Schriftoverdenkingen. Deel 1 (Verzamelde werken afdeling II)
(1956)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 56]
| |
Het beest genezen.Ga naar voetnoot1)En zijn dodelijke wond werd genezen. Wanneer Christus door Galilea trekt, dan werpt Hij den duivel uit zijn sterkten terug; en één van zijn strijdmiddelen daarbij is óók: Zijn heelmeesterschap. De Leraar der Gerechtigheid toont zich ook als den Vorst des Levens. Zo predikt Hij, dat ten leste het behoud van ziel en lichaam alleen ligt in den Geest. Er is dus verband tussen gerechtigheid en leven, tussen verzoening en genezing. Maar, is het juist daarom niet een raadsel, dat u opgegeven wordt in de Openbaring van Johannes, als die ons predikt, dat daar eens zal zijn niet de Geest, maar het Beest en dat ook dat Beest het wonder aan zich draagt om er mee te pronken: het wonder van de genezing? Dat woord: ‘Beest’ is de naam voor de antichristelijke macht. Ze heeft zich eerst in de Romeinse wereldheerschappij vertoond aan de vertrapte christenheid van Johannes' dagen; en ze zal eens zich in al haar verschrikkelijkheid openbaren in den komenden Mens der zonde, den laatsten Opperbevelhebber van het Kwaad. Hoor nu de profetie over dit Beest: Johannes ziet, dat het Beest ten dode toe gewond wordt, zodat het naar menselijke schatting niet meer kan méékomen; - máár, hij aanschouwt óók, hoe het Beest genezen wordt. En dat wil wat zeggen in een boek als de Openbaring, waarin álles geplaatst wordt onder het licht van Christus volkomen heerschappij! Het wil niet minder zeggen, dan dit: dat God zelf, in Christus, toelaat, dat de wereldmachten, ook die van vijandschap tegen Hem branden, telkens weer het hoofd opsteken, en dat zelfs de Antichrist uit den dood als het ware zijn macht zal ophalen. Christus zegt in Galilea: waar genezing is, daar is de Geest. Maar hier is het zó: waar genezing is daar is het Beest. Daar schijnt in dit alles een grote tegenstrijdigheid te liggen. Maar als wij doordenken, vinden wij toch tussen het een en het ander de hoogste eenheid: het is toch dezelfde Heer en dezelfde Geest. Heeft soms Christus alleen vrome discipelen genezen? Of waren er ook mensen bij, die Hem niet wilden volgen, ja, die straks hun Geneesmeester hebben overgeleverd aan Pontius Pilatus? Christus heeft het volk, dat Hem uitwerpen zou, de volle maat gegeven; Hij heeft aan duizenden ingezonken en vermoeide levens weer de kracht gegeven, om te beslissen over de grote vraag, die | |
[pagina 57]
| |
God aan allen voorlegt: wat dunkt u van den Christus? En daarom geeft God ook aan het Beest de volle maat, opdat uit leven de verborgen gedachten openbaar worden zouden. En zowel de geestelijke als de beestelijke mensen mogen wel eens hierover nadenken: als God hun levenskracht vernieuwt, dan dwingt Hij ze te kiezen: vóór of tégen. Elke dag van gezondheid wordt een last, want hij dwingt u te antwoorden op de grote vraag,. of God u geheel genezen mag, ja dan neen. Toen Christus in Gethsémané dreigde te bezwijken van uitputting kwam Hem een engel sterken: want kiezen moest Hij. En deze wil Gods wordt ook in het Beest, en ook in u volbracht. |
|