Auteur | Tekst | In | Jaar |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Dissertatio Philosophico-Juridica Inauguralis de Libertate quam .... publico ac solenni examini offert B.H. Lulofs, Zutphania-Gelrus, ad diem 21 Junii 1809. Groningae apud J.J. Homkes. pp. 191. 8vo.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1809 | 1809 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Ter Gedachtenis van Jan Jacob Modderman, door zijne Vrienden Theodorus van Swinderen en Barthold Henrik Lulofs. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1809. In gr 8vo.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1810 | 1810 |
Hajo Albert Spandaw | ‘Aan mijnen vriend Mr. B.H. Lulofs.’ | In: Gedichten | 1815 |
Hajo Albert Spandaw | ‘Aan denzelfden.’ | In: Gedichten | 1815 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Eene hand vol Hulstbladeren; of Steekpalmloof-vlechtje, als Bijvoegsel tot mijn Distelkransje, door Mr. B.H. Lulofs.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1817 | 1817 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Bloedverkoeling, - of Distelkransje voor den Beoordeelaar mijner Inwijdings-Redevoering in de Vaderl. Letteroeff. van Febr. 1817. Door Mr. B.H. Lulofs. Te Groningen, bij J. Oomkens. In gr. 8vo. 30 Bl. f :-5-8’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1817 | 1817 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Inwijdingsredevoering van Mr. Barthold Henrik Lulofs, Hoogleeraar in de Faculteit der Bespiegelende Wijsbegeerte en Letteren, voor het vak der Nederlandsche Letterkunde en Welsprekendheid, aan de Hoogeschool te Groningen. Over de noodzakelijkheid van de beoefening der eigene Taal en Letterkunde voor de zelfstandigheid en den roem van eene Natie, gehouden bij het aanvaarden van deszelfs waardigheid op den vijftienden van Slagtmaand 1815. Te Groningen, bij J. Oomkens. In gr. 8vo. 103 Bl. f :-8-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1817 | 1817 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Bij den Dood en ter Gedachtenis mijner teederbeminde Gade, ontslapen in den jeugdigen leeftijd van 22 jaren. Door Mr. B.H. Lulofs. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1818. In 8vo. 23 Bl. f :-5-8’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1819 | 1819 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Schets van een Overzigt der Duitsche Taal, of der Germaansche Taaltakken, in derzelver oorsprong en tegenwoordige verdeeling, in het Hoogduitsch, Nederlandsch, Deensch, Zweedsch, Engelsch, en andere soortgelijke talen en tongvallen; door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar in de Nederlandsche Letterkunde en Welsprekendheid aan de Hoogeschool te Groningen. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1819. In gr. 8vo. VIII en 244 Bl. f 1-16-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1820 | 1820 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Watersnood, een Gedicht van Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar te Groningen, enz. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1820. In gr. 8vo. 28 Bl. f :-8-: De Watersnood. Dichtstuk, door W. Messchert. Te Amsterdam, bij M. Westerman. 1820. In gr. 8vo. 31 Bl. f :-12:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1820 | 1820 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Nederlandsche Redekunst, of Grondbeginsclen van Stijl en Welsprekendheid voor Nederlanders. Door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar aan de Hoogeschool te Groningen, en Lid van verschillende geleerde Genootschappen. (Tot eene Handleiding bij deszelfs Voorlezingen.) Te Groningen, bij J. Oomkens. 1820. In gr. 8vo. VIII en 159 Bl. f 1-8-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1821 | 1821 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Een paar Dichtregelen, bij den Torenbrand te Groningen, in den Nanacht en Morgen van den achtsten van Lentemaand 1822, en den daarop gevolgden Dood van den Heer Substituut-Officier en Directeur van Politie, Mr. P.R. van Wartum, en nog een ander jeugdig Mensch. