alles medegedeeld wat hij zelf wist, behalve dat hij een dagelijksch bezoek aan de oude Nelle bracht en dat hij lezen kon.
Eenen namiddag, toen hij weer zijn gewoon uurtje in de hut der heks ging slijten, vond hij deze laatste erg krank op de droge bladeren liggen, die haar tot legerstede dienden.
Het was met zwakke stem dat zij hem toesprak:
- Beste jongen, het is met mij gedaan.
- Dat moogt ge niet zeggen, moeder Nelle.
- Ik voel het, jongen. Eer het avond is, zal geen adem meer over mijne lippen komen. Zit neer en luister eens. Ik heb u veel te zeggen.
Uilenspiegel plaatste zich op het houten bankje - een brok boomstam - en, terwijl de oude zijne hand greep, kwam de groote, donkerbruine uil, - die steeds in de hut fladderde en de lieden, die bij de heks om raad kwamen, den schrik op het lijf joeg, want zij zagen in hem den duivel, - op zijnen schouder gevlogen, als wilde de vogel ook het verhaal der oude Nelle hooren.
De heks sprak:
- Ik heb veel geleden, Tijl, zeer veel geleden. Mijne jeugd was zonnig, maar toen ik in het huwelijk trad, is die zon voor goed verdwenen. Mijn echtgenoot is gedood geworden, mijne kinderen zijn gestorven, al wat ik bezat werd mij ontnomen en ik stond gansch alleen op de wereld. Toen ik oud geworden was, moest ik vluchten uit de stad, want slechte menschen hadden mij aangeklaagd als heks en ik zou streng gestraft geworden zijn. Toen kwam ik hier in het woud eene schuilplaats zoeken en besloot de lieden hunne slechte handelwijze duur te doen bekoopen. De goeden moesten het met de slechten betalen.
- Dat was niet eerlijk, moeder Nelle.
- Neen, dat was niet eerlijk, maar tegenover mij hadden ze ook niet eerlijk gehandeld. Het weinige, dat ik van de heelkunde kende en in mijne boeken las, heeft mij veel doen verdienen, want ik heb de kruiden, die ik in het bosch vond, duur doen betalen. En nog meer muntstukken heb ik verdiend met de toekomst te voorspellen. Ze waren bang geworden van de vrouw, die zijlie zelf tot heks hadden uitgeroepen, en ze geloofden de gekste dingen die, naar ik zegde, zouden gebeuren.
- De wereld wil bedrogen zijn, moeder Nelle.
- Dat is nu al voorbij en ik hoop dat de Heer mij zal genadig zijn. Ik heb gemeten met de maat waarmede ik ge-