- Doorzoekt het huis! beval de officier.
Terwijl de soldaten aan dit werk bezig waren, gebood de bevelhebber mij barsch hem een glas wijn te schenken.
- En glazen, voegde hij er bij. De citoyennes zullen met mij een beker ledigen op het heil der republiek.
Ik antwoordde hem dat ik geen wijn bezat.
- Wat hebt ge dan te drinken?
- Bier.
- Dat is hondendrank! Iets anders.
- Melk en water.
- Geef ons melk... Vier pinten.
Mijne dochter bracht het gevraagde.
De officier hief zijn glas in de hoogte.
- Op de Republiek, citoyennes!
Uwe moeder en mijne Lisa hieven hunnen beker op en dronken.
Nele bleef roerloos.
- En gij, citoyenne?
Uwe vrouw, Tijl, nam den beker en wierp den inhoud over den vloer.
Uilenspiegel hief het hoofd op.
- Ik had van haar niet minder verwacht.
De meester vervolgde zijn verhaal:
- De officier fronste de wenkbrauwen en trad op Nele toe.
Tijl's oog flonkerde:
- En ik was daar niet!
- Ja, antwoordde de meester, dat was spijtig, doch mijn zoon was er, mijn koene Willem. Als hij bemerkte dat de Franschman op uwe gade toetrad, naderde hij de trap, gereed om zijn geweer op te nemen.
- Citoyenne, zeide de officier, ik gebied u te drinken op het heil der Republiek.
Nele was bleek geworden, zeer bleek, maar met vaste stem sprak ze:
- En als ik dat niet doe?
Dit krachtig antwoord trof den bevelhebber.
- Het zou me spijten, citoyenne, maar ik zou er u toe dwingen.
- Ik doe het niet...
De officier trad nog een stap op haar toe.
Willem bukte zich om zijn geweer te grijpen.
De aandacht van den Sansculot werd gelukkiglijk afge-