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1822. In gr. 8vo. 5 Bl.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1822 | 1822 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Avondmijmering, Dichtstuk door Mr. B.H. Lulofs. (Voorgelezen in verschillende Genootschappen te Amsterdam, Rotterdam, Groningen, Leeuwarden en Zutphen.) Te Groningen, bij J. Oomkens. 1822. In gr. 8vo. VIII, 55 Bl.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1822 | 1822 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Klaagzang, bij het afsterven van H. Muntinghe, door G.H. van senden, Predikant te Middelbert. Te Groningen, bij E. Meijer, Hz. In gr. 8vo. 14 Bl. f :-30. Lijkkrans bij den dood van mijnen waardigen Oom H. Muntinghe, door Mr. B.H. Lulofs. Te Groningen, bij J. Oomkens. In gr. 8vo. 12 Bl. f :-25.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1824 | 1824 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Iets over onze Noordelijke Hoogescholen; door B.L.G. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1824. In gr. 8vo. 60 Bl. f :-60.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1824 | 1824 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Vlugtige woorden over Nederlandsche Taalzuivering en Taalverrijking, inzonderheid ook met opzigt tot hetgene de nieuwe Wetboeken daartoe kunnen en zullen bijdragen. Door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar voor het vak der Nederlandsche Letterkunde en Welsprekendheid aan 's Rijks Hoogeschool te Groningen, Lid van verschillende Letterkundige Genootschappen te Amsterdam, Rotterdam, Leyden, Utrecht, Antwerpen, Gent, Brugge, enz.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1826 | 1826 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘De Groninger Kermis, Dichtstuk, door Hilarides. Te Groningen, bij J. Römelingh. 1826. In gr. 8vo. f :-40.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1826 | 1826 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Akademische Voorlezingen, over eenige § § mijner Nederlandsche Redekunst, welke handelen over de Vinding in de Welsprekendheid, naar de denkbeelden der Ouden; door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar te Groningen. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1822. In gr. 8vo. 238 Bl. f 2-40. Over Nederlandsche Spraakkunst, Stijl, en Letterkennis, als voorbereiding voor de Redekunst of Welsprekendheidsleer, in derzelver hoogere beteekenis (ten gebruike bij Akademische Voorlezingen en voor Schoolonderwijzers); door en bij denzelfden. 1823. In gr. 8vo. 439 Bl. f-3-60.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1827 | 1827 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Gedenkrede op wijlen Henri Daniel Guyot, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, Professor Honorarius aan de Hoogeschool te Groningen, President der Hoofddirectie van - en eersten Instituteur aan het Instituut voor Doofstommen te dier Stede, Lid enz. enz. Door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar enz. enz. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1828. In gr. 8vo. 81 Bl. f 1-25.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1828 | 1828 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Drie Proeven van opheldering over den grootsten der Oud-Nederlandsche Dichters, J. van den Vondel, (als Bijvoegsel tot het hiernevens voorgedragen Ontwerp eener met doorloopende Aanteekeningen voorziene Uitgave van eenige zijner voornaamste Werken). Door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar in de Nederl. Letterk. en Welspr. te Groningen enz. enz. enz. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1830, In gr. 8vo. 36 Bl. f :-50.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1830 | 1830 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Sketch of the Language and Literature of Holland. By John Bowring. Being a sequel to his Batavian Anthology. With the Portrait and Facsimile of the Author. Amsterdam, Diederichs, Brothers. 1829. 