Zederymen
(1656)–Anthony Jansen– AuteursrechtvrijZangh: Courante Monsieurs.I.
STil, dertle tongh, blijft binnen dwangh
Van reden; 't Alderkortst' is quaat en veel te langh;
En maakt de zeden
Vuil en ongeschikt,
Daar een oprecht gemoet voor schrikt.
Niet is den vroomen zoo zeer tegen,
Als dat
| |
[pagina 119]
| |
den quaden, door 't veel plegen,
Zich daar toe krachtigh maakt ge - ne - gen.
I I.
Zoo baart de tong verraat in hert
En zinnen:
Want die zich in ydle spraak verwert,
En laat verwinnen,
Brengt zijn ziel ter doot:
Want zulk vergrijp voorwaar is groot;
Zijn tongh, tot alle quaat ontbonden,
Die Christus deugden kon verkonden,
Verhuurt hy schandigh aan de zonden.
I I I.
Geen vuile taal, sprak Gods gezantt',
Maar krachtigh
Vloey d'oprechte waarheit van 't verstant.
Zulx maakt aandaghtigh;
Daar den zottenklap
Ter ondeugt leit een zeekren trap.
Waar toe zich veelen laten leiden,
Die niet naukeurigh onderscheiden,
Wat ziel verderf zy haar bereiden.
I V.
Verzuim van tijt, en 't hert veraart
Ten quaden,
| |
[pagina 120]
| |
Is 't geringhst' dat die gewoonte baart.
En d'onberade
Die, niet vast gestelt
Ter deugt, na 't quade veeltijts helt,
Wort, door zijn voorbeelt, ook bewoogen;
En, zijnde door wat schijns bedroogen,
Wert licht in 't zondennet getoogen.
V.
Daar zeedigheit den Scepter draaght,
En Kuisheit
't Herte maakt een onbevlekte maagt:
Daar wijsheit t'huis leit
Met haar vrugt verciert:
Daar is 't verschil tuszen 't gediert'
't Welk, onbetoomt, geen wet kan hooren,
En hun die godlijk zijn herbooren,
Zeer klaar voor yders oog' en ooren.
V I.
Bewaar u ziel en lichaam rein.
Het voordeel,
Dat uw geest geniet, is vry niet klein:
Want in Gods oordeel
Zijt ghy onbezwaart,
Om dat uw' ziele bleef bewaart.
Zoo elk des spotters rot wouw vlieden,
En wandelen by vrome lieden,
Hoe konder spotterny geschieden?
|
|