Gedichten. Deel 2
(1930)–Albrecht Rodenbach– Auteursrecht onbekend
[pagina 145]
| |
De ZangerWijze: Het lied van Blondel uit Richard Coeur-de-Lion. De vedel aan de zijde,
het lied in ziel en mond,
zoo zwierf de zanger rond
al in den ouden tijde.
En riep hem stem- en schalenklang
te midden leutig feestgedrang,
daar liet hij 't snaartuig ronken
vol toovrend' harmonie,
en zong de zielen dronken
van klang en poësie.
Nog zwerft alhier de zanger
en doolt stilzwijgend rond;
doch, houdt hij zijnen mond,
zijn ziel is liederenzwanger.
Riep Vlaandrens taal hier Vlaandrens lied.
misprees men hier den vinder niet,
fier zou men hem zien komen
en rijzen in de zaal,
vol beelden en vol droomen
en klang en godentaal.
Hij leerde u weer de sagen
van uit den ouden tijd,
der helden grootschen strijd
en grootscher nederlagen;
de lichte sprook met vroedenGa naar voetnoot1) zin.
het lied der abeleGa naar voetnoot2) dichtermin,
het lied ons ingeschapen
dat niemand zingen dorst:
het lied der dietsche Knapen
dat smacht in veler borst.
1878. |
|