[Mr. Barthold Hendrik Lulofs]
Lulofs (Mr. Barthold Hendrik), geb. 22 Maart 1787 te Zutfen, waar zijne familie toen reeds meer dan eene eeuw in aanzien was en de sterrenk. hgl. Jan Lulofs tot de haren behoorde, stud. sinds 1804 te Gron. Na zijne prom. in 1811, was hij eerst adv., daarna subst.-officier in zijne geboortestad, beoefende ijverig de Ned. taal en letteren met die der taalk. verwante volken, vooral na de bevrijding van ons land, werd in Nov. 1815 hoogleeraar in die vakken te Gron. en bleef in dat ambt werkzaam tot zijn overl., 20 Juli 1849. Hij was een kundig en werkzaam man, bezat de gave der poëzie en vooral die der declamatie, doch zijn prikkelbaar gemoed veroorzaakte hem geen gering lijden, waarvan de sporen in onze letterk. gesch. nog merkbaar zijn.
Zijne geschr., met noodzakelijke verkorting der titels, zijn voornamelijk: Brieven op eene wandeling door een gedeelte van Duitschl. en Holland, 2 dln., 1810; Schets van een overzigt der Duitsche taal of der Germaansche taaltakken, 1819; Nederl. Redekunst of Grondbeginselen van stijl en welsprekendheid, 1820; Over Nederl. spraakkunst, stijl en letterkennis, 1823; Watersnood. Een gedicht, 1820; Avondmijmering, hist. wijsgeerig leerdicht, 1822; Eenige Puntdichten in hexameters en pentameters, 1826; Reistogtje in 1826 met de stoomboot naar Hamburg, 2 dln., 1827-'28; Toelichting en bedenking op J. Bowring's aanmerking over onze Ned. dichters, redenaars, enz., 1829; Drie proeven ter opheldering over Vondel, 1830; Gronden der Nederl. woordafleidkunde, 1833; Vondel, in eenige zijner kleinere gedichten opgehelderd, 1833; Reis in 1833 naar Baden-Baden, 1834: Kort overzigt van de Geschied. der Nederl., 2 dln., 1837; Kakographie, 1841, 5e dr. 1868; Staring van den Wildenborch geschetst, Amst. 1843; Over het zgn. Zutphensche hs. van den Rijmbijbel en van eenige andere kleinere ged. aan Maerlant toegeschreven, Amst. 1843; Handboek van den vroegsten bloei der Nederl. Letterk., 1845; De declamatie, 1848, bijna alles te Gron. gedrukt. Verder gelegenheidsgeschr. en ged., verhand., redev. bijdr. in proza en poëzie in tijdschr., jaar-