Zederymen(1656)–Anthony Jansen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Troost inde verdrukkinge. I. IN Eer' of Goet of Bloet, drie wijtberoemde zaken, Wert hier de mensch vervolgt als hy vervolging lijdt: Maar na des vromen deugt, of bitterheit der tijd Zal 't streng geweld die drie gemeenlijk t'zamen raken. Want schoon den haat voor eerst de eer maar komt genaken; Dewijl oneenigheit grondoorzaak blijft van strijt, En strijt gevolgt wert van bedrogh verwijt en spijt, Zoo moetmen strak op goet en bloet ook giszing maken. Maar God, die nu verdraagt dat alle smaat en hoon Zijn kindren overvalt, zal niet geduurigh zwijgen. De vreeslijkste dood zal zijn der boozen loon [pagina 243] [p. 243] Terwijl d'oprechte mensch des levens kroon zal krijgen. 't Zy dan een felle doot des vromen leven sluit, Zijn leven wort weer nieuw en gaat noit weder uit. I I. DEr boozen dwinglandy, vermengt met listigheden, Om schalk in 't heiloos net te slepen, die zijn wacht Verwaarloost, of beswijkt door 't zien van 's vyands macht, Wort vreeslijk opgewekt om alles te vertreden. Maar ghy die verder ziet door 't ooge van de Reden, Ghy weet dat u gemoet geen leet wert aangebracht Indien ghy 't Sweerdt Gods Woort, by u party veracht, Gebruikt, en 't veldt behouwt in vroolijkheit en vrede. Hier lijdt van 's Doopers tijt Gods koninkrijk gewelt; Daar Een' in Moses eeuw ruim tien te grond kon treden. Nu geen' die God recht vreest, en hier zigh weerbaar stelt Met andre waapnen als met weldoen en gebeden. Maar of wel 't vlees vergaat, als Herbergh van de Geest, De geest is by den Heer daar zy geen leet meer vreest. Vorige Volgende