Gezamenlijke dichtwerken. Deel 4-6

 

Inhoudsopgave

[Romancen, balladen en legenden] Berigt voor den derden druk.

Eerste stukje. Lenardo en Blandine.

De blinde keizer Theodosius.

De ongehoorde rampen van eene schoone, deugdzame en doorluchtige gravinne.

De vier zusters.

De boodschap naar de ijzersmelterij.

De koe.

De hoenders.

Wilmientje.

De standvastige liefde van Alexis en Aline.

De gewonde Huzaar.

De ring van Polycrates.

De wettige zoon.

De ridder en zijn liefje.

Sint Menardus.

De visscher.

Het weesmeisje.

De tortels.

Tweede stukje. De gijzelaar.

De drie dochters.

Alwin en Alwina.

Hertog Richard.

De vadermoorder.

Nanny.

De wilde jager.

Ankaos.

De duivel in Salamanka.

De dappere Alonzo en de schoone Antigoon.

De oude ridder.

Robbert, koning van Sicilië.

Ridder Toggenburg.

De boetelinge.

Het roosje.

De doodgraver.

[Nieuwe gedichten. Eerste deel] Berigt voor den tweeden druk..

Feestzang bij het huwelijk van den prins van Oranje en Anna Paulowna, grootvorstin van Rusland, gesloten te St. Petersburg op den 21 van sprokkelmaand, 1816.

Wapenkreet, in maart 1815.

Krijgslied, in maart 1815.

Vaderlandsliefde.

Jan Harink.

Het kerkgebouw.

De moeder aan haar zuigeling.

De dag van morgen.

Mijne vrienden.

Het dichterlijk geluk.

Meizang.

De Spaansche broeders voor Haarlem.

Tafereel van de overwintering der Hollanders op Nova Zembla, in de jaren 1596 en 1597. De overwintering der Hollanders op Nova Zembla, in de jaren 1596 en 1597.

Gezang bij het lengen der dagen.

Dirk Willemsz, van Asperen.

Bij mijn gades jongste bevalling.

Lijkzang op Elias Annes Borger.

Het mededoogen.

Zomerliedje.

Lieven heere, van Zierikzee.

Aan de maan.

Mijne dichtkunst.

[Nieuwe gedichten. Tweede deel] De verovering van Damiate.

Avondmijmering.

De jongeling van Westzanen.

Aardsgezindheid.

Pelgrim van Ter Leede. Volkssprookje. 1304.

Geloofsbelijdenis.

Zomerochtendliedje.

Het Te Deum laudamus in 's Hertogenbosch.

Klara en Ewoud.

Zomeravondliedje.

Nanning Kopperszoon te Hoorn.

Aan mr. Hugo Beijerman.

Feestzang bij het vierde eeuwgetijde van de uitvinding der boekdrukkunst.

Geluk en deugd.

Winteravondliedje.

De vaderlandsche weezen aan hunne landgenooten.

Avondgodsdienst.

Aan een vogel.

Drukfout.