Gedichten. Deel 2(1930)–Albrecht Rodenbach– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 119] [p. 119] Minneken Naar Goethe's ‘Roosken’, musiik van Schubert. 't Zag een knaapke een rooske staan, roosken op der heide. 't Was zoo jong en welgedaan: 't knaapke zag het roosken aan, bij het rooske beidde - Rooske, rooske, rooske lief, roosken op der heide. 't Knaapke zei: Gij staat mij aan, roosken op der heide. Maar het rooske zei: Gaat aan, of u zal 't gedenken zaân hoe ik mij bevrijde - Rooske, rooske, rooske lief, roosken op der heide. Knaapkes achten geen vermaan, roosken op der heide. Rooskes hebben stekkers aan - Toch en blijft geen rooske staan, waar een knaapke beidde - rooske, rooske, rooske lief, roosken op der heide. 1 Juli 1879. Vorige Volgende