Tijl Uilenspiegel in Vlaanderen
(1904)–Jan Bruylants Jz.– Auteursrecht onbekend
[pagina 362]
| |
Derde boek
| |
[pagina 363]
| |
Wanneer, na den Staatsaanslag van Fructidor, het Directoire, opnieuw republikeinsch geworden, den burgerlijken eed eischte van haat aan het koningdom, protesteerde de Belgische geestelijkheid tegen dien aanslag op de gewetensvrijheid. De Kardinaal aartsbisschop van Mechelen, Franckenberg, weigerde dien eed af te leggen, en de rechtbank der Dijle sprak den priester Delhaese vrij, die beticht was mis te hebben gelezen alvorens den burgerlijken eed te hebben gezworen. Het Directoire deed Franckenberg naar Duitschland verbannen en de rechters der Dijle in beschuldiging stellen wegens wetsverkrachting en voor den raad der Vijfhonderd verzenden. Zij werden echter vrijgesproken. Terzelfdertijd, daar de boeren besloten schenen hunne priesters te steunen en zich te verzetten tegen het Fransch geweld, werden de kerken gesloten en degenen die hiertegen opkwamen, mishandeld; het klokkenluiden werd verboden en meer andere plagerijen werden uitgevonden, alsof men er zich aan hoogerhand op toelegde de boeren tot het uiterste te drijven. Nochtans zou zulks slechts aanleiding hebben gegeven tot kleine opstootjes en licht te smoren moeilijkheden, maar de loting, op 5 September 1798 in Frankrijk ingericht, werd ook in ons land ingevoerd. De ontevredenen maakten er onmiddellijk een wapen van om de boeren tegen Frankrijk op te ruien. |
|