Gedichten. Deel 2
(1930)–Albrecht Rodenbach– Auteursrecht onbekend
[pagina 148]
| |
Van het ‘Dombeeld’Vrij naar Heyne op musiik van Schumann. Nog zweeft mij door het geheugen
gelijk een verzwonden droom
de grootsche Dom van Keulen
aan Duitschlands heiligen stroom.
Ter oude kathedrale
daar zag ik een goddelik beeld
dat als een hemelstrale
nog in mijn ziele speelt.
Het was de Maged der Maagden,
de reine zonder smet.
Mijn liefken, - de hemel vergeef mij de zonde! -
mij dunkt nu, het was uw portret.Ga naar voetnoot1)
|
|