Het boek van de mooiste kinder- en volkssprookjes(1874)–J.J.A. Goeverneur– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave De zeven zwanen. De viooltjes. De vier muzikanten. Blanca en Rosalinda De weeke wol. Luilekkerland. De groote koeien. De sterke Hans. Van den man in de maan. Hans en Grete. Rubezahl. De drie meesterstukken. De dagdief en de drie vogels. Tafeltje, dek je; ezel, strek je; knuppel uit den zak! De waardigste. Morgenrood. Ella. Het avontuur in het bosch. De verdwenen stad. Klein-Duimpje. De aster. De wilde zwanen. De gevonden ezel. De getrouwe Paul. Van de zeven Zwaben. De zevenslapers. Rubezahl en de rijke bakker. De gelaarsde kat. Falada. De schatgravers. De Schildburgers. De kleine Meta. De Bremer stadsmuzikanten. Sneeuwwitje. De hand uit het graf. Blauwbaard. Het katje en de breinaalden. De graaf als vogel. De geluksmannetjes. Friedel met de viool. Koning en handwerksgezel. De geschiedenis van heer Haas en van meester Egel. De springwortel. Wie heeft de kerk gebouwd? De gele dwerg. Goudenhaar. Het kleine meisje met de zwavelstokjes. Wasunger stukjes. De luie spinster. Doornroosje. De herdersjongen. De regenboog. De deugdzame man. De schatgraver. De drie veeren. Het arme kind. De ezel. De engel. De arme man en de rijke man. Wiesewittel. Rubezahl en de glaskooper. Snuggere lui. Vrouw Holle. Munchhausen. Toontje en Fransje. Roodkapje. Rubezahl en de snijdersgezel.