Tijl Uilenspiegel in Vlaanderen(1904)–Jan Bruylants Jz.– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave Eerste boek. I. Wat er gebeurde toen Uilenspiegel werd geboren. II. Hoe Uilenspiegel gedoopt werd. III. Uilenspiegel's prilste jeugd. IV. Hoe Uilenspiegel met zijn vader te paard naar Brugge reed en de goede burgers plaagde. V. Hoe de heks stierf en Tijl onder drie voorwaarden, haar eenig erfgenaam werd. VI. Waar Uilenspiegel het voornemen te kennen geeft zijne derde belofte te volbrengen. VII. Hoe Uilenspiegel lamme goedzak ontmoette en hem tot reisgezel kreeg. VIII. Waar Uilenspiegel aan 't Minnewater op de koord danst en die van Brugge aan 't vechten krijgt. IX. Hoe Uilenspiegel en Lamme aan een noenmaal geraakten. X. Hoe Uilenspiegel een ezel leerde lezen. XI. Hoe Uilenspiegel al de zieken in het gasthuis te Kortrijk te been hielp. XII. De twaalf blinden. XIII. Hoe Lamme verliefd geraakte, hoe de wederliefde was, en hoe Uilenspiegel's wraak mislukte. XIV. Hoe Uilenspiegel kennis aanknoopte met Pierre Gautier en te Oolen kunstschilder werd. XV. Hoe Uilenspiegel voor geld at, in de gevangenis kwam, zijn uil verloor en zwoer zich te beteren. XVI. Hoe Uilenspiegel knecht werd bij den rector der hoogeschool en met de geleerdste dokters sprak. XVII. Hoe de neus van Trui's moeder Uilenspiegel bij den rector buiten kreeg. XVIII. Hoe Uilenspiegel pelskleeren wiesch en op de vlucht moest gaan. XIX. Van een moedigen waard en een dooden wolf. XX. Hoe Tijl schoenmaker werd en zijn ambacht verstond. XXI. Uilenspiegel als kok. XXII. Hoe de kat voor Uilenspiegel betaalde. XXIII. Hoe Uilenspiegel zijnen vriend Lamme terugvond. XXIV. Hoe Tijl Uilenspiegel en Lamme Goedzak een kat in eenen zak verkochten. XXV. Hoe Tijl de twistzieke melkboerinnen beetnam. XXVI. Hoe Uilenspiegel den schout van Luik een grap leerde. XXVII. Hoe Tijl en Lamme brabantsche goudkoolen zaaiden. XXVIII. Loontje komt om zijn boontje XXIX. Hoe de Kaalbekenaars een gemeentehuis bouwden en Uilenspiegel er licht in bracht. XXX. De moedwillige eierenboer. XXXI. De inhaling van den burgemeester van Pepelheyde. XXXII. De maanblusschers. XXXIII. Twee kleermakersgasten. XXXIV. Wat er Tijl en Lamme te wachten stond. Tweede boek Uilenspiegel te Antwerpen I. Waarin over geschiedenis wordt gesproken. II. Hoe Uilenspiegel zijne moeder, Nele en Sansculotten zag. III. Hoe een officier der Sansculotten Uilenspiegel's kennis maakte. IV. Hoe Uilenspiegel tegen de eene en onverdeelbare republiek opstond. V. Namens de republiek. VI. Hoe Uilenspiegel een handje hielp bij het planten van den vrijheidsboom. VII. Hoe Uilenspiegel den bult een tweede graf bezorgde. VIII. Waarom Lamme niet meer terugkeerde. IX. Eene vlaamsche vrouw. X. Dumouriez. XI. Hoe Uilenspiegel Lamme weervond. XII. Hoe Uilenspiegel een braaf beambte werd. XIII. Hoe de huzarenluitenant Barbier zijnen meester in Uilensiegel vond. XIV. Uilenspiegel op onze-lieve-vrouwetoren. XV. Hoe Lamme Goedzak boos werd, toen hij de godin der rede zag. XVI. Hoe Uilenspiegel voor Dargonne als advokaat optrad. XVII. Hoe Uilenspiegel in de gevangenis geraakte. XVIII. Hoe Lamme het aan boord legde om Tijl te verlossen. Derde boek Uilenspiegel in den Boerenkrijg I. Een paar woorden inleiding. II. Hoe we Uilenspiegel te Affligem terugvinden. III. Hoe Uilenspiegel en Lamme de abdij hielpen verdedigen. IV. Te Beveren. V. Hoe Uilenspiegel zwoer den laatsten franschman te verdelgen of te sterven. VI. Wat de meester vertelde. VII Lamme te Leuven. VIII. Hoe Tijl en Lamme den nacht doorbrachten in de hut van het dennebosch. IX. Hoe onze beide helden op het Berkenhof kwamen. X. Hoe de baron en zijn rentmeester loon naar werken kregen. XI. Lamme Goedzak en de keukenmeid van het Berkenhof. XII. Hoe Lamme plechtig zwoer Uilenspiegel nooit meer terug te zullen zien. XIII. De geschiedenis van Vrouw Goedzak en den booswicht. XIV. Hoe de edele jonker de Polchaveau kennis maakte met Lamme en wat het hem kostte. XV. Hoe Lamme Goedzak zijn eed en zijn vrouw vergat en weer met Uilenspiegel ten strijde trok. XVI. Hoe Uilenspiegel te Herenthals met de Franschen omsprong. XVII. De dochter van den molenaar. XVIII. Fransche vogels. XIX. Hoe Uilenspiegel Delacheux verschalkte. XX. In den knuppelkrijg. XXI. Karel van Loupoigne. XXII. Uilenspiegel's dood. XXIII. Uilenspiegel's verrijzenis.