van den, stoel... 't Is beter dan een been gebroken.
- Zeker, antwoordde de waardin, zeker, maar met al die overwegingen ben ik niets vooruit!... Binnen eenige oogenblikken zitten al mijne kostgangers aan tafel, en ze zullen niet weinig morren en op hunnen poot spelen, als ze geen melk zullen te drinken krijgen.
- Laat spoedig eenen stoop halen, zei Lamme. Ik zal het betalen.
- Betalen is niet noodig, sprak de vrouw, als er maar iemand hier was, om naar de markt te loopen... Mijn man ligt ziek te bed, met koorts als een paard, onze meid is gisteren in den kelder gevallen en heeft haar been gebroken, en onze knecht is naar 't gasthuis met een negenoog.
- Dan is 't niet te verwonderen, zei Uilenspiegel, dat in zulk een ongelukshuis mijn vriend over den poot van den stoel struikelde en tegen de tafel aanbotste!
- Allemaal woorden, morde de waardin, maar ze geven mij geene melk.
- Geef mij den stoop, moedertje, sprak Lamme, en ik zal naar de markt ijlen en melk koopen. Is 't zoo goed?
De herbergierster liet het zich geene tweemaal zeggen, en een paar oogenblikken later stond onze dikzak op de markt, voor eene frissche, blozende boerin, die daar met een paar melkstoopen, eenige manden groenten en een kistje met melkkaas op koopers zat te wachten.
- Wat belieft er u? vroeg de verkoopster.
Goedzak keek de boerin aan en krabde in zijn haar.
- Melk, antwoordde hij.
- Hoeveel?
Dat wist Lamme nu eigenlijk niet, omdat hij vergeten had het aan de waardin van den grooten Karel den Groote te vragen.
En hoeveel liters er in den stoop gingen, wist hij ook al niet.
- Hoeveel kost de melk? vroeg hij.
De boerin zei den prijs.
Dan maar op goed valle het uit, dacht Goedzak, en hij sprak:
- Tien liter.
De melkverkoopster fronste de wenkbrauwen.
- Hoeveel zegt ge?
- Tien liter, herhaalde Lamme, maar als hij bemerkte dat de boerin een boos gezicht zette, voegde hij er bij: Of