verzevenvoudiging van energie maakt het volk Israël tenslotte tot een woonstede van duivelen, een duister operatieveld der hel. Als Christus Jezus onder Israël werkt, dan openbaart zich door en in Hem de Geest Gods met zevenvoudige uitstraling van licht en leven. Hij werpt eerst op dat volk zijn zevenvoudige kracht; Hij voert de krachtcentrale Gods tot zevenvoudige energie op. Maar dan komt óók de Satan met zijn zevenvoud. Hij komt, om Christus' 7-tal Hem te ontnemen, om Hem den weg van alfa tot omega te blokkeren. Want Christus is nooit de oorzaak, maar wel altijd de aanleiding voor den Satan om van een-heid tot zeven-vuldigheid te komen. Want het kwaad beschikt zichzelf zijn wegen niet. Tussen de inkomst van den énen duivel en de wederkomst van de zeven, ligt altijd de komst van den Christus, en de werking van den Heiligen Geest. Satan kan voor zijn kwaad nooit oorzaak in Christus vinden, maar moet altijd aanleiding uit Hem nemen. In den oorlog tegen God moet hij zijn slagvaardigheid, zijn aanvalskracht bepalen niet naar eigen, maar naar Gods wil. En daarom openbaart zijn grootste kracht nog zijn zwakheid: juist in zijn ‘zevenvoudige’ energie blijkt hij een met ‘zeven’ zelen gebondene. |
|