Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes(1669)–Anoniem Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] Rey van weeskinderen, Wyse: O Kersnacht! Keer. AY zie de Lugt in't Oosten bloozen, Gelijk als purperroode roozen Hoe schoon blinkt nu de morgenstont! Wat voert den dag, door 't stil gewemel, Zoo heerlijk aan den heldren Hemel! Wat blaatse een geur uit haren mont! Tegenkeer. Het is den eersten dag der dagen, Daar in onze ouders dikmaals zagen, Verjaren 't lang gewenschte jaar; Godt doet dien dag, tot vreugde-teken, Zoo helder door de Wolken breken, Begroetze met gezang en snaar. [pagina 56] [p. 56] Keer. Is 't geen gewoonte by de menschen, Dat zy elkanderen nu wenschen, Geluk en heil en zegen, eer? En d' oude zonden, in dees dagen, Gelijk een Pest van haar verjagen? En roemen Godt der Heeren Heer? Tegenkeer. Niet beter kan men hem belyen, Bedankt ook deze Burgerryen, Voor hare gaven, rijk, en groot, Die zy mildadig aan uw offren, En storten uit heur rijke koffren, Barmhartig in uw wezeschoot. [pagina 57] [p. 57] Toekeer. De Hemel wil haar dat vergelden, Wy willen, loven, danken, melden, De deugt van onze Burgerry; Barmhartig zijnze tot den armen, d' Almagtige wil haar bescharmen, En staan haar vesten eeuwig by. Amanter. Vorige Volgende