Gedichten. Deel 2(1930)–Albrecht Rodenbach– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 121] [p. 121] Uit de Dichterliefde van Heyne, op musiik van Schumann. Een knecht bemint een meisken, 't bemint eenen anderen knecht, die andere bemint nog eene andere en stort zich met haar in den - echt. Uit wanhoop neemt het meisken, goed kome het uit, een vent, den eersten den gereedsten; de knecht, hij, is miscontent: Dat is een oude historie, maar ze is nog altijd nieuw, en wien zij voorvalt gaat het alsof men hem 't hert doorhiew. 19 Oct. 1879. Vorige Volgende