Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes
(1669)–Anoniem Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes– Auteursrechtvrij
[pagina 198]
| |
Maer ach! de pijlen uit uw oog,
Schoon zy van geen boog
Geschooten worden,, Veel snelder snorden,
Dan ooit een flits, die van de doodtpees vloog.
2.[regelnummer]
Mijn lief, mijn ziel, mijn hart,
Ay wilt my niet meer wonden, Ik ben meer geschonden
En vervult van smart,
Als Titius, die staag gepijnigt wert.
Want als gy maar een stuurs gezigt,, Als een blixemli[...]
Laat op my dalen,, Voel ik meer qualen
En pijnen, dan van d'allerscherpste schicht.
3.[regelnummer]
Maer als uw zoet gelaat,
Vol zielbekoorlijkheden,, En van heusche zeden,
't Geen zoo heerlijk staat,
Wanneer gy 't oog dan vriendlijk op my slaat;
Verdwijnen flux, als voor de Zon,, Der lichten bro[...]
| |
[pagina 199]
| |
De donkre dampen,, Mijn smert en rampen,
Ja 't swaerste lijden dat my overwon.
4.[regelnummer]
Mijn lief, ik kniel dan neer,
En kom u godtheit smeken,, Datge u niet wilt wreken,
Met dat straf geweer,
Op u getrouwe harder nimmermeer.
Want zoo gy weer die felle brant,, Door 't ingewant,
Schiet uit uw lonkken,, Zal vier en vonkken,
Mijn ziel doen dalen na Cocytus strant.
J. Dullaert:
|
|