Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes
(1669)–Anoniem Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes– Auteursrechtvrij
[pagina 147]
| |
2.[regelnummer]
Heeren sonder dienst van meyden,
Edelluyden sonder deugd.
Jonkkers sonders land of weyden.
Jonge-wulpen sonder jeugd.
Snyers sonder schaar of naalde.
Brouwers sonder vat of ton.
Ridders, die nooit prijs behaalde.
Hemels sonder Maan of Son.
3.[regelnummer]
Katten die onwillig muysen
Muysen sonder muyse-val.
Aapen, die niet gaaren luysen.
Luysen sonder hair en al.
Vogels sonder neb of bekken.
Nachtegaalen sonder bos.
Bokken, die het Sout maar lekken.
Water sonder baars of pos.
| |
[pagina 148]
| |
Ruyters sonder kloekke paarden.
Vossen sonder hol of gat.
Vechters sonder mes of swaarden.
Huysen zonder hond of kat.
Muggen sonder sorg voor branden.
Haarden sonder kool of vuur.
Ploegen sonder veld of landen.
Kooren zonder koorenschuur.
5.[regelnummer]
Haanen sonder Hen of Kiekken.
Boeren sonder last of juk.
Doctors zonder hulp voor siekken.
Meesters zonder meester-stuk.
Advocaten zonder rokken.
Dijkkers zonder veen of moêr.
Trommelslagers sonder stokken.
Schutters sonder kruid of roer.
| |
[pagina 149]
| |
6.[regelnummer]
Haasen sonder dikke soussen.
Rammen sonder schaap of bel.
Beenen sonder vleys of koussen.
Duyvels sonder volk of hel:
Wegh, met die verfoeyde Beeren
Na het ruyge Noortse Hol.
Niemand sal haar arresteeren.
Esels reysen sonder tol.
|
|