8vo. 130 p. f 1-50. Eenige Toelichtingen en Bedenkingen op des geleerden Dr. John Bowring's uit het Engelsch in onze moederspraak vertaalde Aanmerkingen over sommige onzer oudere en nieuwere Nederlandsche Dichters, Redenaren en andere Schrijvers. Door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar in het vak der Nederlandsche Letterkunde en Welsprekendheid aan 's Rijks Hoogeschool te Groningen, enz. enz. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1829. In gr. 8vo. 142 Bl. f 1-50. Brieven van John Bowring, geschreven op eene Reize door Holland, Vriesland en Groningen. IIde Stukje. Te Leeuwarden, bij G.T.N. Suringar. 1829. In gr. 8vo. 98 Bl. f 1-80.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1830 | 1830 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Reistogtje met de Stoomboot naar Hamburg, in den Zomer van 1826, door Mr. B.H. Lulofs. IIde of laatste Deel. Met Platen. Te Groningen, bij J. Oomkens. In gr. 8vo. X en 455 Bl. f 4-80.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1830 | 1830 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Feestrede, uitgesproken op den 1sten Julij 1830 in de Nieuwe Kerk te Groningen, (toen bijna tweehonderd voormalige Studenten der Groningsche Hoogeschool uit het tijdperk van 1801 tot en met 1810 in die Stad waren zamengekomen, om de gedachtenis hunner Akademiejaren te vieren) door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar in de Nederlandsche Letterkunde en Welsprekendheid, enz. enz. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1830. In gr. 8vo. 75 Bl. f :-90.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1830 | 1830 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Aan de dappere Studenten van Groningen en Franeker, door Mr. b.h. lulofs, Hoogleeraar in de Nederl. Letterkunde en Welsprekendheid, enz. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1831. In 4to. 14 Bl. ƒ :-25. Henrici weytingh Elegiae duae ad V. Cl. petrum hofman peerlkamp, De tumultu Belgico et In victoriam de Belgis reportatam. Amstelodami, apud H. Weytingh. 1831. 80. maj. 16 pp. ƒ :-30. Mijne Vaderlandsche Zangen. Door jan - j.f. wap, Ko-’, ‘ninklijke-militaire Akademie-leeraar. Te Breda, bij F.P. Sterk. 1831. In gr. 8vo. 58 Bl. ƒ 1-50. Aan de Helden Studenten, Lierzang, door r.h. van someren. Te Rotterdam, bij A.F.H. Smit. 1831. In gr. 8vo. 7 Bl. ƒ :-20. Aanspraak bij de opening van de algemeene Vergadering der Hollandsche Maatschappij, op den 15 Oct. 1831, door abm. des amorie van der hoeven, als algemeen Voorzitter. Te Leyden, bij D. du Mortier en Zoon. 1831. In gr. 8vo. 19 Bl. ƒ :-25. Het Volk der Vereenigde Nederlanden aan de Volken van Europa. Te Amsterdam, bij C.A. Spin. 1831. In gr. 8vo. 8 Bl. ƒ :-10 c.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1832 | 1832 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Gronden der Nederlandsche Woordafleidkunde, voor zoo ver dezelve eenigzins zeker is, of woordontleedkundige beschouwing van de wijze, waarop in het Hollandsch de woorden uit elkander voortspruiten, en met elkaâr vermaagschapt of verbonden zijn. Tot zelfoefening voor de Heeren Schoolonderwijzers, en voorts ten gebruike van elkeen', die zich een geleidelijk overzigt onzer woordvorming verschaffen wil. In een', zoo veel mogelijk, duidelijken en bevattelijken trant voorgedragen door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar te Groningen, enz. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1833. In gr. 8vo. VIII en 291 bl. f 2-40.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1833 | 1833 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Over Nederlandsche Spraakkunst, Stijl en Letterkennis, als voorbereiding voor de Redekunst of Welsprekendheidsleer, in hare hoogere beteekenis. (Ten gebruike bij een gedeelte mijner Akademische Voorlezingen in het vak der Nederlandsche Letterkunde en Welsprekendheid, en verder in het algemeen voor Onderwijzers en andere Beoefenaren van Taal en Stijl.) Door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar in genoemde vakken aan de Groningsche Hoogeschool, enz. Tweede, geheel overgeziene en verbeterde Druk. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1831. In gr. 8vo. XX en 484 bl. f 3-60. Nederlandsche Redekunst, of Grondbeginselen van Stijl en Welsprekendheid voor Nederlanders, door Mr. B.H. Lulofs. (Tot eene Handleiding bij een gedeelte mijner Voorlezingen.) Tweede, verbeterde Druk. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1831. In gr. 8vo. VIII en 163 bl. f 1-40.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1833 | 1833 |
