- Ik draag de zorg voor mijne kudde op u over, pater, en blijf hier.
De andere wilde nog iets zeggen, maar de overste deed hem een kort teeken, om hem het zwijgen op te leggen.
Eenige oogenblikken later waren al de paters op de koer verschenen.
- Dat vuige ras buiten! beval de officier.
Met eenige stompen van de kolven der geweren in den rug, werden de paters buiten gedreven. Zij schenen van deze vriendschapsbetuiging der Franschen niet te houden, want zoo snel het hunne beenen toelieten, verdwenen ze.
Er moesten vele jonge paters bij wezen, want ze liepen als hazen.
- Ik heb mijn woord gehouden, zei de bevelhebber tot den pater-overste, die met het kalmste gelaat der wereld de vlucht der broeders had bijgewoond.
- Gelieve mij te volgen, was het antwoord.
Zij traden in het achtergebouw en daalden langs daar in de onderaardsche gewelven der abdij.
Toen ze in een lange gang gekomen waren, die geen einde scheen te hebben, ging het licht, dat de pater droeg, plotseling uit.
- Dat is niets, sprak hij. In de schatkamer is al het noodige om licht te ontsteken.
De overste der abdij opende eene zware deur, die met een paar grendels gesloten was, welke hij in het donker moest zoeken en niet gemakkelijk scheen te vinden.
- Alles is goed geborgen, zegde hij... Weet ge nu waar ik zoo eensklaps aan denk, citoyen-officier?
- Neen.
- Dat ik een gevaarlijk spel met u speel. Indien ge mij hier eens het leven ontneemt en u onze schatten toeëigent?
- Ik ben officier!
- Dat stelt me een weinig gerust, maar...
- Geen maar, sprak de bevelhebber ongeduldig. Open die deur! In naam der Republiek!
- Ga binnen, zei de pater, den laatsten grendel wegschuivende.
De officier trad behoedzaam, in het donker tastend, vooruit.
- Hier heb ik licht, sprak de kloosteroverste, een paar stappen terugtredende.
Daar viel de deur plots toe.