Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes(1669)–Anoniem Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Toon: La Moutarde. D'Edle wijn, dat helder druivezap, Zet mijn hartje vreugde by en leven; Maakt mijn geest en duffe zinnen rap, Doet mijn ziel tot aan de sterren sweven, Want mijn leven is maar doot, Als ik Bachus droppen, Mis in gulde koppen, En mijn hart wort kout als loot, Ik vaar dan op Cocyt in Charons boot. [pagina 13] [p. 13] 2.[regelnummer] Ja al lach mijn lichaam uitgestrekt, En dat beyde d'appels van mijn oogen; Waren met een wolk des doots bedekt, Als een die de ziel al is ontvloogen, Zoo mijn bleek besturve mont, Proefden Libers traanen; Uit kristalle kranen, Flux wiert ik weer zoo gezont, Als een die nooit door qualen was gewont. 3.[regelnummer] Laastmaal had de trotse Deliaan, My op't strafste en't alderstuurst bejegent, Dies badt ik mijn Godt mijn Evan aan, Die zielzoete plasjes in my regent, 'k Zag zijn godtheit in't kristal, Van de zilvre druppelen, 't Hartje strax aan't huppelen, [pagina 14] [p. 14] Riep; gezegende kom val, Gezegent in mijn vroolijk druivedal. 4.[regelnummer] 'k Hadt de Roemer naautjes uitgeveegt, Of mijn min van't Meisje was verstooven, Zy hadt voor Sileên de plaats geleegt, Evoé kan smert en pijn verdooven; Pean maakt mijn ooghjens blint, Dat geen maagdelonkken, Cloris hart ontfonkken, Ja hy achtse als voor ontzint, Die hem zoo los zoo dwaas in d'echt verbint. 5.[regelnummer] Venus schicht, besmeert met minvenijn, Kan mijn hartje nooit zoo fel doen blaken, Als een frisse roemer delewijn, Gleyende door tanden keel en kaken. Wie heeft ooit meer vreugt gepleecht? [pagina 15] [p. 15] 't Zieltjen op de lippen, Wil ten monde uit slippen, Wijl mijn smaak de roemers leegt, Ay, vrienden nu eens lustig omgeveegt. J. Dullaert. Vorige Volgende