Jan Pieter Heije | ‘Fraaije letteren.’, ‘Reis, in 1833, met mijne echtgenoote van Groningen, door Gelderland, den Rijn op, en voorts, over Mannheim en Carlsruhe, naar de Badplaats en vallei van Baden-Baden. (Een Boek, ter uitspanning van andere bezigheden en met enkele kleine letterkundige inlasschingen geschreven,) door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar in de Nederlandsche letterkunde, stijl en welsprekenheid te Groningen, Lid van het Koninklijk Nederlandsch Instituut, enz.’ | In: De muzen | 1834-1835 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Lessen over de Redekunst en fraaije Letteren, of Voorschriften over Taal, Stijl, Welsprekendheid en Dichtkunst, naar het Engelsch van Hugo Bkair, in leven Hoogleeraar te Edinburg enz., in drie Deelen, vertaald door wijlen den Hoogleeraar Mr. Herman Bosscha, en thans op nieuws uitgegeven door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar in de Nederlandsche Letterkunde en Welsprekendheid te Groningen, enz. (die bij dezen derden Druk een groot aantal van eigene Aanteekeningen gevoegd heeft.) Iste Deel. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1832. In gr. 8vo. VIII en 218 bl. f 4-80.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1834 | 1834 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Reis, in 1833, met mijne Echtgenoote, van Groningen, door Gelderland, den Rijn op, en voorts, over Mannheim en Carlsruhe, naar de badplaats en vallei van Baden-Baden. (Een boek, tot uitspanning van andere bezigheden, en met enkele kleine letterkundige inlasschingen geschreven) door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar in de Nederlandsche Letterkunde, Stijl en Welsprekendheid te Groningen, enz. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1834. In gr. 8vo. XVI en 487 bladz. f 4-80.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1835 | 1835 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Gedicht in vijfvoetige rijmlooze Jamben, uitgesproken in de Nieuwe Kerk te Groningen, toen het Jubelfeest der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen te genoemder stede, den 19 van Slagtmaand 1834, plegtig gevierd werd. Door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar, enz. enz. Met eene Voorrede, tot de gekozene versmaat betrekkelijk, en eenige ophelderende Aanteekeningen. Te Groningen, bij J. Oomkens en R.J. Schierbeek. 1834. In gr. 8vo. 30 Bl. f :-30.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1835 | 1835 |
W.J.C. van Hasselt | ‘Album.’, ‘Korte berigten over boekwerken, vlugschriften enz., aankondigingen van vertalingen, letterkundig nieuws, enz.’ | In: De Gids. Jaargang 1 | 1837 |
[tijdschrift] Gids, De | ‘Prof. Lulofs en de Gids.’ | In: De Gids. Jaargang 2 | 1838 |
[tijdschrift] Gids, De | ‘Lessen over de redekunst en fraaije letteren, of voorschriften over taal, stijl, welsprekendheid en dichtkunst, naar het Engelsch van Hugo Blair, in leven Hoogleeraar te Edinburg, enz.’ | In: De Gids. Jaargang 2 | 1838 |
[tijdschrift] Gids, De | ‘Lessen over de redekunst en fraaije letteren, of voorschriften over taal, stijl, welsprekendheid en dichtkunst, naar het Engelsch van Hugo Blair, in leven Hoogleeraar te Edinburg, enz.’ | In: De Gids. Jaargang 2 | 1838 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Kort Overzigt van de Geschiedenis der Nederlanden, met name der Noord-Nederlanden, van den vroegsten tot den tegenwoordigen tijd; een leiddraad bij onderwijs en zelfoefening. Door Mr. B.H. Lulofs. II Deelen.