- Dat ge niet langer bij me blijven moet dan het u lust. Ik zal het wel alleen weten gedaan te krijgen... Tot ziens.
- Ja, ik weet het, zei Goedzak op weemoedigen toon. Dat is uwe manier om mij te doen besluiten dagen en nachten bij u te blijven, zonder eten, zonder drinken, zonder slapen!...
Tijl legde de hand op den schouder van zijn trouwen makker.
- Het is, zooals ge zegt, Lamme... Morgen zal ik weten wat ik weten moet en zonder uitstel gaan we ons dan bij 't boerenlegertje te Herenthals aansluiten.
Kom, we trekken naar ons nachtverblijf...
Ze gingen langsheen de gracht, in het schemerdonker, de ooren gespitst en behoedzaam rondloerend, tot ze een dennebosch bereikten, dat zich ver langs de baan uitstrekte, en waarin ze over een kleinen wegel, tusschen de dicht naast elkander staande boomen verdwenen...
Het was er reeds pikdonker als ze zich een tijd langs het smalle pad hadden voortgespoed, maar ze kenden den weg, want zonder aarzelen traden ze verder, tot ze eene open plaats hadden bereikt, waar een kleine hut stond.
Beter gezegd: het overschot van een soortgelijk verblijf, want het strooien dakje was gedeeltelijk verwoest en ingestort, het deurtje was verdwenen en de houten wanden waren op vele plaatsen verrot en van groote gaten voorzien.
Een dik bed van dennenaalden en droog mos bedekte den vloer, waarop twee boomstronken eene zitplaats boden.
Uilenspiegel sprak:
- Lamme, gij kunt rusten... Ik heb nog 't een en ander te overpeinzen... Ik zal waken en denken, tot Kees hier is geweest... Ik wek u dan en tracht te slapen, want morgen moet ik over al mijn krachten kunnen beschikken.
- Rusten! gromde Goedzak... Rusten!... Dat is spoediger gezegd dan gedaan... Ik ben er zeker van dat, als ik mij uitstrek, dadelijk mijn maag op haren poot begint te spelen, mijn gehemelte en mijn tong zoo droog worden als een kruitpeer en ik geen oog kan sluiten... Maar, ik zal het toch beproeven, om u plezier te doen.
- Ja, antwoordde Tijl glimlachend, doe mij dat plezier!
Lamme plaatste zijn geweer in den hoek, binnen het bereik van zijn gezel, en ging dwars over den vloer der hut, aan de deuropening liggen, op den rug en de handen op zijn dikken buik samengevouwen.
Uilenspiegel nam plaats op een der boomstronken, het