't Was hem niet moeilijk geweest een legertje te vormen, want als hij in die dorpen aanlandde, waren de gemoederen reeds aan 't gisten, daar de lotelingen geweigerd hadden aan de wet te gehoorzamen en zich verborgen hielden.
Slechts een paar woorden waren er noodig om de geestdrift te doen opvlammen en al de jongelieden naar de wapens te doen grijpen.
Zoodra ze in Beveren waren gedrongen, was het Lamme die den vrijheidsboom deed omverrukken en de Fransche driekleur neerhalen.
Te Antwerpen reeds hield hij niet veel van die zinnebeelden en zijn haat voor die dingen was nog versterkt.
De kommissaris van het kanton Beveren, een genaamde De Kever, was een der Vlamingen, wier naam men slechts uitspreekt, waar de geschiedenis het eischt, maar die niet waardig zijn een Vlaamschen naam te dragen.
De Kever gebruikte de macht, die de Fransche Regeering hem had gegeven, om de Vlamingen, zijne stam- en dorpsgenooten te verdrukken, met honderden plagerijen te kwellen.
Hij was een van die kerels, die den overheerscher dienen, zooals zijne eigene soldeniers het niet beter zouden kunnen en gereed zijn om alles te verloochenen wat hen dierbaar zou kunnen zijn, indien zij er den vreemdeling mede voldoen kunnen en van hem eene belooning verwachten mogen.
Zulke deugnieten zijn gevaarlijker voor een land, voor een volk, dan de vreemde indringers zelf, daar ze met lijf en ziel aan deze laatsten verkocht zijn, wijl ze later van hunne landgenooten niets meer te verwachten hebben dan wraaknemingen of ten minste afkeer.
Zoodra het legertje jonge boeren opdaagde, nam De Kever de vlucht, want niemand was er te Beveren om den kommissaris te beschermen.
Hij wist ongemerkt over den stroom te geraken en kwam des avonds te Antwerpen aan, waar hij den bevelhebbenden generaal op de hoogte stelde van wat er in zijn kanton gebeurd was.
Dadelijk werden op Beveren Fransche troepen afgezonden, die 's anderendaags, in den vroegen morgen, in het dorp vielen.
De boeren waren op het gevecht niet voorbereid.
Zij hadden hunnen triomf gevierd, des te meer daar Lamme van het triomfeeren hield, en waren op geen aanval be-