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1838 | 1838 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Kort Overzigt van de Geschiedenis der Nederlanden, met name der Noord-Nederlanden, van den vroegsten tot den tegenwoordigen tijd; een leiddraad bij onderwijs en zelfoefening. Door Mr. B.H. Lulofs. II Deelen. Te Groningen, bij J. Oomkens. In gr. 8vo. Iste D. 1835, 310, IIde D. 1837, 457 bl. f 6-60.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1838 | 1838 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘J. van den Vondel, door geschiedkundige inleidingen, omschrijving in proza en aanteekeningen, in eenige zijner kleinere gedichten opgehelderd. Een boek voor het algemeen, en als proeve, om dien Prins onzer oude Dichters, ook voor min geletterden, regt verstaanbaar te maken. Door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar te Groningen, Lid van het Koninklijk-Nederlandsch Instituut enz. (Versierd met het Portret des vierentachtig jarigen Dichters, en voorafgegaan door eenige aanmerkingen en dichtregelen tot zijn' lof, als voorstander van regt, orde, vrijheid en verdraagzaamheid in deze en gene zaken van Staat en Godsdienst.) Te Groningen, bij J.B. Wolters. 1838. In gr. 8vo. XLVIII en 378 bl. f 5-25.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1839 | 1839 |
[tijdschrift] Gids, De | ‘J. van den Vondel, door Geschiedkundige inleidingen, omschrijvingen in Proza en aanteekeningen, in eenige zijner kleinere gedichten opgehelderd.’ | In: De Gids. Jaargang 3 | 1839 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Boekbeschouwing.’, ‘Bartholdi Henrigi Lulofs, (juris utriusque Doctoris, in ordine philosophiae theoreticae et literarum humaniorum, qui Groningae est, Professoris ordinarii) Oratio de eloquentiae exterioris, quam vocant, interiorisque consensu, sive, ut Quinctilianus significat, de pronuntiationis seu actionis ratione, non alia atque ipsius orationis. Groningae, apud W. van Boekeren. 1839. Maj. 8vo. pag. 59.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1840 | 1840 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Kakographie, of Opstellen met deze en gene feilen in taal en stijl, benevens eenige taalkundige Aanteekeningen; door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar enz. enz. (Ten gebruike bij Akademische en soortgelijke Lessen.) Te Groningen, bij J. Oomkens. 1841. In gr. 8vo. 184 bl. f 2 - :’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1842 | 1842 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Eenige, deels boertige en satirieke, deels meer ernstige Zamenspraken van Desiderius Erasmus, of Tafereelen uit de zestiende Eeuw. Naar Erasmus' Latijn vrij vertaald en met eene Voorrede, korte Inleidingen en Aanteekeningen voorzien, door Mr. B.H. Lulofs. Te Groningen, bij J.B. Wolters. In gr. 8vo. XII en 276 bl. f 2-70.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1842 | 1842 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Gelderlands voortreffelijke Dichter, Letter- en Landhuishoudkundige, Mr. A.C.W. Staring van den Wildenborch, in zijn leven, karakter en verdiensten geschetst door zijn' oud-Zutphenschen Landsman en Vriend Mr. B.H. Lulofs, Ridder der Orde van den Nederl. Leeuw, Lid van het Koninkl. Nederl. Instituut, Hoogleeraar in de Nederl. Letterkunde en Welsprekendheid te Groningen, enz. Te Arnhem, bij G. van Eldik Thieme. 1843. In gr. 8vo. VIII en 323 bl. f 3-75.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1844 | 1844 |
W.J.A. Jonckbloet | 'Boekbeoordeelingen. [Recensie van: B.H. Lulofs, Handboek van den vroegsten bloei der Nederlandsche letterkunde [...]. Groningen, 1845' | | 1846 |
W.J.A. Jonckbloet | ‘Handboek van den vroegsten bloei der nederlandsche letterkunde, of Proeve uit Nederlandsche schriften der dertiende en veertiende eeuw, met Inleidingen, Aanstipping over de Spraakleer en den stijl van dien tijd, een klein Woordenboek, enz., door Mr. B.H. Lulofs, Ridder, enz. enz. Te Groningen, bij J. Oomkens, 1845. XVI en 428 blz. 8o.’, ‘Boekbeoordeelingen.’ | In: De Gids. Jaargang 10 | 1846 |
