Gedichten. Deel 2(1930)–Albrecht Rodenbach– Auteursrecht onbekend Inhoudsopgave Abyssus Abyssum Invocat Uit ‘Wahrheit en Dichtung’ Geschiedenisse Trouwlied Dichterheildronk Doodsanctje Deuntjes op Mher Pastors dag gevierd ter Borgerschole Prologe ter kollegieprijsdeeling te Iper Veldslag Twee vorsten voeren veete. Avond Avondhoorns. Door de bosschen Op de vijvers van Dickebusch Nachtlik varen Toovernacht Het land van Utopeia Duitsch beleg De Zwane O nacht Baskisch Volkslied Aymerillot Raoul Beeldenis De Arend Koning Freier Vrede Tweezang uit ‘Richard Coeur-de-Lion.’ Tannhauser Het Voorspel van Tannhauser De Dichterkamp Tannhauser's laatste bekoring Elisabeth's dood Aan de avondsterre. Prologus Zeegezichten Het lied van Horand Heidensch tafellied Het lied van den Skald Prologus Breydel en De Coninck Sneyssens. Gildelied Der Rouselaarsche Lettergilde ‘De Vriendschap’ op den 33en verjaardag harer stichting. Xenien Van eener Jongvrouw I. An eener Jongvrouw II. Minneken De Minnebode Uit de Dichterliefde Dichterminneken Dichterliefde Afscheid Beslag Brabanconne Salvete Studia Het liedeken van den roere De Duitsche kunst Het lied der Knapenschap Nachtelike tocht Toast Tocht Op het album van wijlend Jongvrouw Pauline Willems, J.F. Willems dochter. Aan E. Lapeleer Aan F.J. De Skald. De Zanger Fantasien Het lied van Mignon Van het ‘Dombeeld’ Daar was een koning in Thoele Wiegelied De heilige Elisabeth Op eene Bruiloft Op het profes eener Godelieve Het uur der minne Es ist eine alte geschichte Op den dag harer Eerste Communie Vaarwel Na lezing eener zitting der Fransche Kamers Macte Animo. Lofzangen uit de getijden der Onbevlekte Ontvangenisse