Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes
(1669)–Anoniem Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes– Auteursrechtvrij
[pagina 176]
| |
Dan eens een troostelooze pijn,
Dan troosting in die noodt.
2.[regelnummer]
Uw heusheit heft mijn zinnen op,
Uw bersheit strekt m'een plaagh;
Een lonkje voert my in den top,
Een stuurs gezight om laagh;
't Coraal van uw robijne mondt
Maakt dat ik keer op keer,
Dan hulp vin voor mijn minnewondt,
Dan quynende verteer.
3.[regelnummer]
Zoo staat my 't vrolijk leven niet,
Noch ook het sterven vry;
En 't geen een ander leven ziet,
Is dat ik stervend ly,
En lydende zoo dikmaal sterf,
En tusschen beyde zweef,
| |
[pagina 177]
| |
En levende het leven derf,
En stervende noch leef.
4.[regelnummer]
Wel aan dan oorspronk van mijn min,
Heelplaast er voor mijn smert,
Plaast eens mijn ongeveinsde min
In 't ongeveinsde hert,
Redt eens uw minnaar uit de noodt,
En dempt mijn ongeneught,
Voor zoo veel schetsen van de doodt,
Door een volkoomen vreught.
C.G.
|
|