Zederymen(1656)–Anthony Jansen– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Den Drukker totten Lezer. Bladwijzer. Aanwijzing der nieuwe Zangen, gestelt, door Mr. S. Lefevre. Muzicijn tot Amsterdam. ToeeigenRijm. Zederymen. Opwekkinge ter deugde. [GHy die van dese doling vry] [TReet ghy als wakkre helden voor] [DE wegen weet ghy klaar en naakt] ['T Is God die yder menschenkint] [MAar ghy die zuiver van gemoet] Dooling' en ondooling'. [DIe Gods woorden vol oprechticheit en rust] Gebed Om Arbeiders in den Ooghst. Berispings mate. Zinnebeelden van ootmoedicheit. De Geboorte Iesu Christi. De kruicinge en dood Iesu Christi. Hemelvaart Iesu Christi. 's Weerelts ydelheit. Oorzaak der Vleeszelijke lust. Quaad levens onheil. Heraclitus en Democritus. Gebedt tot God. Oordeel over de Leere. Keur van tweederleye weegen. Voor I. C. met I. S. Vrugtbaar geloove. Kragt der Hoop', in kruis en lijden. Hemelsche vreugde. Hoogen Staats gebruik. Troost der vroomen. Gebed uit aanmerkinge der Werken Gods. Heerlijkheit na dit leeven. Boosheit der Goddeloozen. Psal. X Ydelheit der weereldze weelde. Needrigheits oorzaak. Lijdens oorzaak. Onheil uit ydle woorden. [STil, dertle tongh, blijft binnen dwangh] Christelijke vreugde. Goddelijk ontzigh. Lof der Kuisheit Ernstige vriendlijkheit. Vasten troost aen God. Psalm L X I I. Opwassinge ter volmaaktheit. Hebr: 6: 1. Cieraat der Deugden. Matth. X X V. Inwoonder Zions. Psalm X V. verlenght. Kenteiken des Haats. Gevaarlijke grootheit. De Pinxterfeest. Hand. I I. De wensch bekragtigt. Bruilofts Rijm. Houwlijx Zegenwensch. Kraght der waarheit. Ware Ruste. Den wegh ter Ruste. Volkomen deurbreken. Gerustheits oorspronk. Raat tot gemeene welstant. Ware verdraaghzaamheit. Heil uit welleven. Zekren Rijkdom. Onderscheit tuszen wel, en qualijk leven. Davids Boetpsalmen, Verlenght. Psalm VI. Psalm xxxij. Psalm xxxviij. Psalm Lj. Psalm Cij. Psalm Cxxx. Psalm Cxliij. Uitnementheit der wijsheit. Nootzakelijk çieraat. Ydle Pronkery. Beelt des Deugds. Bekoringe des Zathans. Onderscheit der Geesten. Schirik voor de vervolgers. Troost inde verdrukkinge. Toepassinge der vier tyden des Jaars. Schade der ledige t'zamenspraken. Genezinge des gemoets. [DIe zich noit tegen God en stelden] Goedertierentheit Gods over zijn volk. Lied Mozes. Deut: X X X I I. [DE voorspoet kan de weelde wekken] [DE wijsheit sterft daar zonden leven] [O Ghy verkoren Gods geslachte] Aandaghts oorzaak.