Carel Godfried Withuys | ‘De Declamatie; of de kunst van Declameren of Reciteren en van de mondelijke voordragt of uiterlijke welsprekendheid in het algemeen, door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar enz. (ten gebruike voor Studenten en voor elk een', die in het openbaar lezen of spreken moet.) Te Groningen bij C.M. van Bolhuis Hoitsema 1848. In gr. 8vo. XIV en 278 bl. f 3-90.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1849 | 1849 |
[tijdschrift] Gids, De | ‘Bibliographisch album.’ | In: De Gids. Jaargang 13 | 1849 |
Prudens van Duyse | ‘Tweede hoofdstuk. Geschiedenis van den overgang tot - en invoering van de nieuwe versmaat.’ | In: Verhandeling over den Nederlandschen versbouw. Deel 1 | 1854 |
Prudens van Duyse | ‘Derde hoofdstuk. Geschiedenis van de metrische versmaat.’ | In: Verhandeling over den Nederlandschen versbouw. Deel 1 | 1854 |
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Mr. B.H. Lulofs' Taalkundige Werken. Herzien door Dr. A. de Jager. I. - Kakographie. Derde druk. Onder den afzonderlijken titel: Kakographie, of Opstellen met deze en gene feilen in taal en stijl, benevens eenige taalkundige aanteekeningen, door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar, enz. enz. (Ten gebruike bij akademische en soortgelijke lessen). Derde druk. Herzien door Dr. A. de Jager. Te Groningen, bij J. Oomkens, J. zoon. 1857. In post 8vo. IV en 141 bl. Bij int. f :-80; buiten int. f 1-:’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1857 | 1857 |
L.A. Hissink | ‘Mr. B.H. Lulofs' Taalkundige Werken. Herzien door Dr. A. de Jager. I-VI. In twee lijvige boekdeelen. Te Groningen, bij J. Oomkens Jr., 1859. In gr. 8vo. Prijs ƒ 4,80.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1861 | 1861 |
R.C. Bakhuizen van den Brink | ‘Vondel's kleinere gedichten, opgehelderd door Lulofs.’ | In: Studiën en schetsen over vaderlandsche geschiedenis en letteren. Deel 3 | 1876 |
A.M. Maas Geesteranus | ‘Nederlandsch tooneel.’ | In: De Tijdspiegel. Jaargang 35 | 1878 |
[tijdschrift] Noord en Zuid | ‘Mr. B.H. Lulofs' Taalkundige werken. Op nieuw herzien en in nieuwere spelling overgebracht door Dr. A. de Jager. I. II. Spraakkunst. Stijl en Letterkennis. III. Cacographie. IV. Redekunst. V. Voorlezingen over de Redekunst. VI. Woordafleidkunde. Amsterdam. A. Akkeringa. Prijs per deel..... f 1.40.’ | In: Noord en Zuid. Jaargang 2 | 1879 |
G. Kalff | ‘De strijd der Romantiek.’, ‘1. Invloed der buitenlandsche letterkunde. Het klassicisme. Het Oosten. Het nationale. D.J. van Lennep. Van der Palm. Van Kampen. Lulofs.’ | In: Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Deel 7 | 1912 |
T. Popma | ‘Derde hoofdstuk Het Byronisme in de Nederlandsche letterkunde voor 1830’ | In: Byron en het Byronisme in de Nederlandse letterkunde | 1928 |
R. Pennink | ‘B.H. Lulofs’ | In: Nederland en Shakespeare | 1936 |
W.A.P. Smit | ‘Hoofdstuk III Regels voor het epos’ | In: Kalliope in de Nederlanden | 1975-1983 |
B.P.M. Dongelmans, B.H. Erné, Mary G. Kemperink, F.P. van Oostrom, B.Th. Tervoort en N.C. van Velzen | ‘Boekbeoordelingen’ | In: De Nieuwe Taalgids. Jaargang 77 | 1984 |
Willem van den Berg | 'Sociabiliteit, genootschappelijkheid en de orale cultus' | | 1984 |
Korrie Korevaart | ‘B.H. Lulofs in de Groninger Courant: een recensent laat zich kennen Korrie Korevaart’ | In: Literatuur. Jaargang 6 | 1989 |
G.J. Vis | ‘Van harmonie en toonval: Prosodiestudie in de negentiende eeuw G.J. Vis’ | In: Spektator. Jaargang 21 | 1992 |
Jan Fontijn | ‘Hoofdstuk 1 Geschiedenis van de biografie’ | In: De Nederlandse schrijversbiografie | 1992 |
Luc Korpel | ‘26 B.H. Lulofs (vert.): Louise. Een landelyk gedicht in drie idyllen naar het Hoogduitsch van Voss. Groningen, J. Oomkens, 1811. ‘Voorrede van den vertaler’ (pp. vii-xvii).’ | In: In Nederduitsch gewaad. Nederlandse beschouwingen over vertalen 1760-1820 | 1993 |
Jan Oosterholt | ‘6 Over de studie der Ouden: de ware dichter en de klassieken’ | In: De ware dichter. De vaderlandse poëticale discussie in de periode 1775-1825 | 1998 |
Gert-Jan Johannes | ‘De erfenis van Hinkmar von Repkow B.H. Lulofs' bewerking van Hugh Blairs Lessen over de redekunst G.J. Johannes’, ‘[1999/3]’ | In: Nederlandse Letterkunde. Jaargang 4 | 1999 |