Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes(1669)–Anoniem Clioos Cytter, slaande aardige gezangen, nieuwe wyzen, geestighe steekdichjes en brandende minnekusjes– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 88] [p. 88] Aan een Bachus vriendt. MYn Engel zingt geen Hemelzangen, Noch heilge lieden, als de Breurs, En Zusters, die geen heelden hangen Aan Muuren, noch haar korte keurs, Met koorden of pomet vercieren; En evenwel zijn yver hoopt, Zoo wel met Seemles Zoon te vieren, Te koomen (schoon elk yvrig loopt) In die vergadering der vroomen. Dies is hy eeuwig zonder zorg; En laat, door't keelgat, stroomen, stroomen, Zoo vast vertrout hy op zijn borg, Dat hy het al waagt, onbezweken; Een vrolijk hart zal niet gebreken. J. Rafelse Vorige Volgende