Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes(1669)–Anoniem Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] Toon: Sommes nous pas trop heureux? ZOuw een Minnaars hart niet koel Werden? kan hy zig ontfarmen? En noch acht slaan op het karmen, Van een valsche, wiens gevoel Van getrouheit is versturven, En met een vervloekte schijn, Heeft haar trouwe ziel bedurven. Kan voor heur genade zijn? 2.[regelnummer] Vraagt gy, snoode nog, waar heen, Datge uw geille lust zult wenden? (Droevige oorzaak mijns ellenden) Geille keert uw geille leên, Daar gy hebt die schat verlooren. 't Waarst' van uw onkuische schoot; [pagina 73] [p. 73] Wie zou zulk een valsche hooren? Die haar Minnaar quetst ter doot. 3.[regelnummer] Hoe kan u geschieden reght? Kan mijn gramschap wel verminderen? Daar gy my wilt stadig hinderen, Gy vraagt wat ontbreekt u zegt? Wilt gy my u leven geven? Neen; neem eerst 't geen gy my gaf. 'k Acht het waarder als mijn leven. Goôn 't is een rechtvaarde straf. 4.[regelnummer] Hemelhooge Majesteit, Stort haar kuischer bloet in d'adren, Laat zy dan uw troonstoel nadren, Gy kent al heur listigheit. Laatze uit haar gemoet verstooten, Valsche snootheit; slim te gaan; [pagina 74] [p. 74] Hebt gy haar bederf beslooten. Leit haar op een beter baan. J.W.D. Vorige Volgende