Gedichten. Deel 2(1930)–Albrecht Rodenbach– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 136] [p. 136] Nachtelike tocht (te lande. Lied.) Sa maten hier slaapt een taverne, en ik voel mij wat moede in den kop. Dat een weerd als wij waken zou slapen? Zeg, wat denkt u des, lustige knapen. Dondert mij dien Philister op! Wees gegroet, o grimmige tronie, op uw plaats in dien spokigen gang; want hoe verwoed gij ook kunt blikken, ons mag uw laaiend vuurken kwikken en troostende warmende morgendrank! 1877. Vorige Volgende