Schriftoverdenkingen. Deel 1 (Verzamelde werken afdeling II)

[p. 436]

Beneden en boven.¹⁾ (Na Pasen)

Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen, die boven zijn.
Col. 3:1.

Zijt......altijd onbeweeglijk in het werk des Heeren, als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in den (verhoogden) Heere (Christus).
1 Cor. 15:58.

Christus is opgestaan - Hij heeft het stof der aarde, dezer aarde, niet slechts aangenomen, doch ook verheerlijkt. Het was weer Pasen, en het wordt weer Hemelvaartsdag.

Nu komt de vraag: wat nu? Hoe moeten wij op Pasen ons gedragen? Wat is de rechte levenshouding?

De antwoorden, die men op die vraag geeft, wijzen twee richtingen uit.

Sommigen zeggen: wij moeten naar boven. Onze zinnen zetten op wat boven is. Zij keren zich hemelwaarts. En wenden de aarde met haar beneden-dingen den rug toe. En omdat de hemel nu eenmaal niet op aarde is, doch in de hoogte, onbereikbaar vooralsnog, daarom wordt hun hemel-gedachte schier automatisch tot een zoeken, een mediteren, een bedenken van de dingen, die boven zijn.

Anderen spreken: wij blijven hier beneden. Onze zinnen zetten we op, onze handen leggen we aan wat beneden is. Zij keren zich tot de aarde, weten dat de stof, dat het zichtbare, het hier beneden gegevene, door Christus aangenomen en bevrijd is. En daarom schamen zij zich over de aarde niet, die immers door Christus is gemaakt tot deelgenote, en tot veel meer, van zijn verlossing. En omdat de aarde hier is, in ons onmiddellijk bereik, daarom wordt hun aarde-aanvaarding schier automatisch tot een werken, een praktiseren, een doen van een werk, dat ze niet ijdel noemen in den Heere.

De beide groepen zitten elkaar nog al eens dwars in de Paaskerk. De ene legt er den nadruk op, dat Pasen zich haast naar Hemelvaart. De andere, dat Pasen toch op zichzelf den zegen Gods legt op de urijgemaakte aarde.

Maar beide groepen kunnen weer een eenheid worden. Mits ze, elk voor zich, ophouden automatisch te denken over boven, of te werken voor beneden.

Want zodra ze weer bewust gaan leven uit de paasgedachte,

1) Delfshavense Kerkbode, 29 april 1933.

[p. 437]

zien ze in, dat Pasen inderdaad zelf de dingen van beneden weer in den dienst van God en van diens Leven stelt door het leven van den verhoogden Christus, doch dat het anderzijds den Paasvorst Christus van de aarde naar den hemel opwaarts voerde, opdat vandaar de aarde zou worden geregeerd. en zich daarheen verheffen zou.

Hebben ze zo bewust Paasfeest gezet op z'n eigen plaats, dan lezen ze in den bijbel twee teksten, beiden over de Paas-gave en den Paas-gever.

De ene tekst laat naar boven (Col. 3:1) de andere naar beneden zien (1 Cor. 15:58); de ene laat bedenken wat boven is, de andere werken op en voor en met wat beneden is (want werken doen wij hier en nergens anders).

Zo keert de vrede in de kerk terug en wijkt eenzijdigheid.