Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes(1669)–Anoniem Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Op Klioos Cytter. Audiat haec tantum, vel qui venit. Op Clioos Cytter. Toon: Petit Altesse. Gezangk. Toon: Perjosta die met trage. Toon: La Moutarde. La Valencienne. Toon: Hou Charon. Gezangk. Toon: Gy Heiligheitjes die in bloemen. Op een verwaande en opsnydende Dichter. Harddrs Gezangk. Wijze: La Cardenale. Gezangk. Wijze: 'k heb meenigh pint en kan. Toon: De Minnegodt voor wie het al. Toon: La Princesse nouvelle. Sonnet aan Mejuffer E.K. Op de Vrysters zonder Vryers. Aen Filarkt. Een Witte en Roode Roos, aan Celestyne. Op een blaau Oog. Aan Hageroos. Op Ermgaarts Kusjens. Wijze: Wert dan nooit uw straf gemoedt. Toon; Sluit, ay sluit uw oogen. Toon: Als ik uw Roozemont. Rey van weeskinderen, Graf - schrift, voor de Getrouwe Minnaar K. Op een Tekening van Nicolaes van Helt Stocade, daar Mercurius, de Schilderkonst in spijt vande nijt, ten Hemel voert; In 't Stamboek van den Geestryken Ryckart Hubien. Aan een Wasverkooper. Aan Hageroos, doen zy ziek was. Toon: Amarilli mia belle. Aan Charinate, op het zingen van die Toon. La duchesse. Toon: Toon: Sommes nous pas trop heureux? Graveline. Op een hovaardige Waart. Aen een Barbier. Op d' Oogen van Ermgaart. Gezangk. Afscheyt aan Ermgaart. [Ik wiert onlangs van u gewaar] Toon: Het daget uit den Oosten. In het Stamboeck van de wijze en vernuftige Juffrouw Catharina Questiers. Aan Astrée doen zy na Haarlem ging. Aan een Bachus vriendt. Wyze: Erremgaart kan ik u niet beweegen? Toon: O nacht Jaloursche nacht! Toon: Aan Hageroos als zy ziek was. Toon: Bel iris. Courante Papekop. Ballette du Hay. Sarbande. Wyze: La Coquille. La Boure du Roy. Stemme: La Cournoire. Op de dubbelhartigheyt van Astrea. Kusje. Toon: O Dieu de la deboche. Toon: Filis ik moet het u klagen. Aan de Traanen van Hageroos. Aan Ermgaart. Toon: Aen een vuyle onbeschaamde en Logenachtige. Toon: La Comptesse. Graf-schrift op een Onrechtvaardige. Toon: Courante. Aan Hageroos. Aan Hageroos, staande voor haar Spiegel. Vrysters zonder Vryers. Aire. Vryers sonder Vrysters. Aire. Vrysters en Vryers saamen. Aire. Op Rozabellaas traanen. Wyse: Anakreon. Op een openbare Toebak-drinkker. Aan Bachus. Horatius negentiende Zang van 't tweede Boek. Aan M.K. Op een Hoorenbeest die een Juffrouw sloegh. Op een Alchymist. Wyze: 'k Een zoo moe van drinkken. Toon: La Katharyna. Op de hals-boot van Celestine. Gezangk. Op een looze Vrouw. Toon: Cupido zoo ghy voor een God, &c. Wyse: O Kersnacht. An Juffer M.W.B. Op't afvallen van haar Kousseband. Chanson a boire. Bruylofts-sang. Aan de Speel-genoots. Aan Ermgaart. Narcissus bron. Op een Kupido van Amber. Gezangk. Aan een Verklikker. Chanson a Boire. Aan Lucelle. Courante la Reine Nouvelle. Voys. Toon: Nova. Toon: Verheugt u nu ô Engelant. Stem: De doodt van Phaëton, &c. Aen D.S. voor B.I. Stem: La Fronde. Op d'oogen van Hageroos. Aen Astrea, Doen zy voor leelijck wierdt gescholden. Stemme: Repicavan. Stemme: O Schoon Europia. Stemme: Droeve Princesse. Aen de geveinsde Deught van XXX. Celadons Graf-schrift, Op de zelve. Op 't vereeren van een Hondtje, aan Juffr. M.V. Persyn. Graf-schrift Op mijn Hondtje Mars. Toon: Helaas mijn zuchten zijn om niet. Bladt-wyzer.