Drie Proeven van opheldering over den grootsten der Oud-Nederlandsche Dichters, J. van den Vondel, (als Bijvoegsel tot het hiernevens voorgedragen Ontwerp eener met doorloopende Aanteekeningen voorziene Uitgave van eenige zijner voornaamste Werken). Door Mr. B.H. Lulofs, Hoogleeraar in de Nederl. Letterk. en Welspr. te Groningen enz. enz. enz. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1830, In gr. 8vo. 36 Bl. f :-50.
De ijverige Prof. lulofs wenscht de beoefening en regte waardering van vondel's werken te bevorderen. Daartoe echter is noodig, dat hij wèl verstaan en ten volle begrepen worde. En alzoo is des mans voornemen, indien eene geopende inteekening slaagt, binnen een' onbepaalden tijd van eenige jaren, in zes groot 8vo deelen, vondel's voornaamste werken, met ophelderende aanmerkingen, uit te geven. Doch, opdat men vooraf over het werk eenigzins zou kunnen oordeelen, zoo geest hij hier drie proeven zijner voorgenomene behandeling: I. het begin eener Inleiding voor den Gijsbrecht van Aemstel; II. eene met aanteekeningen voorziene plaats uit een van vondel's treurspelen; het verhaal namelijk van den bode uit het vijfde bedrijf van den zoo even gemelden Gijsbrecht; III. hetzelfde uit het dichtstuk: Vrije Zeevaart, enz.
Wij stemmen met de gemaakte aanmerkingen omtrent het nut eener zoodanige onderneming doorgaans gaarne in, lazen zijne ophelderingen met genoegen, en wenschen hem alzoo van harte de gewenschte bemoediging.
Vroeger gaven drie Hoogleeraren in hetzelfde vak de werken van hooft met hunne aanmerkingen in het licht. Zullen wij onze meening zeggen, dan gelooven wij, dat de meeste lezers meer genoegen in dit werk van den Heer lulofs dan in het hunne zullen vinden.
Niet lang geleden nam de Brusselsche boekhandelaar brest van kempen de proef eener fraaije uitgaaf van von-