Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes
(1669)–Anoniem Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes– Auteursrechtvrij
[pagina 178]
| |
Zoo klaar meer in mijn waterbron?
2.[regelnummer]
Ik meen de bronnen van mijn oogen,
Die nu altijdt zijn overtoogen,
Met traanewolken, die het hart,
Door onbekende wegen jagen,
En dan, als losse regenvlagen,
Uitbarsten, door het oog, met smart.
3.[regelnummer]
Helaas! Lucelle zijn u d'eeden,
Die gy zoo wuft hebt overtreden,
Dan zoo vergeten? d'Amstelstroom,
De groen begraafde Diemerweyen,
Daar ik u plag zoo vaak te leyen,
En d'overoude Lindeboom,
4.[regelnummer]
Zijn vaste tuigen van de woorden,
Die zy u dikmaals spreken hoorden,
Met uw vergoode Roozemont;
Ach! zult gy zoo uw trouw bevlekken?
| |
[pagina 179]
| |
Zult gy alleen een schandt verstrekken,
Voor Junoos heilig trouw verbont?
5.[regelnummer]
Lucelle, schoonste aller maagden,
Die onder duizent maar behaagden,
Alleen mijn nooit getroffen hert;
Ay, keer, wilt uw gedachten wenden,
Aanziet mijn lijden, mijn ellenden,
Ontferm u over mijne smert.
J. Pietersoon.
|
|