Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes(1669)–Anoniem Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Afscheyt aan Ermgaart. Ik gâ, ik kom, ik vlucht, ik keer, ik schijn te vluchten, Uw liefde volcht my, als het lijf de schaduw, na; Hier wenkt my d'Eergodin, gints lokken my u zuchten, Daar roept de reên my toe; vaar voort eer't wort te spâ Gy hebt u lang genoeg in dartle min' verzoopen. De liefde weer: benijt gy zulk een Roozengaart, Den daauw, die schoone Auroor, is uit haar pruik gedroopen? [pagina 81] [p. 81] Neen, zulke Karssen zijn de mond wel plukkens waart. Maar, schoone, wijl ik dus verbaast staa opgetoogen, Dekt my een nijtwolk, voor uw ziel bekoorlijke oogen. Perion. Vorige Volgende